opinie
Harry van Bommel:

Aanval Irak zet regio in brand

Een Amerikaanse aanval op Saddam Hoessein betekent niet direct een verbetering voor de Irakese bevolking of de Koerden. Integendeel. Ze kan de hele regio in lichterlaaie zetten. Bush’ oorlogsretoriek komt voort uit eigenbelang, niet uit een nobel streven naar democratie.

President Bush zoekt naar een effectieve manier van oorlogvoering tegen de Irakese dictator Saddam Hoessein. Eufemistisch spreekt hij daarbij over een 'regeringswisseling' maar de gevolgen van een dergelijke oorlog zullen zeer verstrekkend zijn. Vooral voor de bevolking van Irak maar mogelijk ook voor andere landen in het Midden-Oosten. Daarnaast zet een aanvalsoorlog zonder duidelijke aanleiding de internationale rechtsorde op zijn kop. Pleidooien voor een oorlog tegen Saddam zoals dat van Ibrahim Selman in Trouw van 8 augustus jl. zijn dan ook kortzichtig en onverantwoord.

Sinds de aanslagen op 11 september vorig jaar is koortsachtig gezocht naar bewijzen van Irakese betrokkenheid bij het recente internationale terrorisme. Die bewijzen zijn niet gevonden en daarom wordt nu de mogelijke productie van massavernietigingswapens aangegrepen als rechtvaardiging voor een preventieve aanval op Irak. De teamleiders Butler en Ritter van de VN-wapeninspecties in Irak (UNSCOM) verschillen echter van mening over de vraag of Irak werkelijk massavernietigingswapens heeft geproduceerd sinds UNSCOM het land heeft verlaten in 1998. Maar zelfs deze discussie lijkt van ondergeschikt belang aangezien de Amerikaanse defensieminister Rumsfeld heeft aangekondigd dat ook Irakese medewerking aan wapeninspecties niet kan verhinderen dat Saddam gewapenderhand afgezet zal worden. De VS zetten met die houding de Verenigde Naties, die nota bene mede op Amerikaans initiatief wapeninspecties eisen, opnieuw in het hemd.

Al het hele jaar wordt er gespeculeerd over een datum en de manier waarop de aanval zal worden ingezet. Volgens president Bush móet Saddam vervangen worden. Slechts een regeringswisseling zou de slepende vijandschap tussen de regering Bush en het regime van Saddam tot een einde kunnen brengen. Als deze wrede dictator van het toneel verdwijnt, is dat niet te betreuren. Maar onthoofding van het regime in Bagdad leidt niet automatisch tot bevrijding van de Koerden in het noorden van Irak of stabiliteit in de regio, zoals Selman lijkt te verwachten. Uit zijn historische beschouwing blijkt juist dat de Amerikanen zich zelden iets van het lot van de Koerden hebben aangetrokken en zelfs toekeken hoe Saddam met chemische wapens genocide pleegde. Er is weinig aanleiding om nu wel belangstelling van Amerikaanse zijde voor een menswaardige toekomst voor de Koerden te verwachten. Al was het alleen al om de relatie met Turkije niet op het spel te zetten.

De achterliggende verklaring voor Bush' oorlogszuchtige retoriek ligt in het falen van de economische boycot die nu elf jaar tegen Irak bestaat. Saddam en zijn moorddadige regime worden er nauwelijks door getroffen terwijl -Selman stelt dat terecht- 'miljoenen mensen zijn gevlucht, gedood en door armoede en ondervoeding gestorven.' Volgens Unicef zijn zeker 400.000 kinderen een onnodige dood gestorven. Onnodig omdat zij als gevolg van die boycot niet konden beschikken over voldoende voedsel en medicijnen. Ook vele ouderen zijn gestorven en het totale aantal slachtoffers zou het verlies aan mensenlevens uit de oorlog tussen Iran en Irak van 1980 tot 1988 evenaren. Het onmiskenbare faillissement van de boycot dreigt nu te worden overschaduwd door een oorlog die wederom veel onschuldige slachtoffers zal maken en mogelijk de hele regio in lichterlaaie zal zetten. Tegenstanders van die heilloze politiek moeten nú van zich laten horen. Anders is de kans groot dat de VS opnieuw op eigen houtje een ongekende oorlog beginnen en NAVO-bondgenoten, ook Nederland, daaraan medeplichtig maken. De Franse president Chirac en de Duitse Bondskanselier Schröder hebben zich ondubbelzinnig tegen zo'n oorlog uitgesproken. De Nederlandse regering, maar ook de Europese Unie, houdt zich angstvallig stil. Dat voorspelt weinig goeds.

Net als bij de oorlog tegen Afghanistan hebben de Amerikanen inmiddels een welgevallige vervanger voor Saddam op het oog. Onder een zestigtal hoge officieren die de laatste vijftien Irak zijn ontvlucht -zij mogen een nieuwe Besturende Raad gaan vormen over staat en leger- troffen zij Nezar al-Khazraji, het voormalige hoofd van de Irakese landmacht aan. Deze in Denemarken verblijvende generaal is niet de eerste de beste. Deense mensenrechtenorganisaties kwamen tot de verbijsterende constatering dat Nezar al Khazraji hoofd was van de Irakese landmacht in het jaar 1988 en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de uitvoering van de zogeheten Anfaal-operaties tegen de Koerdische bevolking. Deze operatie bestond uit een achttal afzonderlijke aanvallen met chemische wapens tegen de Koerdische bevolking. Een Deens actiecomité wil de generaal voor een rechtbank brengen om terecht te staan voor misdaden tegen de menselijkheid. Uitgerekend Nezar al Khazraji is de hoofdkandidaat om de Besturende Raad te gaan leiden. Uit de keuze voor oorlogsmisdadiger Khazraji blijkt zonder meer dat voor de Amerikanen het eigen belang in de regio voorop staat en niet het bevorderen van democratie of de naleving van mensenrechten.

De Nederlandse regering en de EU zouden zich moeten uitspreken tegen de oorlogsretoriek van de Amerikaanse regering. Natuurlijk is het de centrale vraag hoe dit dictatoriale regime op effectieve en legitieme wijze kan worden vervangen. Ogenschijnlijk eenvoudige oplossingen bieden echter geen uitkomst, zoals de nu voorliggende militaire opties, die variëren van een korte actie tegen Bagdad tot een totale oorlog waarbij de binnenlandse oppositie als grondtroepen de klappen mag opvangen. Het politiek en militair isoleren van Saddam, het versterken van de autonomie van de Koerden in het noorden door het aangaan van diplomatieke betrekkingen en het bieden van economische steun, zal wél bijdragen aan de broodnodige stabiliteit in de regio. In dat klimaat is terugkeer van de wapeninspectieteams en effectieve controle denkbaar. Europa moet een historische blunder zonder weerga helpen voorkomen. Dat maakt de positie van de VN sterker en kan veel onnodig bloedvergieten verhinderen. Het zou onze eigen regering, die grondwettelijk gebonden is de internationale rechtsorde te bevorderen, sieren om er bij de EU op aan te dringen een gezamenlijk standpunt tegen een aanval op Irak te formuleren. Als de regering nu niet spreekt, kan zij beter voor altijd zwijgen over vrede en mensenrechten voor de volkeren van Irak.

Betrokken SP'ers