nieuws

‘Amsterdam bestrijdt de armoede, Rotterdam de armen’

Amsterdam en Rotterdam. De verschillen zijn haast spreekwoordelijk. Kletsmeiers versus ‘niet lullen maar poetsen’. Ook de lokale politiek verschilt flink. In Amsterdam wordt de komende vier jaar meer geld uitgetrokken voor armoedebestrijding, in Rotterdam juist veel minder. Amsterdam heeft een college mét de SP, Rotterdam zonder.

Daniël Peters is fractievoorzitter voor de SP in de Amsterdamse gemeenteraad. Leo de Kleijn is SP-fractievoorzitter in de gemeenteraad van Rotterdam. Twee grote steden met veel grote verschillen, maar ook overeenkomsten. Zo is het bestrijden van armoede een speerpunt voor de SP in beide steden.

Leo de Kleijn en Daniel Peters
Leo de Kleijn (links) en Daniël Peters

Nu de SP in Amsterdam in het college zit, moeten we Rotterdammers zeker aanraden naar Amsterdam te verhuizen?
Peters: ‘Ha, ik denk dat de meeste Rotterdammers daar geen trek in hebben!’
De Kleijn, lachend: ‘Amsterdam kan dan wel een mooi college hebben, maar daar houdt het ook echt wel bij op.’

De krantenkoppen toonden laatst dat de SP in Amsterdam veel geld in de bestrijding van armoede stopt. Is dat zo hard nodig?
Peters: ‘Ja, absoluut. Een op de vijf Amsterdammers leeft onder de armoedegrens. Dat zijn ongelooflijk veel mensen die moeite hebben om rond te komen. In veel gevallen hebben mensen hun baan verloren, ze kunnen geen ander werk vinden en raken zo in de problemen.’

En in Rotterdam?
De Kleijn: ‘Hierin lijken Amsterdam en Rotterdam helaas veel op elkaar. In Rotterdam groeit een kwart van alle kinderen op in armoede. Zo’n groot deel van onze stad. Dat is onacceptabel voor iedereen met een sociaal hart.’

Wat wordt er in jullie stad ondernomen om de armoede aan te pakken?
Peters: ‘Wij hebben ons bij de college-onderhandelingen hardgemaakt voor meer geld voor armoedebestrijding. Dat is gelukt. We zitten nu in het college met de VVD en D66 en het budget voor armoedebestrijding is verhoogd met 20 miljoen. Met dit geld zorgen we ervoor dat meer mensen aanspraak kunnen maken op voorzieningen voor minima.’
De Kleijn: ‘Bij ons wordt er juist 13 miljoen bezuinigd op de bestaande regelingen. En ik ben bang dat dit bedrag nog flink toeneemt.’

Armoedebestrijding in Amsterdam en Rotterdam

Waar komt dit verschil vandaan? Is de hoofdstad rijker dan de havenstad?
De Kleijn: ‘Nee, dat denk ik niet. Het Rotterdamse college van D66, CDA en Leefbaar Rotterdam heeft niet een financiële afweging gemaakt, maar een ideologische. Deze partijen geloven dat ze werken meer lonend kunnen maken door het mensen die toch al bijna niets hebben nóg moeilijker te maken. Ze hebben het over een ‘financiële prikkel’ om mensen aan het werk te krijgen. Alsof deze mensen anders niet willen werken! Als ze de afstand tussen werklozen en werkenden daadwerkelijk groter willen maken, kunnen ze er beter voor zorgen dat mensen die werken meer geld overhouden.’
Peters: ‘Ik geloof ook niet dat Amsterdam rijker is. Wij moeten ook keuzes maken. De vraag is alleen hoe je de pijn verdeelt. Het Amsterdamse college bezuinigt op de inhuur van externen in de gemeente. Dat doen wij liever dan kinderen een warme maaltijd ontnemen. We spelen ook geld vrij door de gemeente efficiënter te laten werken, slimmer in te kopen en kritisch naar de 460 miljoen aan subsidie te kijken.’
De Kleijn: ‘In Amsterdam bestrijden ze de armoede. In Rotterdam bestrijden ze de armen. Dat is het verschil.’

Even terug naar de cijfers: wat betekent die 20 miljoen extra voor de Amsterdammers?
Peters: ‘We verruimen de inkomensgrens van de minima-regelingen van 110 procent naar 120 procent van het wettelijk sociaal minimum. Dat betekent dat veel meer mensen aanspraak kunnen maken op voorzieningen zoals de stadspas, voor korting op het openbaar vervoer en een bijdrage aan de contributie voor sportverenigingen. Ook krijgen arme Amsterdammers een identiteitskaart vergoed en recht op een gratis aanvullende ziektekostenverzekering. Van de 20 miljoen gaat een derde rechtstreeks naar zesenhalfduizend kinderen die in armoede opgroeien. Want het is toch absurd dat duizenden Amsterdamse kinderen in armoede opgroeien, terwijl we in zo’n rijke stad leven?!’

En wat doen de bezuinigingen met de Rotterdammers?
De Kleijn: ‘De bezuinigingen van dit college komen in een tijd dat veel van mijn stadsgenoten het al heel moeilijk hebben. Betalingsachterstanden en huisuitzettingen zijn aan de orde van de dag. Dat komt voor een groot deel door keuzes die in Den Haag zijn gemaakt, denk aan de huurverhogingen en de hoge zorgkosten. Maar als er dan extra geld vanuit het rijk komt om iets aan de armoede in de stad te doen, dan kiest ons college ervoor om dat geld op de grote hoop te gooien. Dat komt niet eens terecht bij de mensen die het zo hard nodig hebben. Nu worden er miljoenen bezuinigd op onder andere de afvalstoffenheffing. Dat betekent dat 60.000 huishoudens 170 euro per jaar meer aan lasten gaan betalen. Daarnaast verliezen duizenden gezinnen hun langdurigheidstoeslag. Bij elkaar kan dit een achteruitgang van zo’n 650 euro per jaar betekenen. Als je van een minimuminkomen moet rondkomen dan is dat een gigantisch bedrag.’

Dus de situaties in de twee steden verschillen flink. Zijn er ook overeenkomsten?
Peters: ‘Beide steden hebben te kampen met de keuzes die in Den Haag worden gemaakt. Denk aan de decentralisaties van de zorg en de grote bezuinigingen die daarmee gepaard gaan.’
De Kleijn: ‘Of de verhuurdersheffing, waardoor woningcorporaties extra belasting moeten betalen aan de overheid. Die is een-op-een doorgerekend in de huurprijzen. Mensen moeten ieder jaar meer huur betalen en een hoger eigen risico voor de zorg. Als boven op al deze kosten een college ook nog eens de verkeerde keuzes maakt, dan weten mensen zich geen raad meer.’
Peters: ‘De groep mensen die geen uitweg uit de armoede meer ziet groeit hard. Daarom moeten we gezamenlijk een vuist maken richting het Haagse afbraakbeleid. Laten we gezamenlijk strijden voor goede zorg, toegankelijk onderwijs en banen, zodat veel minder mensen in de armoede terecht komen.’

Heren, willen jullie elkaar nog iets meegeven?
Peters: ‘Ik weet hoe moeilijk het kan zijn om vanuit de oppositie verandering teweeg te brengen. Maar houd moed en zet door. Met scherpe oppositie en goede acties op straat kan je een hoop voor elkaar krijgen!’
De Kleijn: ‘Dat zullen we zeker doen in Rotterdam. Er komt de komende tijd nog zoveel ellende vanuit het rijk naar de gemeenten, daar moet de SP wel mee dealen, ook in Amsterdam. Dus Daniël, verzet je tegen de ellende uit Den Haag. Blijf je inspannen om de tweedeling in jouw stad te verkleinen, blijf actievoeren. En noteer je vast wat tips voor ons? Over vier jaar is het onze beurt!’

 

Dit artikel verscheen ook in de Tribune van november 2014. Wilt u de Tribune thuis ontvangen? Word dan lid van de SP.