Westerse belangen gaan altijd voor

Als je de berichtgeving over het Midden-Oosten volgt, dan weet je dat oorlogen en geweld er aan de orde van de dag zijn. Vaak krijg je de indruk dat het gaat om op zichzelf staande conflicten, waar het Westen part noch deel aan heeft. Maar niets is minder waar. Volgens de Belgische activist en publicist Ludo de Brabander, die diverse boeken en artikelen over het Midden-Oosten schreef, is de westerse verantwoordelijkheid voor de talloze conflicten in de regio historisch groot. ‘En dit komt nu als een boemerang bij ons terug, in de vorm van terreur en vluchtelingen.’

In hoeverre bepaalt de koloniale opdeling van het Midden-Oosten tussen Frankrijk en Groot-Brittannië tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), de huidige situatie in de regio?

‘Bijna alle conflicten die in de twintigste en het begin van de eenentwintigste eeuw in het Midden-Oosten hebben plaatsgevonden, hebben hun wortels in het kolonialisme. De Koerdische kwestie is daar een voorbeeld van. Aanvankelijk werd de Koerden in het Verdrag van Sèvres van 1920 een eigen staat beloofd, maar deze belofte werd met het Verdrag van Lausanne van 1923 met één pennenstreek weer ongedaan gemaakt. Ontwikkelingen in Turkije speelden daarbij een rol, waar Atatürk de onafhankelijkheidsoorlog won, maar ook Britse koloniale belangen (olie) in het huidige Irak waren van invloed. Grenzen werden volstrekt willekeurig getrokken, waardoor Koerdische steden en families ruw van elkaar gescheiden werden. Met als gevolg dat de Koerden in vier verschillende landen kwamen te wonen – Turkije, Irak, Iran en Syrië – en nooit meer een eigen staat zouden krijgen. Ook de Libanese burgeroorlog van 1975 tot 1989 vindt zijn oorsprong in het kolonialisme. Libanon was een creatie van de Fransen, om een christelijke enclave te hebben in het overwegend door moslims bevolkte Groter-Syrië. De maronitische christenen kregen het hier voor het zeggen. Maar toen de moslimbevolking in Libanon de volgende decennia harder groeide dan de christelijke bevolking ontstonden problemen, omdat de machtsverhoudingen in parlement en regering totaal niet overeenstemden met de demografische realiteit. Het gevolg was een jarenlange burgeroorlog, waarin ook het regime van Hafiz al-Assad (de vader van Bashar) zich niet onbetuigd liet. Veel Syrisch-­nationalisten hebben Libanon immers altijd als onderdeel van Syrië beschouwd. Datzelfde geldt voor Iraakse nationalisten die Koeweit nooit als zelfstandige staat hebben geaccepteerd. Daarbij speelt dat Koeweit een enorme kuststrook heeft voor zo’n klein land, terwijl de grote buur Irak maar een heel kleine toegang tot de zee heeft. Dat Saddam Hoessein Koeweit binnenvalt in 1990, kun je ook vanuit deze optiek bezien. Ook Israël is heel duidelijk een product van het kolonialisme. Aan de zionisten werd een eigen joodse staat beloofd, terwijl de Palestijnen al op dit grondgebied woonden. Voor de regio betekende de creatie van de staat Israël voortdurende spanningen en conflicten. En voor de Palestijnen bezetting, uitsluiting en onderdrukking. Tot op de dag van vandaag.’

Je spreekt over twee momenten van verraad aan de Arabische zaak. Welke bedoel je?

‘Het eerste grote verraad heeft in 1916 plaats­gevonden, toen de Britten en de Fransen het Midden-Oosten onder elkaar verdeelden, onder leiding van de hoge ambtenaren sir Mark Sykes en François Georges-Picot. Op dat moment hadden de Britten al hun steun voor Arabische onafhankelijkheid beloofd aan de sjarif van Mekka, de leider van de Arabische opstandelingen. In het Sykes-Picotakkoord wordt deze steun weliswaar herhaald, maar tegelijkertijd wordt de regio opgedeeld in Britse en Franse invloedssferen. De Franse blauwe zone omvat het huidige Syrië en Libanon, De Britse rode zone bestaat uit de provincie Bagdad, gebieden rond de Perzische Golf en het huidige Jordanië. Palestina zal onder ‘internationaal bestuur’ komen te staan. Deze afspraken worden allemaal in het geheim gemaakt. Zonder medeweten van de Arabische bondgenoten die slechts worden gebruikt om de Ottomanen te verdrijven, zodat de koloniale grootmachten zich elk een zo groot mogelijk deel van het gebied kunnen toe-eigenen. Het tweede grote verraad aan de Arabische zaak is de Balfour-verklaring van 1917, genoemd naar de Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur Balfour. Tegen de afspraken met de sharif van Mekka in en zelfs in strijd met de bepalingen van het Sykes-Picotakkoord, belooft Balfour “een nationaal tehuis voor het joodse volk in Palestina”. Als op 14 mei 1948 het Britse mandaat in Palestina eindigt, roept Israël direct zijn onafhankelijkheid uit. De joodse staat breidt zijn grondgebied in de loop der tijd steeds verder uit, waardoor na de Zesdaagse Oorlog van juni 1967 zelfs heel historisch Palestina onder Israëlische controle valt.’

Het geheime Sykes-Picotakkoord uit 1916 waarin het Midden-Oosten werd verdeeld onder de Europese grootmachten. De blauwe gebieden vallen onder de Franse (invloeds)sfeer en de roze gebieden onder de Britse (invloeds)sfeer. Afbeelding: Wikipedia CC

Hoe leeft dit koloniale verraad vandaag de dag nog in het Midden-Oosten?

‘Heel sterk. Neem Gaza, dat voor 70 procent uit vluchtelingen bestaat. Elke vrijdag heb je daar de terug­keermarsen van Palestijnen, die nog altijd niet terug mogen keren naar het land dat hun voorouders hebben moeten ontvluchten. Dat is een rechtstreeks gevolg van de koloniale politiek die bepaald heeft dat op hun grondgebied een Israëlische staat moest komen. Vluchtelingen van de derde generatie streven er nog altijd naar dat onrecht voor een deel ongedaan te maken door hun recht op terugkeer af te dwingen. Ook al moeten zij dat vaak met de dood bekopen. Een ander goed voorbeeld is Islamitische Staat. Toen IS in 2014 grote delen van Syrië en Irak onder controle kreeg, sprak zij van ‘The end of Sykes-Picot’ – om aan te geven dat de koloniale grenzen in het Midden-­Oosten vernietigd waren.’

Na de Tweede Wereldoorlog nemen de Amerikanen de leidende rol in het Midden-Oosten over van de Fransen en de Britten. Wat zijn de belangrijkste pijlers van de Midden-Oostenpolitiek van de VS?

‘De Verenigde Staten zijn in de plaats gekomen van het Britse imperium. Net als de Britten proberen zij wereldwijd zoveel mogelijk invloed en toegang te hebben. Natuurlijk is de belangrijkste drijfveer daarbij van geopolitieke aard. Aangezien het Midden-Oosten een regio is die rijk is aan fossiele brandstoffen waar steeds meer vraag naar is, streven de Verenigde Staten naar zoveel mogelijk controle over deze regio. Vandaar dat de Iraanse premier Mossadeq in 1953 met een door de VS gesteunde staatsgreep ten val wordt gebracht, nadat hij de Iraanse olie-industrie wilde nationaliseren. En dat de macht van de sjah vervolgens opnieuw wordt versterkt om de Amerikaanse belangen te dienen. Vandaar ook dat na de ontdekking van olie in 1938 in Saudi-Arabië de banden met het Saudische koningshuis worden aangehaald om de enorme energievoorraden te kunnen exploiteren. Alles draait om controle over de fossiele brandstoffen in de regio. In de tweede plaats is er de ideologische strijd tegen het communisme. Het is de tijd van de Koude Oorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, die strijden om de hegemonie in de wereld. Daarom wil men geostrategische posities niet aan de tegenstander overlaten. Vandaar ook het belang van Turkije als zuidflank van de NAVO. Om te voorkomen dat de Sovjet-Unie haar invloedssfeer in het Midden-Oosten uitbreidde, voerden de Verenigde Staten een containmentpolitiek. Een politiek die gericht was op het indammen van het communisme. De vrees was dat nationalistische Arabische leiders als de Egyptische president Nasser of de Ba’ath-regimes in Syrië en Irak in het kamp van de Sovjet-Unie terecht zouden komen, wat in sommige gevallen ook gebeurde. Dat moest bestreden worden. Dat deed men door CIA-operaties op te zetten of door openlijk in bepaalde landen in te grijpen. En in de derde plaats denk ik aan de politiek van Israël. Op de een of andere manier is Israël erin geslaagd om middels een zeer invloedrijke lobby zijn politiek tot die van de Verenigde Staten te maken. Wat eigenlijk irrationeel is, want als olie belangrijk voor je is dan is Israël steunen niet de meest logische politiek die je kunt bedrijven. Je dreigt immers steeds confrontaties aan te moeten gaan met landen die vijand zijn van Israël. Maar sinds Truman, de eerste naoorlogse president, is Israël een belangrijke pijler in de Amerikaanse politiek. En dat is nooit veranderd. Zowel door Republikeinse als door Democratische presidenten is altijd een politiek gevoerd die zeer pro-­Israël is. Zelfs onder Obama is de militaire steun aan Israël nog eens verhoogd naar 4 miljard dollar. Dat bedrag krijgt Israël elk jaar, ook al vloeit een groot deel van het geld weer terug naar de Amerikaanse defensie-industrie. Israël slurpt in zijn eentje meer dan de helft van het totale budget voor ‘militaire ontwikkelingshulp’ op.’

Is de bijna onvoorwaardelijke steun van de VS aan Israël alleen toe te schrijven aan de machtige Joodse lobby of spelen nog andere motieven een rol?

‘Ik denk zeker dat een historische component meespeelt die te maken heeft met de Tweede Wereldoorlog. Ook electorale motieven zijn van invloed. Neem Harry Truman die, tegen de aanbeveling van zijn adviseurs en minister van Buitenlandse Zaken in, de oprichting van de staat Israël steunt met als argument dat hij geen Arabische kiezers heeft maar wel veel joodse. Met name in swing states als New York kan de stem van de joodse kiezer doorslaggevend zijn bij presidentsverkiezingen. En misschien wordt Israël ook wel vanwege religieuze redenen als de meest betrouwbare bondgenoot van de VS in het Midden-Oosten gezien, als een democratische staat in een zee van barbarisme. Het is dus een combinatie van factoren.’

19 februari 2019. Een Palestijnse jongen is gewond geraakt door Israëlisch mitrailleurvuur tijdens het vierentwintigste wekelijkse protest van de Palestijnen tegen de Israëlische zeeblokkade van de Gazastrook. Foto: Zumapress.com / HH©

Dan wil ik het graag met je hebben over het jaar 1979, waarin een aantal belangrijke ontwikkelingen in het Midden-Oosten plaatsvinden. Sovjettroepen vallen Afghanistan binnen, in Iran voltrekt zich de Islamitische Revolutie en in Saudi-Arabië leidt de bezetting van de Grote Moskee in Mekka door radicale moslims tot een verregaande her-islamisering van het land en steun aan het internationale gewelddadige jihadisme. In hoeverre hebben deze ontwikkelingen effect gehad op de Midden-Oosten-politiek van de VS?

‘Meervoudig waarschijnlijk. Wat Iran betreft raken de VS een belangrijke bondgenoot in de regio kwijt. Daar komt de Iraaks-Iraanse oorlog (1980-1988) ook uit voort. Waar de Verenigde Staten zeker in het begin van de oorlog de kaart van Irak trekken, in de hoop dat Saddam Hoessein met een kleine militaire operatie het islamitisch regime in Iran omver zal werpen. Tevergeefs, zo zal blijken. Afghanistan heeft vooral een grote impact gehad op de globale verhoudingen met de Sovjet-Unie, want de Afghaanse oorlog heeft mijns inziens deels bijgedragen aan de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Niet alleen vanwege de wapenwedloop, maar ook door de militaire inspanning die men moest leveren tegen de moedjahedien (de Afghaanse islamitische strijders), die door de VS, Saudi-Arabië en Pakistan werden gesteund en waaruit Al Qaida is voortgekomen. Uiteindelijk moest de Sovjet-Unie zich in 1989 uit Afghanistan terugtrekken en niet lang daarna viel zij uiteen. Saudi-Arabië steunde weliswaar de politiek van de VS in Afghanistan, maar stimuleerde tegelijkertijd de verspreiding van het salafisme via onder andere Al Qaida. Hoewel de betrokkenheid van het Saudisch regime bij de aanslagen van 11 september altijd door de VS is ontkend, blijkt uit drie later vrijgegeven pagina’s uit het officiële onderzoeksrapport naar 9/11, dat er wel degelijk contact is geweest tussen kapers en Saudische regeringsfunctionarissen. Ruim twintig pagina’s uit het rapport over de rol van Saudi-Arabië zijn overigens nooit gepubliceerd. Blijkbaar zijn de economische belangen zo groot, dat de Amerikaanse regering de goede relaties met het Saudische koningshuis niet in gevaar wil brengen.’

In je boek Oorlog zonder grenzen stel je dat het Westen de voedingsbodem heeft gecreëerd voor het internationaal gewelddadig jihadisme. Maar is het niet te gemakkelijk om het Westen de schuld te geven van alle oorlogen en terreur in het Midden-Oosten en daarbuiten? Hebben de landen in de regio daar niet zelf ook een verantwoordelijkheid in?

‘Uiteraard. Wat ik doe in mijn boek is de westerse component benadrukken, maar dat betekent niet dat je geen lokale verantwoordelijkheid hebt. Het feit dat er bepaalde systemen en regimes in het Midden-Oosten zijn, kun je niet alleen toeschrijven aan de politiek van het Westen. Kijk naar Iran, waar de Islamitische Revolutie is voortgekomen uit een beweging van binnenuit. Maar de oorlogs- en belangenpolitiek van het Westen heeft het aangezicht van het Midden-Oosten, met al zijn conflicten en geweld, wel voor een belangrijk deel bepaald. En dit komt nu als een boemerang bij ons terug, in de vorm van terreur en vluchtelingen. Daar lees je niets over in de media. De relatie tussen de oorlog in Afghanistan en Al Qaida en de oorlog in Irak en IS wordt niet gelegd. Onze verantwoordelijkheid in het hele terreur- en vluchtelingenverhaal wordt gewoon weggepoetst. Daar moeten we veel meer de nadruk op leggen.’

Foto: Matteo de Brabander©

Tot slot nog een lastige vraag. Wat zou vrede en verzoening in het Midden-Oosten dichterbij kunnen brengen?

‘Eigenlijk is de essentie gewoon: zorg dat de samenlevingen daar veilig zijn. En dan bedoel ik niet alleen veilig in politieke zin. Maar meer zoals veiligheid werd omschreven in een rapport van het United Nations Development Programme uit 1994. Namelijk dat iedereen in een samenleving niet alleen politiek gezien veilig is, maar ook economisch, ecologisch, cultureel, en op het gebied van voedsel en gezondheidszorg. Als je daarin slaagt, krijg je stabiele samenlevingen. En daar wordt uiteindelijk in een geglobaliseerd systeem iedereen beter van.’

 

Ludo de Brabander is woordvoerder van de antikapitalistische vredesorganisatie Vrede vzw. Hij publiceert op verschillende progressieve media in België, zoals DeWereldMorgen.be en ook schreef hij verschillende boeken, waaronder Als de NAVO de passie preekt, Oorlog zonder grenzen en meest recent Het Koerdisch Utopia.