Senaatsfractie SP eist opnieuw openheid over Irak

De SP doet dinsdag opnieuw een poging openheid te krijgen over de Nederlandse steun voor de oorlog in Irak. SP-senator Arjan Vliegenthart dient dan in de Eerste Kamer, samen met collega’s van D66 en GroenLinks, 39 vragen in over het besluitvormingsproces van de regering rond de oorlog. Vliegenthart: “Zonder reconstructie van dat proces valt er geen lering te trekken uit het gebeurde. Dat is een risico voor de toekomst.”

De commissie Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking van de Eerste Kamer buigt zich dinsdag over schriftelijke vragen aan de regering over de politieke steun aan de inval in Irak in 2003. Deze vragen zijn een vervolg op het debat over een adequaat volkenrechtelijk mandaat dat vorig jaar juli in de Eerste Kamer werd gehouden. De fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks en D66 hebben naar aanleiding van dit debat behoefte aan nadere informatie van de regering.

Volgens SP-senator Vliegenthart is het ontzettend belangrijk om het Nederlandse besluitvormingsproces over steun of geen steun aan een inval in Irak helder in beeld te krijgen. “In tegenstelling tot andere landen die betrokken waren bij deze oorlog, heeft er in Nederland geen gedetailleerde reconstructie plaatsgevonden. Zonder reconstructie vallen er geen lessen te leren. Dat is riskant in een onzekere wereld waarin veel conflicten spelen of dreigen. Met behulp van de Kamervragen proberen wij in ieder geval tot een gedeeltelijke reconstructie te komen.”

De vragen zijn gewijd aan het besluitvormingtraject van de Nederlandse regering, de rol van de inlichtingendienst, de verschillende resoluties van de Verenigde Naties en de rol van het Nederlandse parlement. Vliegenthart: “Over al deze onderwerpen is veel nog niet helder. Met het oog op de toekomst moet er zo snel mogelijk duidelijkheid komen op deze belangrijke punten. Bij thema’s als oorlog en vrede is van het uiterste belang dat er een heldere en zorgvuldige besluitvormingsprocedure plaatsvindt, die achteraf ook kritisch geëvalueerd kan worden. Het is daarom goed dat de Eerste Kamer, als Kamer van Reflectie, het besluitvormingsproces rond Irak nog eens goed tegen het licht houdt.”