publicatie

Tribune 10/2010 :: Fenomeen Lula

Tribune, december 2010

Brazilië neemt afscheid van de populairste president uit de geschiedenis

Fenomeen Lula

Driemaal lukte het hem nét niet, maar in 2002 won Lula de Braziliaanse presidentsverkiezingen. Er brak een spontaan carnaval uit: eindelijk was er ‘een gewone man’ aan de macht. In januari volgt zijn partijgenoot Dilma Rousseff hem op als president. Bij zijn afscheid is hij het populairste staatshoofd uit de Braziliaanse geschiedenis.

Tekst: Peter Runhaar

Luís Inacio ‘Lula’ da Silva: de bebaarde man met het bierbuikje. De man die net als de meeste Brazilianen houdt van een goede churrasco (gegrild vlees), een mooie pot voetbal en een koud flesje pils. Die letterlijk de taal van de gewone Braziliaan spreekt. Kortom: de man die alles vertegenwoordigt wat de traditionele politiek niet was. Politiek was immers van oudsher het exclusieve domein van de Braziliaanse elite. En daar was plots Lula: kind van een straatarme migrantenfamilie die vanuit het noordoosten van Brazilië neerstreek in São Paulo. In zijn biografie vertelt hij hoe het gezin, dat bestond uit zestien mensen, een eenkamerwoning betrok, hoe hij aan het werk ging als schoenpoetser en hoe hij – als enige in het gezin – een schoolopleiding voltooide. Lula werkte zich op van metaalarbeider tot vakbondsleider en was vanaf de oprichting in 1980 de onbetwiste voorman van de Braziliaanse Arbeiderspartij, de Partido dos Trabalhadores, kortweg PT.

Die PT ontstond aan het einde van de dictatuur en vertegenwoordigde maatschappelijke groepen die nooit een stem in de politiek hadden gehad. In de twintig jaar die volgden, creëerde de PT als oppositiepartij het imago van fel bestrijder van corruptie en politieke fraude. Vriend en vijand moesten erkennen dat de ‘schone’ Arbeiderspartij heel anders was dan de opportunistische carrièremachines die van oudsher de politiek domineerden. De partij onderscheidde zich door een enorm aantal actieve leden en een praktijkgerichte agenda. In 2002 won Lula de presidentsverkiezingen, nadat hij bij drie eerdere verkiezingen in de tweede ronde nipt had verloren.

‘Lula is van ons!’

De verwachtingen waren bij Lula’s aantreden extreem hoog gespannen. Als vertegenwoordiger van de anti-corruptiepartij PT zou hij eindelijk het vastgeroeste politieke stelsel gaan veranderen, verwachtten velen. In de eerste twee jaar van zijn mandaat ging het ook vrij goed met de regering-Lula. Hij voerde weliswaar een beleid dat veel behoudender was dan veel progressieven hoopten, maar zijn imago als integer bestuurder bleef intact. Peilingen wezen consequent op een massaal vertrouwen onder de bevolking. ‘Lula é nosso’, Lula is van ons, hoorde je veel op straat.

Lula wist grote successen te boeken op het gebied van onderwijs en armoedebestrijding. Veel arme Brazilianen zagen hun levensomstandigheden aanmerkelijk verbeteren. Grote campagnes, zoals het antihongerprogramma ‘Fome Zero’ (letterlijk: nul honger), droegen daaraan bij. Op het internationale vlak gaf hij het Braziliaanse zelfvertrouwen een boost. Hij wierp zich met succes op als vertegenwoordiger van een generatie nieuwe, zelfbewuste derde wereldleiders en zette het armoedevraagstuk consequent op de internationale agenda. Talloze bekende politici vlogen van over de hele wereld naar Brazilië om bij de president op bezoek te gaan. De Braziliaanse politiek leek, voor het eerst in tijden, ontdaan van cynisme en wantrouwen.

Corruptieschandaal

Helaas, in 2005 ging het mis. Er brak een enorm corruptieschandaal uit rondom Lula’s tweede man: José Dirceu. Vooral binnen de PT heerste verslagenheid. De schone Arbeiderspartij bleek tot ontzetting van veel aanhangers van binnenuit zwaar vervuild te zijn. ‘We beleven een moment van extreme ontgoocheling... dit keer geloofden we dat de beloofde veranderingen écht zouden komen’, schreef het toonaangevende opinieblad IstoÉ.

Wonder boven wonder overleefde Lula de schandalen. Veel kiezers leken de president niet verantwoordelijk te houden voor de misstanden die zich in zijn omgeving hadden voorgedaan. Vooral de armere kiezers hadden bovendien het gevoel dat Lula echt meer voor hen deed dan zijn voorgangers. Het gevolg: Lula werd herkozen als president. In zijn tweede termijn bleek zijn populariteit alleen maar te groeien. Recent onderzoek toont aan dat meer dan 80 procent van de bevolking weer op Lula zou stemmen als hij nu opnieuw kandidaat zou zijn geweest.

Armoedebestrijding

Hoe is die enorme populariteit nu – na acht jaar Lula – te verklaren? Lula’s tegenstanders laten niet na erop te wijzen dat Lula een aantal van Braziliës grootste problemen niet heeft kunnen oplossen. Ook benadrukken zij dat Lula het economisch tij mee had. Forse economische groei en de stabiliteit van de Braziliaanse munt, de real, maken regeren nu eenmaal stukken makkelijker. En de basis daarvoor is volgens de critici niet door Lula gelegd, maar door zijn voorganger Fernando Henrique Cardoso.

Cardoso heeft zeker bijgedragen aan de stabiele wisselkoers. Maar Lula heeft van die nieuwe stabiliteit wel op zijn manier gebruik gemaakt: meer dan twintig miljoen arme Brazilianen klommen op tot de middenklasse. Ook werden 12 miljoen van de allerarmste gezinnen ondersteund via het ‘zakgeldprogramma’ Bolsa Família. Mensen die hun kinderen laten vaccineren en naar school laten gaan, kunnen dankzij dit overheidsinitiatief een financiële tegemoetkoming aanvragen. Er is de gebruikelijke kritiek uit conservatieve hoek: mensen zouden hierdoor minder gaan werken en minder gemotiveerd zijn om hogerop te komen in het leven. Lula’s programma’s blijken echter wel degelijk vrucht af te werpen. Onderzoekers van de Wereldbank signaleerden diverse verbeteringen: meer kinderen op school, minder kinderarbeid en minder honger.

President Dilma

Het is grotendeels dankzij deze verdiensten van Lula dat de relatief onbekende econoom Dilma Rousseff als ‘kandidate van Lula’ vorige maand werd gekozen tot nieuwe president van Brazilië. Opmerkelijk gegeven is dat Rousseff tijdens de militaire dictatuur lid was van een kleine verzetsgroep, gevangen heeft gezeten en gemarteld is. Na het herstel van de democratie werd ze lid van de PT, waar zij een lange maar enigszins kleurloze politieke carrière achter de rug heeft. Lula vroeg haar in 2003 als minister van Energie, vanwege haar dossierkennis, vastberadenheid en degelijke reputatie. In 2005 benoemde hij haar tot zijn kabinetschef. De verkiezing van Dilma is om minimaal één reden een markant moment in de Braziliaanse geschiedenis: ze is de eerste vrouwelijke president van het land.

Rousseff heeft niet de uitstraling van Lula, en dat zal het voor haar zeker niet gemakkelijker maken. De combinatie van zijn aanstekelijke charisma en het gegeven dat hij feitelijk de positie van talloze armere Brazilianen wist te verbeteren, verklaren waarom Lula bij zijn afscheid de populairste president is uit de geschiedenis van het land. En waar voor- en tegenstanders twisten over de inhoud van Lula’s politieke testament, komt The Economist tot een even heldere als gewichtige slotsom: ‘Dilma erft een beter Brazilië dan Lula destijds, en dat heeft ze grotendeels aan hem te danken.’