publicatie

Tribune 04/2012 :: Eerste SP-wet aangenomen

Tribune, april 2012

Actueel

‘Kantwetten’ beschermen thuiszorg tegen marktwerking

Eerste SP-wet aangenomen

Tekst en foto's: Diederik Olders

 

Steun voor Renske voor het Kamergebouw

Op 21 mei 2010 kreeg Agnes Kant de Tweede Kamer achter haar drie thuiszorgwetten. Op 20 maart kreeg haar opvolgster Renske Leijten, SP-woordvoerder zorg, de Eerste Kamer achter de belangrijkste van die drie. Over een tweede moet nog gestemd worden. Maar het moment is nu al historisch: de eerste SP-wet is een feit. In de thuiszorg gaat het weer over kwaliteit, in plaats van prijsconcurrentie. Leijten: ‘Een beloning voor jarenlange strijd.’

Begin 2010 nam Agnes Kant afscheid als politiek leider van de SP, na de gemeenteraadsverkiezingen. Haar laatste optreden in de Tweede Kamer was meteen een van haar belangrijkste: de meerderheid van de Tweede Kamer steunde haar initiatiefwetten om de marktwerking uit de thuiszorg te halen. De drie wetten in het kort: reserveer geld dat voor thuiszorg bedoeld is ook echt voor zorg (‘oormerken’); voer een lokaal, redelijk basistarief in voor huishoudelijke verzorging; en stop met de verplichting om thuiszorg aan te besteden.

Renske Leijten volgde Agnes Kant op als SP-woordvoerder zorg. Zij heeft zich vanaf dat moment volop ingezet voor de thuiszorgwetten. Leijten: ‘Natuurlijk via het parlementaire werk, in algemene overleggen, commissies, enzovoort. Maar vooral alle acties met de mensen in de thuiszorg waren belangrijk. Of het nou in Bergen op Zoom, Haarlem of Enschede was: alleen als je samen strijdt met de mensen die het moeten doen, merk je of je op de goede weg zit.’ Leijten staat erop dat behalve de naam van Agnes Kant ook die van Ineke Palm valt: ‘Ineke, van ons wetenschappelijk bureau, heeft enorm veel werk verzet voor deze wetten. Meeschrijven aan de wetten, acties organiseren, mensen bij elkaar brengen. Dat móét in het stuk staan.’

 

Natuurlijk was ook Agnes Kant erbij

Op 6 maart 2012 mocht Leijten de wetten door de Eerste Kamer loodsen. Leijten: ‘Vlak daarvóór was er nog een manifestatie van thuiszorgwerkers. Dan voel je je enorm gesteund, maar het voert ook de spanning op. Het gaat om deze mensen, om hun werk en om hun cliënten. Na zoveel jaren voorbereiding ben je dan toch nog gespannen.’ Op die zesde maart bleek dat de Eerste Kamer waarschijnlijk twee van de drie wetten ging steunen. Pas twee weken later werd er werkelijk worden gestemd en kwam het verlossende woord: de Eerste Kamer stemt vóór de wet die een basistarief regelt. Leijten: ‘Dat betekent dat er voor huishoudelijke verzorging een reëel basistarief betaald moet worden. Of het nou wordt aanbesteed of niet. Er kan dan dus niet meer puur op prijs geconcurreerd worden.’ Leijten legt uit dat gemeenten niet helemaal vrij zijn om zomaar een – bijvoorbeeld heel laag – tarief te kiezen: ‘Dat moet volgens onze wet op basis van kwaliteitseisen. Die zijn vastgesteld in een convenant met de naam ‘Kwaliteitsdocument’. Dat hebben alle gemeenten getekend. Daarin staat dat thuiszorg niet alleen schoonmaken is, maar ook het signaleren van problemen, overleg met de huisarts, overleg met andere zorgverleners. Thuiszorg is ook echt zórg. Als gemeenten hier onderuit proberen te komen, kunnen onze SP-fracties in de gemeenteraden daar nu een stokje voor steken. Als een gemeente thuiszorg afdoet als ‘slechts schoonmaakwerk’, dan kunnen cliënten naar de rechter en maken ze daar een goede kans. En als gemeenten toch nog erin slagen hun eigen afspraken te ontduiken, kunnen we altijd nog een ‘aanwijzing’ doen: een verscherping van de wet zonder dat er een nieuwe wet geschreven hoeft te worden. Daar is al rekening mee gehouden.’

De ‘oormerk-wet’ heeft het niet gehaald. Dat was volgens Leijten niet helemaal onverwacht: ‘De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft zwaar gelobbyd op dit punt. De VNG vindt dat het reserveren van zorggeld voor zorg gemeenten te veel beperkt in hun vrijheid om keuzes te maken. Maar met de basistarief-wet bereik je gedeeltelijk hetzelfde. Tot nu toe konden gemeenten, door heel goedkoop thuiszorg in te kopen, geld overhouden van hun thuiszorgbudget. Daarmee vulden ze andere gaten in de begroting. Door het basistarief zullen er nog maar heel weinig gemeenten zijn die geld overhouden van hun zorgbudget.’

De derde wet, die stelt dat aanbesteden niet verplicht is, is nog niet aangenomen. Leijten: ‘Nóg niet. De Eerste Kamer had nog wat vragen over deze wet. Ik verwacht dat ook deze wet aangenomen wordt, maar we wachten het nog even af. We hebben dan ook nog niet echt het succes gevierd. Nadat de basistarief-wet was aangenomen, liepen we wel op een wolk. Al die jaren strijd, al die mensen voor wie dit zo ontzettend belangrijk is, alle kleine tegenslagen en overwinningen die er zijn geweest. Maar vieren doen we pas als ook de laatste wet behandeld is.’ Leijten heeft wel reacties gekregen van thuiszorgwerkers: ‘Ja natuurlijk. Eén van de mensen met wie ik in Haarlem actie heb gevoerd woont bij mij om de hoek. Ze bracht me een bos bloemen. Maar ook de vakbonden reageren uitgelaten. Deze wet is een enorme steun in de rug bij hun strijd voor fatsoenlijke lonen en werkomstandigheden.’