Wie koopt er nog Russische wapens?

Al meer dan vijftig jaar is het Stockholm International Peace Research Institute, kortweg SIPRI, hét toonaangevende onderzoeksinstituut op het gebied van gewapende conflicten, militaire uitgaven en wapenhandel. Spanning sprak met Siemon Wezeman, onderzoeker bij SIPRI, over hoe het onderzoeksinstituut te werk gaat en over de laatste ontwikkelingen in de internationale wapenhandel.

Om te beginnen: wat zou iedereen moeten weten over de wapenindustrie?

‘Dat de wereldwapenhandel verhoudingsgewijs erg klein is. Om precies te zijn minder dan een half procent van de totale wereldhandel in productiegoederen. Het is dus een misvatting dat de wapenindustrie belangrijk is voor de economie en de werkgelegenheid. Het aantal banen is laag in vergelijking met het totaal aantal banen en de productie is laag in vergelijking met de totale productie. Als je in Nederland de wapenhandel zou afschaffen, dan zou dat voor de Nederlandse export niet zo heel veel uitmaken. De export van landbouwproducten is hier bijvoorbeeld zo’n 150 keer groter dan de export van wapens.’

U werkt al sinds begin jaren negentig voor SIPRI. Wat voor organisatie is het?

‘SIPRI is opgericht in de jaren zestig toen zeker in Europa het idee van vredesonderzoek veld won. In die periode werden bijvoorbeeld ook in Noorwegen en Nederland dergelijke vredesinstituten opgezet. Aangezien de militaire uitgaven als gevolg van de spanningen tussen Oost en West enorm waren toegenomen, was het belangrijk om meer inzicht te krijgen in de wereldwijde wapenhandel. Om te weten welke data erover beschikbaar waren, waar die zich bevonden, en welke data in discussies gebruikt konden worden om een nieuwe oorlog te voorkomen.

Directe aanleiding voor de oprichting van SIPRI was de onenigheid tussen de Russen en de Amerikanen over hoeveel kernkoppen ieder had. SIPRI is toen gaan onderzoeken welke data er over kernwapens publiek beschikbaar waren en bracht deze in de discussie in. Met als doel om landen te bewegen om open te zijn over hun militaire uitgaven en wapens, zodat zij elkaar meer gingen vertrouwen.’

Worden jullie volledig publiek gefinancierd?

‘Voor een groot deel wel. Nationale overheden als de Zweedse, Duitse en Nederlandse ondersteunen onze projecten, maar ook particuliere non-profitorganisaties als de Carnegie Foundation en de Volkswagen Foundation. Ons punt is altijd: het is mooi dat we geld krijgen, maar wij bepalen zelf de onderzoeksagenda. En het onderzoek en de onderzoeksresultaten zijn altijd openbaar.’

Op wat voor soort bronnen is jullie onderzoek gebaseerd?

‘Alles wat publiek is. Denk aan officiële documenten, kranten, tv- en satellietbeelden en interviews. Veldonderzoek doen we niet veel. In ons werk kan dat gevaarlijk zijn. Als onderzoeker van wapenhandel kun je zomaar gearresteerd worden. Dat gebeurt niet alleen in China, maar ook in Griekenland.’

Doen jullie ook aanbevelingen?

‘Wij doen vooral aanbevelingen om gewapende conflicten te voorkomen. Zoals in de Zuid-Chinese Zee, waar China probeert haar dominantie te vergroten. Wij zeggen dan: als je alleen wapens stuurt naar de aangrenzende landen, los je het probleem niet op. Je moet China en de andere landen ook aan tafel zien te krijgen. Om tot een vreedzame oplossing te komen of in ieder geval tot afspraken die moeten voorkomen dat wapens per ongeluk gebruikt worden. Wij zeggen niet of iets goed of fout is. Behalve als een land bijvoorbeeld beweert geen wapens te leveren aan een militaire dictatuur en wij komen erachter dat dat niet klopt. Dan zullen we daar kritisch over zijn.’

Wordt er ook iets met die aanbevelingen gedaan?

‘We hebben het idee van wel. SIPRI wordt bijvoorbeeld vaak door politici gebruikt om anderen ergens van te overtuigen. Als SIPRI met een idee komt, wordt dat als betrouwbaar en geloofwaardig gezien.’

De Turkse gewapende drone Barayktar TB2 wordt door de Oekraïense luchtmacht gebruikt om bijvoorbeeld Russische tanks uit te schakelen. Foto: Wikimedia CC.

Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen of trends in de internationale wapenhandel?

‘Een belangrijke is dat je in de jaren na de Koude Oorlog een daling ziet in de wapenhandel, maar dat het volume al vrij snel daarna weer toeneemt. Vooral vanwege spanningen en conflicten buiten Europa.

Een andere is dat vroeger wapenplatforms als schepen, vliegtuigen en tanks belangrijk waren en dat het nu meer gaat om de elektronica en de software die in de wapens zit.’

Wat voor soort wapens worden er tegenwoordig vooral verhandeld?

‘Gevechts- en ondersteuningsvliegtuigen en helikopters vormen nog altijd een groot deel van de wereldwapenhandel. Er zijn maar weinig landen die deze geavanceerde wapensystemen kunnen maken, dus ze worden veel geïmporteerd. Verder verschilt het een beetje van regio tot regio. In Afrika zie je bijvoorbeeld vooral simpele pantservoertuigen en helikopters. In Europa weer hypermoderne gevechtsvliegtuigen met een groot bereik.’

 

Wat voor bedragen gaan er om in de internationale wapenhandel?

‘Sommige landen, zoals Nederland en Zweden, geven keurig netjes in een statistiek aan wat de waarde van hun wapenexport is. Maar grote landen, zoals Rusland en de Verenigde Staten, doen dat niet. De Russen geven één bedrag, maar hoe betrouwbaar dat is weten we niet. Ze geven geen verdere details, er zijn geen officiële statistieken. De Amerikanen geven bedragen die enorm variëren. Een deel van hun wapenexport wordt niet meegenomen, omdat ze geen zicht hebben op de contracten waarin dit is vastgelegd. En een ander deel wordt juist wel meegenomen, terwijl er alleen een exportlicentie voor is afgegeven. Een exportlicentie betekent echter niet automatisch dat wapens ook geëxporteerd worden. Onder president Trump zou er bijvoorbeeld voor 100 miljard aan wapens geleverd worden aan Saoedi-Arabië. Daar waren exportlicenties voor afgegeven. Maar in werkelijkheid werd er ‘slechts’ voor 10 tot 15 miljard aan wapens aan de Saoedi’s verkocht.

Als je wereldwijd alles bij elkaar optelt en een schatting maakt van welk deel van de licenties daadwerkelijk tot export leidt, kom je uit op een bedrag van zo’n 112 miljard dollar per jaar aan wapenhandel. Dat is inclusief alles.’

Wie zijn de grote importeurs en exporteurs van wapens en welke verschuivingen zie je daarin?

‘De Verenigde Staten zijn de grootste exporteur. Dan komt Rusland maar die wordt kleiner. De top vijf wordt verder gevormd door Frankrijk, China en Duitsland. Nederland schommelt zo rond de elfde plaats.

Het grootste verschil met de voorgaande decennia is dat de Verenigde Staten nog groter zijn geworden dan ze al waren. Dat heeft deels te maken met het feit dat ze beschikken over geavanceerde technologie die iedereen wil hebben. Denk bijvoorbeeld aan de Joint Strike Fighter. Deels omdat sommige markten – ook om politieke redenen – erg Amerikaans georiënteerd zijn. Saoedi-Arabië en Japan willen bijvoorbeeld graag van de Verenigde Staten kopen. Niet alleen omdat ze goede wapens hebben, maar ook om de Amerikanen aan zich te binden. Dan is er misschien geen officiële alliantie, maar het helpt wel om andere landen te laten zien wie jouw bondgenoot is.

De grootste importeur van wapens is India. Zij zijn doodsbenauwd voor de Pakistani en de Chinezen en denken een hoop wapens nodig te hebben. Aangezien ze zelf niet in staat zijn om ze te maken maar wel een heleboel geld hebben, importeren ze veel. Datzelfde geldt voor Saoedi-Arabië, de op een na grootste importeur, dat op vele fronten een machtsstrijd voert met aartsvijand Iran. De top vijf bestaat verder uit Egypte, Australië en China. Ook de Europese landen zijn als importeur in opkomst. Zeker na de Russische inval in Oekraïne.

De enige regio waar minder wapens geïmporteerd worden is Zuid-Amerika. Landen hebben daar relatief weinig conflicten met elkaar en hebben dus minder wapens nodig. Enige uitzondering is Brazilië dat als een gek wapens aan het kopen is, zowel van de lokale industrie als uit het buitenland. Waarom is niet duidelijk, want conflicten met buurlanden hebben ze niet.’

Hoe valt de afname van de Russische wapenexport te rijmen met hun toenemende imperiale ambities?

‘Rusland heeft een paar problemen. Eén daarvan is dat sommige van hun markten verdwijnen. China was bijvoorbeeld een grote importeur van Russische wapens, maar China heeft Rusland niet meer nodig. Sterker nog: China zit grotendeels op dezelfde markten te azen als zij. Ook de grote Europese landen kopen geen wapens meer van de Russen, dus ook die markt verdwijnt. Hetzelfde geldt voor Noord-Amerika. Ook in het Midden-Oosten wordt het steeds lastiger voor de Russen om een voet tussen de deur te krijgen. Landen als Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten en Egypte zijn niet echt geïnteresseerd in Russische wapens. Ook omdat de Amerikanen met sancties dreigen als zij met Rusland in zee gaan. Tegen Egypte is doodleuk gezegd dat als ze de Russische gevechtsvliegtuigen – waarvoor het contract al was getekend – zouden aanschaffen, ze met Amerikaanse sancties te maken zouden krijgen. Egypte heeft er toen maar vanaf gezien.

Een laatste probleem voor de Russen is dat zij nauwelijks meer nieuwe wapens en nieuwe technologie ontwikkelen. Dat valt ook wel te begrijpen, want hun economie heeft de grootte van Spanje en zit in het slop. Hun militaire uitgaven zijn nog geen tiende van die van de VS en daarmee willen ze alles ontwikkelen, van geweren tot onderzeeërs met nucleaire wapens. Dat gaat gewoon niet.’

Al direct na de aankondiging van de Russische invasie van Oekraïne, beginnen de aandelenkoersen van wapenbedrijven te stijgen. Met als voorlopige hoogtepunt de 81 miljard aan winst op 19 april 2022.

Welke bedrijven of eigenaren van bedrijven profiteren nu vooral van de handel in wapens?

‘Veel wapenbedrijven zijn in private handen. Dus daar profiteren de aandeelhouders van, zoals banken. De meeste Amerikaanse wapenbedrijven, zoals Lockheed Martin en Boeing, zijn privé-eigendom. Dat geldt ook voor de Duitse en Japanse wapenbedrijven. In Rusland daarentegen zijn de meeste bedrijven in handen van de staat. Ook in Frankrijk heeft de staat een aanzienlijk belang in de wapenindustrie. In Turkije is het weer een mix van staat en privé.

Vooral de bedrijven in geavanceerde technologie, zoals Lockheed Martin, BAE Systems, Boeing en Thales, doen het goed. Daar zit echt het grote geld.’

Via welke wegen oefenen deze bedrijven invloed uit?

‘In sommige landen lobbyen de wapenbedrijven direct bij politici door ze bijvoorbeeld uit te nodigen voor wapendemonstraties. In andere landen hoeft er niet eens gelobbyd te worden, want daar koopt de staat toch wel van de lokale industrie. Bij het lobbyen spelen vaak twee argumenten een rol. Eén is dat politici banen op het spel zetten als ze geen vergunning verstrekken voor het exporteren van wapens. Daar zijn politici erg gevoelig voor, want er staat altijd weer een volgende verkiezing voor de deur. Twee is dat je als land een zekere autonomie moet hebben als het gaat om wapens. Als je volledig van andere landen afhankelijk bent, kunnen zij jou dingen laten doen die jij niet wil.

Soms is lobbyen ook een kwestie van corruptie. Ondanks dat daar veel actie tegen is gevoerd, zijn wapencontracten nog altijd ondoorzichtig. Veel passages zijn geheim. Dat kan met nationale veiligheid te maken hebben, maar ook met geld dat onder de tafel geschoven wordt. Zeker in het Midden-Oosten speelt corruptie een grote rol bij de aanbesteding van wapens.’

Kun je al iets zeggen over de invloed van de oorlog in Oekraïne op de internationale wapenhandel en vice versa?

‘Je ziet sommige dingen al gebeuren. Overal in Europa wordt veel meer geld uitgegeven aan defensie. Een groot deel daarvan gaat naar nieuwe wapens die internationaal verhandeld worden. 

Ook neemt de Westerse druk op landen om geen Russische wapens te kopen verder toe. Als landen met Rusland handelen, dan dreigen Westerse sancties. Daar zijn veel Russische markten toch wel gevoelig voor. 

Verder wil het Westen bondgenoten hebben in de strijd met Rusland en China. Daar hoort bij dat het Westen wapens levert aan die bondgenoten, ook al is de mensenrechtensituatie in deze landen ronduit slecht. 

En er wordt nu heel erg gekeken met welke wapens je een oorlog kunt winnen. Vooral wapens die hun waarde in de oorlog in Oekraïne bewezen hebben, zoals drones, verkenningssystemen en lichte anti-tankwapens, zijn populair.’

Siemon Wezeman. Foto: Daisy Mendoza Wezeman©

Wat ziet u op dit moment als de grote gevaren of risico’s in de internationale wapenhandel? En welke maatregelen zouden er moeten worden genomen om in ieder geval meer controle op de internationale wapenhandel te krijgen?

‘Zoals gezegd, krijgen landen waar mensenrechten worden geschonden makkelijker wapens van het Westen vanwege de oplaaiende Koude Oorlog met Rusland en de toenemende spanningen met China. Een ander probleem is dat wapens zonder verdere voorwaarden aan deze landen geleverd worden. Daarmee geef je ze de indruk dat ze gewoon ingezet mogen worden. 

Met alle risico’s van dien. Niet alleen voor de mensenrechten, maar ook voor conflicten met andere landen. Zeker als regels ontbreken om escalatie te voorkomen, zoals tijdens de Koude Oorlog het geval was. Toen waren er bijvoorbeeld regels op zee. Je mocht niet te dicht bij elkaar komen, je mocht geen kanonnen op elkaar richten, je mocht niet recht over elkaar heen vliegen en je mocht elkaars communicatie niet verstoren. Die afspraken zorgden ervoor dat het conflict tussen Oost en West niet per ongeluk uit de hand kon lopen en leidden mede tot de beëindiging van de Koude Oorlog. Dergelijke regels zijn er nu niet in de Zuid-Chinese Zee, Oost-Chinese Zee of het Midden-Oosten. 

Je zou dus moeten beginnen met afspraken maken. Om te voorkomen dat wapens verkeerd of per ongeluk gebruikt worden. Daar hoort ook transparantie bij. Dat je vertelt wat je bedoelingen zijn en welke wapens je hebt. Daarna kun je het hebben over het oplossen van het conflict op een vreedzame manier.’

Siemon Wezeman is sinds 1992 onderzoeker bij SIPRI. Hij houdt zich onder andere bezig met onderzoek naar wapenhandel, militaire uitgaven en wapenproductie.