Een mooi en leefbaar land
Ons land kent een lange traditie van sociale volkshuisvesting. Door slechte politieke besluitvorming, falend toezicht en te veel ondoordachte marktwerking is een aantal woningcorporaties zich gaan gedragen als vastgoedbedrijf. We stimuleren corporaties om meer verantwoordelijkheid te nemen voor de bouw en onderhoud van betaalbare woningen voor mensen met een laag en middeninkomen. En om meer te investeren in de leefbaarheid van de buurt. Voor ons is de buurt de schaal van de toekomst. Door aanpassing van de hypotheekrenteaftrek brengen we de woningmarkt beter in evenwicht. En maken we een einde aan de geldverslindende subsidie van villa’s van mensen die best zonder die subsidie kunnen. Huisjesmelkers worden hard aangepakt.
De bouw is belangrijk voor Nederland, maar voor zakkenvullers is geen plaats meer. Wel voor meer innovatie en duurzame bouw. Met veel mensen op een kleine ruimte heeft Nederland een sterke traditie om zaken zo goed mogelijk af te stemmen. Maar die traditie staat onder druk: lange linten met kantoren en bedrijven omzomen snelwegen, het Groene Hart wordt aan alle kanten aangevreten en gemeenten steken zich zwaar in de schulden door overmatige activiteit op de grondmarkt. Dure villa’s verdringen caravans en campings en mensen worden in onzekerheid gelaten over het gebruik van recreatiewoningen. Op sommige plaatsen is tekort aan ruimte, andere delen van Nederland dreigen juist leeg te lopen.
Onze voorstellen
- De hypotheekrenteaftrek wordt in tien jaar tijd afgetopt voor hypotheekschulden tot 350.000 euro. Het percentage waartegen kan worden afgetrokken wordt gemaximeerd op 42 procent. Zo zorgen we ervoor dat de subsidie weer effectief wordt en ‘villasubsidie’ verdwijnt. Het aflossen van hypotheekschulden wordt aangemoedigd.
- De overdrachtsbelasting gaat in combinatie hiermee geleidelijk omlaag tot twee procent. Voor starters op de woningmarkt komt een tijdelijke startersaftrek om de woningmarkt los te trekken.
- Als onderdeel van een stimuleringspakket voor de economie komt een aanzienlijk bedrag beschikbaar voor woningcorporaties, om de bouw van goedkope huurwoningen te versnellen en te verhogen. Deze middelen voor woningcorporaties komen alleen beschikbaar in ruil voor concrete afrekenbare afspraken over de bouw van goedkope huurwoningen. Sloop van sociale huurwoningen wordt aan banden gelegd.
- De zeggenschap van de huurders over de corporaties wordt versterkt. Zij krijgen een wettelijk vastgelegd initiatiefrecht, waarmee zij de verhuurder kunnen verzoeken om redelijke maatregelen (zoals brand- of geluidswerende voorzieningen) te nemen tegen een redelijke huurverhoging. Grote corporaties die onder de maat presteren kunnen worden opgeknipt. De woningverdeling voor sociale woningbouw wordt geëvalueerd en — waar mogelijk — verbeterd.
- Er komt geen extra vijf procent huurverhoging voor inkomens boven de 4.000 euro. De uitvoering van de huurtoeslag door de Belastingdienst wordt verbeterd. De huurprijsbescherming wordt uitgebreid van 650 euro naar 850 euro. De huren mogen jaarlijks niet meer stijgen dan de inflatie.
- Woningcorporaties worden terughoudend met de verkoop van woningen. Huurwoningen mogen maximaal een jaar te koop staan, daarna komen zij weer beschikbaar voor verhuur. De betaalbaarheid van woningen voor starters vergroten we door bij verkoop van corporatiewoningen een korting te geven, in combinatie met een terugkoopregeling bij doorverkoop (‘maatschappelijk gebonden eigendom’).
- Gemeenten en woningcorporaties maken in samenspraak met huurdersorganisaties prestatieafspraken over nieuwbouw, onderhoud van woningen en de leefbaarheid van de buurt. Daarin wordt ook geregeld dat voldoende sociale huurwoningen beschikbaar blijven. We willen betaalbare woningen voor ouderen in bestaande wijken, zodat mensen op latere leeftijd in hun eigen wijk kunnen blijven wonen.
- De zogenaamde ‘Donnerpunten’ komen te vervallen, waardoor de doorstroming op de huurmarkt beter zal aantrekken en de meer aantrekkelijke gebieden voor iedereen bereikbaar worden. De grens van 34.000 euro als inkomenseis voor een sociale huurwoning moet ongedaan worden gemaakt, door Europese afspraken aan te passen.
- Er komt meer toezicht op de handel in onroerend goed of grond door woningcorporaties. Eventuele schade ten gevolge van vastgoedtransacties verhalen we op de bestuurders van de corporatie.
- Overal waar woningnood is, gaan gemeenten de leegstand bestrijden. De Wet kraken en leegstand wordt herzien en aangepast. De maximale termijn voor tijdelijke verhuur wordt teruggedraaid naar vijf jaar.
- De overheid stimuleert duurzaam en energiezuinig bouwen en renoveren. Bouwvergunningen voor bestaande gebouwen worden alleen afgegeven als het gebouw minimaal voldoet aan energielabel D. Woningcorporaties gaan verplicht meer werk maken van de warmte-isolatie van bestaande woningen. Het eigenwoningforfait wordt lager naarmate het energielabel beter is.
- Een collectieve complexgerichte aanpak van groot onderhoud en energiebesparing in wijken met veel eigen woningbezit wordt bevorderd.
- Gemeenten worden verantwoordelijk voor een sluitend vangnet van opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen, begeleide woonplekken en werkprojecten. Ontslag uit een psychiatrische of justitiële inrichting wordt gekoppeld aan opvang en begeleiding.
- Mensen die vóór 31 oktober 2003 permanent van hun recreatiewoning gebruik maakten krijgen een persoonsgebonden ontheffing om daar te blijven. In andere gevallen wordt landelijk één lijn getrokken.
- De preventieve toets op het Bouwbesluit (in de bouwvergunning) wordt afgeschaft en vervangen door een wettelijke garantie. Daardoor weet de koper zeker dat de woning die hij koopt voldoet aan de wettelijke eisen.
- Het Bouwbesluit wordt vereenvoudigd. Voor de 80 procent simpele projecten komt er een vereenvoudigd bouwbesluit; voor de 15 procent projecten in het middensegment blijft de huidige situatie gehandhaafd; voor de 5 procent ingewikkeldste projecten komt er een landelijk kenniscentrum met maatwerk.
- Er komt een vierjaarlijkse APK-keuring voor woninginstallaties, gecombineerd met het periodiek onderhoud aan de CV-installatie.
- Goede woningbouw kan niet zonder goede bouwvakkers. De financiering van de scholing voor bouwvakkers wordt verbeterd, waardoor ook zzp-ers, uitzendbureaus en buitenlandse aannemers gaan meebetalen aan het scholingssysteem. Daardoor kunnen ook deze bouwvakkers gebruik maken van het scholingsaanbod.
- De rijksoverheid neemt de regie in de duurzame ruimtelijke inrichting van ons land, voor een goede verdeling van wonen en natuur, economie en recreatie. Zo voorkomen we dat het landschap verder versnippert en verrommelt. Ook neemt de rijksoverheid meer regie bij de aanleg van windmolenparken.
- We nemen maatregelen om het verdwijnen van kleine winkels tegen te gaan in een structuurvisie winkelvoorzieningen. Deze structuurvisie hoort ook richtinggevend te zijn voor de locatie en omvang van non-food winkellocaties (zoals meubelboulevards) met een verzorgingsgebied van 20 kilometer of meer.
- Woningbouw vindt vooral plaats in en rond de stedelijke kernen (‘inbreiding’), waartussen voldoende groene, open ruimte blijft.
- We bestrijden grondspeculatie. De meerwaarde die de grond oplevert als gevolg van de verandering van bestemming hoort voortaan ten goede te komen aan de gemeenschap.
- We pakken de leegstand aan van kantoren, bedrijfshallen en winkels. Door fiscale prikkels, regionaal grondbeleid, leegstandsverordeningen en doordacht beheer van bedrijfsterreinen zorgen we ervoor dat gebouwen en gebieden een nieuwe bestemming krijgen. We stoppen met de fiscale bevoordeling van leegstand.
- We willen zo veel mogelijk werk in de krimpgebieden behouden. Samen met gemeenten in krimpregio’s wordt actief gezocht naar nieuwe strategieën om voorzieningen als winkels, scholen, zorginstellingen, het gemeenteloket en de bibliotheek bereikbaar te houden, ook voor mensen die geen auto hebben.
- Krimpregio’s hebben bijzondere problemen, maar bieden ook nieuwe kansen. Provincies bewaken dat gemeenten in krimpregio’s een gezamenlijke planning maken voor de bouw en sloop van woningen, kantoren en bedrijventerreinen en maatschappelijke voorzieningen, zodat ze elkaar versterken in plaats van beconcurreren.
- De rechtsbescherming van eigenaar-bewoners op erfpachtgrond wordt verbeterd, door invoering van een wettelijk verplicht modelcontract voor nieuwe overeenkomsten. Bestaande erfpachtovereenkomsten worden omgezet op het moment dat een woning verkocht wordt.
- De overheid zorgt voor een zorgvuldig welstandstoezicht en monumentenbeleid. Het wordt verplicht om gebieden in de directe omgeving van rijksmonumenten in een gemeentelijke welstandsnota op te nemen. Het beleid om monumenten in eigendom van het Rijk met primair een erfgoedfunctie af te stoten wordt stopgezet.
- Het project om via kadasterinformatie, gekoppeld aan de WOZ-waarde van gebouwen, criminele vastgoedtransacties op te sporen wordt uitgebreid.
- Nederland is een waterland. Bij ruimtelijke plannen wordt de bestaande watertoets verbeterd door landelijke standaardeisen te stellen aan de inhoud van de toets. Zo zorgen we ervoor dat ruimtelijke ontwikkelingen geen risico opleveren uit het oogpunt van waterveiligheid en zo veel mogelijk leiden tot verbetering van de waterkwaliteit.
- Een derde van de belangrijkste dijken en dammen voldeed bij de laatste inspectie niet aan de veiligheidsnormen. Gelet op de mogelijke gevolgen van klimaatverandering willen we dat over maximaal 12 jaar de primaire waterkeringen minimaal voldoen aan de veiligheidsnormen van 1960.
- Waterveiligheid en meer natuur kunnen prima samengaan: in veel gevallen kan natuur worden gebruikt als buffer of overloop in tijden van wateroverlast.
- We maken een bestemmingsplan voor de Noordzee waarin een goede zonering van het Nederlands deel van het continentaal plat wordt geregeld. Minstens een derde van het continentaal plat krijgt primair een natuurbestemming. Dat betekent dat er niet mag worden gevist. Medegebruik van dit gebied voor andere functies wordt alleen toegestaan voor zover de visstand daar niet onder lijdt.
- Rioolbeheer (een gemeentelijke taak) en afvalwaterzuiveringen (door het waterschap) worden samengevoegd in regionale nutsbedrijven. Dat levert een aanzienlijke besparing op. Op langere termijn zouden deze nutsbedrijven kunnen fuseren met de drinkwaterbedrijven in de regio tot brede publieke waterbedrijven.
- De verbetering van de waterkwaliteit wordt vooral aangepakt bij de bron, onder andere door het terugbrengen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en (kunst)mest.
- Erkende lange-afstandsfietsroutes en -wandelroutes worden beter beschermd, zodat ze verkeersluw en veilig blijven, waardevolle cultuurlandschappen langs de routes bewaard blijven en ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk worden voorkomen.