Poppe: ‘Nederland laat alle kansen liggen op Waddenzeeconferentie’

‘Veel mooie woorden, maar weinig concrete maatregelen,’ zo karakteriseert SP-Kamerlid Remi Poppe de redevoering die staatssecretaris Faber vanmorgen hield op de Waddenzee-conferentie in Esbjerg. ‘En dat is te meer jammer als je ziet hoeveel maatschappelijke organisaties en scholieren uit Duitsland, Denemarken en Nederland hier vertegenwoordigd zijn en hoe groot hun betrokkenheid is. Faber zou dat signaal moeten overnemen,’ aldus het Kamerlid. Volgens Poppe – met Erik Meijer, SP-vertegenwoordiger in het Europees Parlement de enige Nederlandse parlementariër in Esbjerg – laat de Nederlandse regering alle kansen liggen om de bescherming van de Waddenzee te bevorderen. Op een vorige conferentie, in 1997 in Stade, is tussen de drie waddenlanden afgesproken dat er geen windmolens in de Waddenzee thuishoren. Toch is nu een PKB in voorbereiding die een windmolenpark toestaan ‘bij de Afsluitdijk’ – dus ín de Waddenzee. Faber had ook geen aandacht voor het veiligheidsvraagstuk. Volgens Poppe maakt de liberalisering van het loodswezen de kans op rampen op zee groter. Ten derde blijft Nederland de kokkelvisserij toestaan, die de allergrootste aanslag pleegt op de ecologie van het waddengebied. En tot slot gaan ook de militaire activiteiten op en rond de eilanden gewoon door. In Esbjerg speelt onder andere de vraag of de Wadden tot ‘Werelderfgoed’ moeten worden verklaard. Duitsland als Denemarken meldden dat in hun landen geen draagvlak bestaat voor deze beschermde status. Faber sloot zich daar vlot bij aan: ‘Het Werelderfgoed is op dit moment voor ons ook niet aan de orde.’ De staatssecretaris roemde de goede samenwerking tussen de drie waddenlanden, waarbij volgens haar een goede afweging wordt gemaakt tussen economie en ecologie. Remi Poppe: ‘Wij stellen vast dat de economie in alle opzichten voorrang krijgt. Kennelijk heeft het bedrijfsleven een sterkere lobby dat alle natuurbeschermers met wie we hier in Esbjerg praten.’ Voor de SP’er is de kous niet af. Bij de behandeling van de Wadden-PKB in de Tweede Kamer zal hij ‘stevige verandering bepleiten’.