opinie
Harry van Bommel:

Deelname stabilisatiemacht verkeerd signaal

Eind juni nam de Nederlandse regering het besluit om 1100 Nederlandse soldaten naar de Irakese provincie Al-Moethanna te sturen om daar de situatie te controleren. Nederland levert daarmee een bijdrage aan een stabilisatiemacht voor Irak. Vooraf zei de regering zeer te hechten aan een VN-mandaat voor een dergelijke missie. Tegelijkertijd hield zij een klein gaatje open voor het geval de VN haar goedkeuring aan een dergelijk initiatief zouden onthouden. Net als bij de aanval op Irak geldt hier kennelijk het uitgangspunt dat een VN-resolutie 'wenselijk' is maar niet 'noodzakelijk'. In strijd met artikel 90 van onze Grondwet – dat het bevorderen van de internationale rechtsorde voorschrijft – werkt Nederland daardoor mee aan het verzwakken van die rechtsorde. Onder de huidige omstandigheden is dat een volstrekt verkeerd signaal.

Het is goed even stil te staan bij de aanleiding van de oorlog. De Amerikanen en de Britten hebben deze oorlog gevoerd buiten de VN om. De formele reden, de dreiging van massavernietigingswapens in de handen van een misdadig regime was daarbij aan de orde. Daarom heeft Nederland politieke steun gegeven aan die oorlog, uit de overtuiging dat die dreiging ook reëel was. In de VS en in Groot-Brittannië heerst grote twijfel over de betrouwbaarheid van de rapporten met betrekking tot die dreiging. De rapporten zijn ook beoordeeld door de Militaire Inlichtingendienst in Nederland en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. De regering blijft volhouden dat die rapporten betrouwbaar waren. De SP is voorstander van een onderzoek naar de betrouwbaarheid ervan. De Nederlandse regering meldde op 30 september 2002 dat het oordeel van het alarmerende Britse rapport, waarin stond dat er binnen drie kwartier een aanval met chemische wapens zou kunnen worden uitgevoerd, overeenstemde met het beeld dat de Nederlandse regering had. De vraag blijft gerechtvaardigd waar het beeld van de Nederlandse regering op gebaseerd was. Kennelijk op eigen inlichtingen en niet op rapporten van anderen. Deze zomer zal duidelijk worden wat de parlementaire onderzoekscommissies in de VS en Groot-Brittannië voor resultaten opleveren. Een SP-motie om inzage in de inlichtingenrapporten die hierover handelden haalde geen meerderheid op de laatste dag van het parlementaire seizoen.

Het lijkt er sterk op dat de Nederlandse regering "regime change" achteraf als doel legitimeert. In het volkenrecht is daarvoor geen enkele basis. Resolutie 1441, uit november 2002, ging daar niet over. Die ging over massavernietigingswapens. De vraag is of de Nederlandse regering bij haar oorspronkelijke standpunt blijft of met de Amerikaanse regering meewaait.

Einde oorlog

Welke reden deze oorlog ook had, de vraag voor een goede bepaling van de huidige situatie is of de oorlog eigenlijk wel is afgelopen. Restanten van het Baath-regime lijken te zijn begonnen met een campagne van chaos en guerrilla-acties, die volgens documenten in de internationale pers, al voor de val van het regime is gepland. Deze acties moeten bestaan uit gewapende overvallen, "hit and run"-acties en zelfmoordbomaanslagen. Van belang voor de Nederlandse militairen in Al Moethanna is of er signalen zijn dat een dergelijke campagne ook in deze provincie zal worden gevoerd.

Begin mei schetsten de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking een optimistisch beeld van de voorbereidingen inzake de wederopbouw van Irak. De Amerikaanse minister Powell zou hebben laten weten dat de VS zo spoedig mogelijk een conceptresolutie aan de Veiligheidsraad zouden voorleggen. Deze tekst zou de opheffing van de VN-sancties invoeren, een regeling treffen voor het geleidelijk in belang verminderen van het Olie-voor-Voedsel programma en de verdere rol van de VN bij de wederopbouw van Irak definiëren. Powell gaf aan dat de VN in deze resolutie een vitale rol toebedeeld zouden krijgen. Inmiddels weten we beter.

Onbepaalde tijd

In een in de Engelse krant The Guardian gepubliceerde Amerikaanse ontwerpresolutie valt te lezen dat zij erop uit zijn om voor onbepaalde tijd de dienst uit te maken in Irak. De VN-wapeninspecties zijn niet meer gewenst en met geen woord wordt verwezen naar een interim-regering die het bestuur overneemt of naar een stabilisatiemacht die nodig zou zijn. Dat houdt in dat de aanwezige troepen slechts opgevat kunnen worden als een bezettingsmacht. Nederlandse deelname zal daarmee de illegale bezetting en dus ook de oorlog die eraan vooraf ging legitimeren. Voor de Britse minister van Ontwikkelingssamenwerking, Claire Short, vormde deze gang van zaken aanleiding om alsnog af te treden. Kom daar maar eens om in eigen land!

Uit de resolutie blijkt verder zonneklaar dat de VS absoluut niet bereid zijn om de VN een rol van betekenis te laten spelen in de ontwikkelingen binnen Irak. Terwijl de VS de Irakezen en de internationale gemeenschap naar haar pijpen laat dansen, behouden zij zichzelf het recht voor om te beslissen over de olie-inkomsten, de importen, exporten en investeringen evenals de vorming van een haar welgevallige regering. Door zich niet vast te leggen op een termijn waarop zij zich terugtrekt, verovert de VS met deze politiek een regionale machtspositie van waaruit zij het hele Midden-Oosten kan bestrijken. Humanitair mogen de VN aan de slag in Irak, maar betrokkenheid bij de economische wederopbouw is ongewenst en de inrichting van een nieuwe politieke constellatie houden de VS in eigen handen. De VN verworden zo tot een veredelde Artsen zonder Grenzen die na gewelddadige conflicten doekjes voor het bloeden mag aanreiken.

VN schaamlap

De SP heeft grote bezwaren tegen de rooskleurige voorstelling van zaken die de Nederlandse regering geeft van de rol die de VS in Irak willen spelen. Want ondanks alle mooie woorden lijken de VS zich in te spannen om de volkerenorganisatie als schaamlap voor haar illegale aanvals- en bezettingspolitiek te gebruiken. De VS en Groot-Brittannië hebben de internationale rechtsorde grote schade toegebracht door een oorlog tegen Irak te beginnen zonder daarvoor een mandaat van de VN en de Veiligheidsraad te hebben verkregen. De VN zijn in de kwestie Irak dan ook niet gestruikeld maar weloverwogen onderuit gehaald. Wanneer zij zich nu door Bush en Blair laten gebruiken als onderaannemer in het proces van pacificatie en wederopbouw van Irak, dan zou dat de verkeerde boodschap zijn. Het zou zelfs de opmaat kunnen vormen tot nog meer voorbeelden van preventief oorlog voeren buiten de VN om. Het Handvest van de VN, dat geweld tussen staten met uitzondering van zelfverdediging verbiedt, verliest daarmee definitief aan betekenis.

Zowel de bevolking van Irak als de internationale gemeenschap heeft er alle belang bij dat de VS en Groot-Brittannië hun eigenmachtige optreden staken en het proces van maatschappelijke, politieke en economische wederopbouw van Irak onder verantwoordelijkheid van de VN brengen. Nu het misdadige regime van Saddam Hoessein verdreven is, dienen de Irakezen op zo kort mogelijke termijn weer zeggenschap in eigen land te krijgen. In plaats van een stabilisatiemacht te sturen op verzoek van de bezetters van Irak, zou Nederland een mogelijke bijdrage aan de pacificatie en heropbouw van dat land moeten koppelen aan het herstel van de internationale rechtsorde. Dat betekent dat deelname aan een stabilisatiemacht politiek alleen verantwoord zou zijn in het scenario van “de VS eruit, de VN erin”.

Politieke positie bevolking

De bevolking van Irak zou wel eens een negatieve houding tegenover de bezettingsmacht kunnen aannemen. In sommige delen in het land is er zonder meer sprake van een vijandige houding. Dat geldt niet voor Al Moethanna. Maar het uitblijven van een nationale conferentie waar alle partijen, ook de sji'ieten, aan kunnen deelnemen en vervolgens kunnen deelnemen aan het landsbestuur, tast de geloofwaardigheid van het gezag aan en zal verder verzet gemakkelijk kunnen doen oplaaien. Inmiddels erkennen de Amerikanen dat probleem. Generaal Franks zei dat er meer nodig is dan de 200.000 troepen die nu in Irak aanwezig zijn. Men moet rekening houden met een aanwezigheid van drie tot vijf jaar. Als Franks dat vandaag al zegt, kan die periode nog wel eens langer duren. De geschiedenis van de operaties van de afgelopen tien jaar heeft geleerd dat we er ofwel veel langer blijven of dat wij veel sneller weg zijn, bijvoorbeeld in Somalië.

Denken de leden van de bezettingsmacht, (een woord dat we niet mogen gebruiken van de minister van Buitenlandse Zaken, het heet bezettende mogendheden) op deze manier de sympathie van de Irakese bevolking te kunnen winnen. Dat is namelijk nodig om een stabilisatie van het land met een dergelijke macht mogelijk te maken.

Deskundigen hebben de Kamer uitdrukkelijk gewaarschuwd niet uit te gaan van de situatie zoals die nu is. Die kan zo omslaan. Uitsluiting van de sji'ieten van het bestuur wordt gekenmerkt als een centrale fout. Na lange onderdrukking zullen zij niet opnieuw laten marginaliseren. Waar zij nu de macht hebben gegrepen, in het vacuüm dat er was in plaatsen zoals Najaf en Karbala, zullen zij die niet vrijwillig aan de autoriteit overdragen als zij niet de garantie hebben dat zij een rol kunnen spelen in het bestuur van Irak. De Amerikanen hebben er weinig zin in, zo lijkt het.

Misdaad heerst

Door de handhaving van de veiligheid moeten de humanitaire organisaties hun werk kunnen doen in Irak. Dat is hard nodig, gezien de situatie. De primaire publieke voorzieningen: gezondheidszorg, water en elektriciteit zijn grotendeels buiten gebruik. Een van de lessen van Srebrenica was dat een dergelijke missie politiek en militair haalbaar moet zijn. Uit een recent rapport van de hulporganisatie CARE valt op te maken dat misdadigers momenteel vrij spel hebben in Irak, dat de basisvoorzieningen niet functioneren en dat de situatie snel zal verslechteren wanneer de Amerikanen en Britten als bezettende macht hun verplichtingen zoals vastgelegd in de Geneefse Conventie niet serieus nemen. Zij zijn volgens die afspraken verantwoordelijk voor het welzijn van de Irakese bevolking in de zin van voedsel, water en medische zorg maar schiet daarin schromelijk tekort.

Tegelijkertijd maken de dreigende verklaringen van de Amerikaanse regering aan Syrië, Iran en de Turkse Koerden duidelijk dat een regionalisering van het conflict de komende tijd bepaald niet uitgesloten kan worden. Voor Zuid-Irak komt daar nog eens bij dat een deel van de sji'ietische bevolking zich sterk afzet tegen de buitenlandse bezetting van hun land en protesteert tegen het feit dat zij vanwege vermeende fundamentalistische sympathieën niet betrokken wordt bij de vorming van de interim-regering in oprichting. Voor de SP zijn dit belangrijke overwegingen om zich voorlopig vierkant tegen het sturen van een Nederlandse stabilisatiemacht naar Irak uit te spreken. Met een overweldigende militaire macht in de regio hebben coalitietroepen de oorlog snel kunnen winnen, maar over stabiliteit en democratie in vreedzaam Irak lijkt men erg weinig te hebben nagedacht.

Betrokken SP'ers