Weeklog Kartika Liotard: CO2 reductie

Veel mensen noemen de recente klimaattop in Kopenhagen mislukt. Een deelakkoord werd er bereikt maar harde duurzaamheidsdoelen leverde de conferentie niet op. De 192 rijke en ontwikkelingslanden bleken het er slechts over eens te zijn om per land informatie uit te wisselen: over hoever ze zijn met vermindering van hun uitstoot van CO2.

Het doel waaraan niemand twijfelt is de verdere opwarming van de aarde te bestrijden. Doordat CO2 infrarode straling absorbeert, vermindert dit de terugkaatsing door de aarde van zonnewarmte naar de ruimte: het broeikaseffect.

Op het moment dat veel politici zich druk maakten over de waarde van de euro, was ik in Straatsburg als milieucoördinator voor Europees Verenigd Links in een informeel gesprek met Eurocommissaris Connie Hedegaard over een andere waarde, die van de aarde. Deze Deense conservatieve politica is sinds kort in Brussel speciaal aangesteld om wat te doen aan het broeikaseffect. Zij was in haar vorige baan als minister in december 2009 trouwens gastvrouw in Kopenhagen voor de 192 landen namens de Deense regering. Ik hoorde toen van haar voor het eerst dat de Europese Commissie er nu toch aan denkt om de CO2-lat hoger te leggen: dus dat we geen 20 maar 30 procent moeten zien te verminderen op onze uitstoot.

En wat staat er in het verkiezingsprogramma van de SP? “De CO2-uitstoot moet in 2020 met 30 procent omlaag.” Toen ik het Hedegaard zelf hoorde zeggen was mijn eerste gedachte: “He he, Brussel is om”.

Maar in Brussel leven daden en woorden in twee werelden. Nu gaat er om hoe Hedegaard het 30 procentsdoel moet zien binnen te halen. Ze moet tegenstribbelende landen over de streep weten te trekken, internationale huichelaars subtiel kunnen ontmaskeren, loze beloftes proberen te voorkomen en twijfelaars een laatste zetje in de richting van die 30 procent weten te geven.

Het vergt tact en diplomatie om machtige landen als de VS die per saldo niet zoveel op hebben met milieu, niet tegen de haren in te strijken. En je moet ook niet de schuld leggen bij opkomende economieën, dus van armere landen die per inwoner veel minder vervuilen dan bijvoorbeeld Europa en de VS. De reden waarom het in december 2009 fout liep in Kopenhagen lag in twee sleutelwoorden: proces en respect. Ontwikkelingslanden willen niet dat er over hun heen wordt gelopen.

Daarom heb ik klimaatcommissaris Connie Hedegaard op het hart gedrukt om in de nieuwe internationale onderhandelingen en debatten vooral rekening te houden met de omgangsvormen waardoor de minder rijke landen zich niet op hun tenen getrapt voelen. Want het gaat uiteindelijk om het behoud van de waarde van onze aarde. En daar komen we alleen samen uit.