publicatie

Spanning, oktober 2007 :: Wethouders-socialisme

Spanning, oktober 2007

Wethouders-socialisme

Leidse wethouders exit

Op 9 oktober vertrokken de SP-wethouders uit het Leidse college. Dit vertrek laat goed zien dat de SP twee grenzen trekt: de eigen ideologie en gemaakte afspraken. Wat was er aan de hand? Begin dit jaar mocht de Leidse bevolking zich in een referendum uitspreken over de vraag of men een sneltram door de binnenstad wilde, de RijnGouweLijn (RGL). Volgens de uitslag was 69% van de bevolking daar op tegen. In het collegeakkoord was afgesproken dat het referendum gerespecteerd zou worden, dat leek dus een duidelijke zaak. Omdat het provinciebestuur dreigt die lijn toch aan te leggen, willen de andere collegepartijen (GroenLinks, PvdA en Christen Unie) daar ondanks de duidelijke uitspraak van de bevolking wel over praten. Dat was voor de SP-wethouders Jonas en Keur aanleiding om na overleg met hun leden en gemeenteraadsfractie ontslag te nemen.

In de socialistische beweging heeft vrijwel vanaf het begin een discussie gewoed over deelname aan verkiezingen. Vervolgens werd deelname aan besturende organen ook al snel een onderwerp van gesprek binnen de beweging. De oude discussie heeft voor hedendaagse socialisten nog niets aan kracht ingeboet. Heeft het voor de partij nut om bestuursverantwoordelijkheid te dragen? Sterker nog; kunnen we als wethouder of zelfs minister de idealen van de partij dichterbij brengen? Versterken we het socialisme, vertaald in de eigentijdse termen rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit als de SP bestuurders levert, of riskeren we af te glijden naar het niveau van een bestuurderspartij? Compromissen sluiten hoort bij meebesturen, maar waar leggen we de grens?

Tekst: Sjaak van der Velden

De SP debuteerde in 1995 op het terrein van de lokale beleidsvormende politiek: toen leverde de partij in Oss voor de eerste keer wethouders. Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, die de SP een enorme winst bezorgden, telt Nederland zelfs bijna dertig socialistische wethouders. Dat ging niet zomaar, want er moest hard worden onderhandeld met de andere partijen. Ook binnen de eigen gelederen bestond soms flinke weerstand tegen deelname aan het college.

Twee mensen in Leiden, een van de steden waar de SP tot begin oktober twee wethouders had, zaten dicht op het vuur: fractievoorzitter Antoine Theeuwen en ex-wethouder Paul Jonas.

Paul Jonas windt er geen doekjes om: volgens hem pakte de deelname van de SP aan het college van Burgemeester en Wethouders positief uit. “We hebben het beste minimabeleid van de G27, de 27 grootste steden van het land, met een witgoedregeling en een collectieve ziektekostenverzekering. Ook hebben we een eind kunnen maken aan de onaangekondigde huisbezoeken van Sociale Zaken. Alleen als er sprake is van objectieve verdenking onderzoeken we of er sprake is van fraude. We treden dan streng en rechtvaardig op met respect voor ieders privacy.” De voormalige huisarts Jonas probeert voor de gewone mensen van Leiden het onderste uit de kan te halen. Als dit lukt, ziet hij hierin een “kleine invulling van mijn idealen.”

Daar gaat het hem namelijk om: verwezenlijking van de socialistische idealen. “We leven gewoon in het kapitalisme, maar de dingen die wij kunnen doen voor de mensen vervullen me met trots. Ook al zijn we natuurlijk beperkt in onze mogelijkheden omdat ‘Den Haag’ onze grenzen bepaalt. In Leiden bestond vanuit de leden aanvankelijk weerstand tegen collegedeelname, maar dat is nu grotendeels over. Iedereen ziet dat we als partij op deze manier goede dingen kunnen doen.”

“idealen niet laten verdampen maar realiseren”

Antoine Theeuwen kan dit laatste alleen maar bevestigen. “Na een college van machtspolitiek hadden we nu een echt dualistisch bestuur, waarbij de raad controleert wat B&W doen. We doen niet aan handjeklap, maar proberen de bevolking bij standpuntbepaling te betrekken. Onze methode van werken is, na onderzoek proberen consensus te bereiken. Daarbij trekken we als SP twee grenzen. Wat is er afgesproken in het collegeakkoord, en wat is onze ideologie? Een aardig voorbeeld hierbij is de discussie over een eventuele openstelling van de winkels op zondag in de buitenwijken. Dat bleek vooral iets te zijn waar V&D en de supermarkten enthousiast van werden. Wij hebben

Ferdinand Domela Nieuwenhuis,

het eerste socialistische Kamerlid in Nederland, verliet na korte tijd teleurgesteld de parlementaire politiek. Hij werd niet serieus genomen door de rechtse politici en bereikte daarom binnen de Tweede Kamer niets. In dezelfde periode groeide binnen de totale socialistische beweging echter toch het idee dat vertegenwoordigende organen een goed podium voor socialisten waren. Al kon men dan de wetten nog niet veranderen, het was in ieder geval een mooie plaats om de eigen ideeën voor het voetlicht te brengen.

Op lokaal niveau zou het misschien zelfs mogelijk blijken om de zaken wel naar eigen hand te zetten. Vanuit die gedachte trad Willem Vrijburg in 1891 te Opsterland aan als de eerste socialistische wethouder van ons land. In 1914 werd hij gevolgd door de eerste burgemeester (Klaas ter Laan in Zaandam) en in 1939 door de eerste socialistische ministers.

de gewone winkeliers benaderd en die zagen de plannen helemaal niet zitten. Daarom waren wij in dit geval tegen een referendum: de meerderheid van de bevolking zou waarschijnlijk uit eigenbelang voor iets hebben gestemd waar een belanghebbende minderheid tegen is. Vanuit onze idealen vinden wij dat wij dan moeten kiezen voor dit ‘beschermenswaardige minderheidsbelang’. Dat is in zo’n situatie de uitkomst van het afzetten van onze idealen tegen een probleem. Zo is onze deelname aan het college natuurlijk ook tot een einde gekomen. Begin dit jaar mocht de Leidse bevolking zich in een referendum uitspreken over de vraag of men een sneltram door de binnenstad wilde, de RijnGouweLijn (RGL). Volgens de uitslag was 69% van de bevolking daar op tegen. Omdat het provinciebestuur dreigt die lijn toch aan te leggen, wilden de andere collegepartijen (GroenLinks, PvdA en Christen Unie) daar wel over praten. Maar wij zijn volksvertegenwoordigers, wij zijn gekozen om de belangen van de inwoners van Leiden te verdedigen. En die willen duidelijk geen RijnGouweLijn door Leiden. Dat onze voormalige collegepartners er nu voor kiezen om ondanks de uitslag van het referendum tóch mee te werken aan de RGL, is echt diep teleurstellend. Niet alleen voor mij, maar ook voor de mensen in de stad. We hebben met vier partijen besloten een links college te vormen, en een referendum te houden over de RGL door Leiden. Als je een referendum organiseert en je wilt je aan de uitslag houden, dan moet je je later niet laten overbluffen door de provincie. En dan moet je zeker niet alsnog de RGL door Leiden aanleggen.”

Communicatie

Beide heren vinden communicatie met de bevolking heel belangrijk. Communicatie is niet alleen eenrichtingsverkeer, maar betekent ook luisteren. Vanuit de standpunten van de partij lijkt dat voor de hand te liggen, maar het moet voortdurend worden bewaakt. Theeuwen: “Natuurlijk belemmert meebesturen de mate van openheid die je kunt betrachten. Als je alles zomaar in de krant zet, verzwak je je positie tijdens onderhandelingen. Toen we in de oppositie zaten, konden we vrijer naar buiten treden. Dat is gewoon een feit. Daarom is het des te belangrijker dat we heel goed communiceren met de bevolking en met maatschappelijke organisaties. Uiteindelijk moeten mensen zien dat we er voor en namens hen zitten.”

Jonas is het hier helemaal mee eens. Eens in de week ging hij sowieso een middag de wijk in om te praten met mensen, maar ook liet hij aan zijn collega’s in B&W zien “hoe belangrijk het is om met de bewoners te praten. Dat is iets wat wij als SP’ers hun echt moeten leren. Voor de meeste politici is het iets nieuws. Natuurlijk besprak ik als partijgenoot ook wel eens zaken met de fractie waar ze hun voordeel mee kunnen doen. Dat mag dan echter niet een dag later op straat liggen, anders verliezen wij onze geloofwaardigheid in het college. Ook de onderlinge communicatie tussen het afdelingsbestuur, de fractie en de wethouders is van groot belang voor een goed functioneren van de diverse geledingen.”

Theeuwen is tevreden over de communicatie met zijn partijleden, want zij houden hem scherp. “Dat was met die zaak rond de RGL ook zo; wij vonden dat dit een breekpunt voor ons moest zijn. Over democratie praten, maar een referendum naast je neerleggen: dat kan niet, daar doen we als SP niet aan mee.”

De risico’s

Ook al probeer je als socialist de sociale samenhang in de stad te helpen bewaren en stel je grenzen, toch zijn er ook risico’s verbonden aan het meebesturen. Risico’s die je niet loopt als je aan de zijlijn blijft. Jonas noemt in dit verband de onverwachte bijwerkingen van het gevoerde beleid. “Zo moesten we na de sloop van echt slechte woningen en het bouwen van nieuwe woningen, betaald parkeren invoeren. Dat is moeilijk te verkopen aan mensen die eerst uit hun huis moeten en daarna ook al een hogere huur gaan betalen. Dat betaald parkeren komt dan voor die mensen als een extra kostenpost, maar we zijn nog aan het zoeken naar een andere oplossing. Ook zoiets zijn de bezuinigingen die we moeten doorvoeren op Sociale Zaken.

We hebben daar gekozen voor een korting op de toeslag voor nieuwe kamerbewoners. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die door een echtscheiding tijdelijk op kamers moeten wonen. Hun toeslag is verlaagd van twintig naar tien procent. Ik zag echt geen andere mogelijkheid, hoewel het voor mijn gevoel wel wringt. Zo kun je ook nog eens in conflict komen met partijgenoten die een andere pet op hebben.”

Verder speelt natuurlijk dat in een grote organisatie als de SP karakters gaan botsen en gekwetste ego’s een rol spelen. Dit soort conflicten vormt een reëel risico, vindt ook de fractievoorzitter. “We gaan er echter van uit dat iedereen fouten kan maken, maar dat niemand een klootzak is. Het is van groot belang dat we doorgaan onszelf te verbeteren, zowel op basis van de partijpolitiek, als door het nastreven van behoorlijk bestuur. Onze mensen moeten professioneler worden en een soort technische training krijgen.” De laatste opmerking verraadt de achtergrond van Antoine, die tegenwoordig als huisman door het leven gaat, maar in een vorig leven bij Hewlett Packard werkzaam was als service and support manager. Naar zijn idee kunnen we als partij veel leren van de training en scholing die een dergelijk bedrijf zijn personeel geeft.

Ambtenaren het grootste probleem

Wat opvalt, is dat zowel Paul Jonas als Antoine Theeuwen als groot struikelblok het contact met de beleidsambtenaren van de gemeente noemen. Volgens Theeuwen is er sprake van een overheersende PvdA-cultuur, waar voor de SP moeilijk doorheen te breken was.

Bij de ambtenarij heerst namelijk een zoals hij dat noemt ‘olietankereffect’: Als het eenmaal in beweging is, kun je het niet gemakkelijk meer bijsturen. Deze vierde macht moet volgens Jonas “duidelijk” worden aangepakt en dat lukte volgens hem aardig. Ook daar geldt dat de SP’ers vertrouwen hebben moeten winnen, door contacten te leggen en met de ambtenaren te praten. Hun laten zien dat draagvlak voor het beleid niet alleen op kantoor, maar juist in de wijken moet worden verkregen.

Het nut

Heeft het nut voor de SP om bestuurders te leveren? We hebben al gezien dat Paul Jonas daar positief over denkt, omdat de bewoners van Leiden nu hebben kunnen zien dat het verschil maakt wanneer er socialisten aan het roer staan, ook al kunnen ze niet alles voor elkaar krijgen wat ze zouden willen. In feite is dat dezelfde conclusie die de eerste SDAP-wethouders rond 1900 trokken en we kunnen zien dat ook dat een terechte conclusie was. De Amsterdamse wethouder Wibaut kreeg vanwege zijn inzet voor de volkshuisvesting niet voor niets de bijnaam ‘Wiebouwt? Wibaut’. Nadat de politie tegen stakers optrad, spraken sommigen echter ook over de ‘Kozakken van Wibaut’. Dat risico loopt een partij die niet aan de kant blijft staan.

Theeuwen en Jonas zijn voor een dergelijke ontwikkeling voorlopig nog niet bang, zolang we “acties blijven faciliteren en met iedereen praten, bouwen we ook het vertrouwen van de bevolking, ambtenaren en andere partijen op”, aldus de fractievoorzitter. De ex-wethouder verwoordt het anders: “Bij de volgende verkiezingen worden we afgerekend. Ik heb daar positieve verwachtingen over in verband met de resultaten die we voor de mensen hebben behaald, maar helemaal omdat wij ons als enige aan de afspraken hebben gehouden en de uitspraak van de meerderheid van de bevolking over de RGL niet naast ons hebben neergelegd. Zelfs als je eigenlijk voorstander van die sneltram bent, dan zal je democratische gemoed toch in opstand moeten komen tegen deze koehandel.” Om alles optimaal te laten verlopen is een goede samenwerking tussen de drie geledingen Leden, Fractie en Bestuurders van cruciaal belang. Dat dit ondanks zo nu en dan bestaande verschillen van mening in Leiden goed is geslaagd, blijkt wel uit het feit dat de drie geledingen samen de stekker uit het college hebben getrokken. In de woorden van Tim van Houten, de afdelingsvoorzitter: “Tot het allerlaatste moment hebben we geprobeerd de andere partijen te overtuigen dat we gezamenlijk aan het door Leiden gemaakte alternatieve vervoersplan moesten vasthouden. We hadden graag gezien dat dit college de provincie duidelijk had gemaakt dat dit geen manier van doen is. De provincie zet het mes op de keel en dat is echt iets anders dan onderhandelen. Voor ons blijft het vertrouwen van de kiezers én de referendumuitslag vooropstaan: geen sneltram door Leiden. Daarom hebben we uiteindelijk besloten uit dit college te stappen.”


Kijk voor meer informatie over de geïnterviewden op:

www.leiden.sp.nl/personen/antoinetheeuwen

www.leiden.sp.nl/personen/pauljonas

Levensbeschrijvingen van de genoemde vroegere wethouders zijn hier te vinden:

www.iisg.nl/bwsa/bios/vrijburg.html

www.iisg.nl/bwsa/bios/wibaut.html