Tribune 05/2006 :: Abou Jahjah: 'De islam van nu is het rode gevaar van toen'

Tribune, mei 2006

Abou Jahjah:

‘De islam van nu is het rode gevaar van toen’

Activist, fundamentalist, moslimstrijder of moslimbevrijder. Er zijn veel labels op Dyab Abou Jahjah geplakt. Hoe ziet hij zichzelf? En: waarom heeft hij zijn Nederlandse achterban opgeroepen SP te stemmen? We vroegen het hem in Antwerpen. Tijdens het gesprek komt hij ook nog met een primeur: ‘Ik stop als voorzitter van AEL.’

Tekst: Ronald Kennedy Foto: Joost van den Broek / Hollandse Hoogte

‘Club Oriëntal’ staat er met gele stickers op de ramen van het buurthuisje geplakt. De barman kijkt aanvankelijk wat argwanend, maar schenkt dan vriendelijk een kopje muntthee. De televisie speelt loeihard een Arabische film. In een hoek lurken een paar jonge mannen aan een waterpijp. Een bescheiden locatie voor een interview met Abou Jahjah, een van de meest charismatische en flamboyante islamitische opinie-makers van de lage landen. Maar zodra Abou Jahjah binnenstapt – glad geschoren, stoere leren jack en jeans – wordt duidelijk dat dit zijn ‘crowd’ is. ‘Salaam’, klinkt het veelvuldig. Iedereen komt hem de hand schudden. De voorman van de Arabisch-Europese Liga (AEL) geniet zichtbaar van alle aandacht. Toch voelt Abou Jahjah zich momenteel meer op z’n gemak in de luwte van zijn nieuwe woonplaats Brussel. ‘Hier kan ik haast niet meer over straat, in het Waalse Brussel kan ik nog anoniem een winkel binnen stappen,’ zegt hij. ‘Alleen Vlamingen en Arabieren herkennen me daar.’

Ondanks zijn Vlaamse tongval, een ‘graad’ in Politieke Wetenschappen en het feit dat hij sinds 1996 Belgisch staatsburger is, aarzelt hij bij de vraag of hij zich Belg voelt. ‘Hm, eigenlijk niet,’ antwoordt hij na een korte denkpauze. ‘Om de simpele reden dat ik niet als zodanig erkend wordt. Het gaat niet alleen om je eigen opstelling. Zelfs allochtonen die hier geboren en getogen zijn, missen vaak het gevoel er bij te horen. Men zegt wel dat we geen slachtofferrol moeten aannemen, maar wanneer de samenleving jou sociaal, economisch en cultureel in een hoek duwt, wat kan je dan anders?’ Het kán wel anders, zo weet hij uit zijn geboorteland Libanon, waar veel Armeense immigranten wonen. ‘Zij spreken in het openbaar gewoon hun eigen taal. Toch zijn ze goed geïntegreerd: ze supporteren het Libanese elftal, zijn betrokken in de politiek en het leger. Ondanks dat ze vast mogen houden aan hun eigen identiteit, zijn het voorbeeldige Libanezen.’

In een poging tot assimilatie van nieuw-komers worden in Europa normen en waarden nog te vaak door elkaar gehaald, vindt Abou Jahjah. ‘Normen zijn objectief, waarden niet. Natuurlijk moet iedereen zich aan de wet houden, maar ik vind niet dat een regering waarden of leefregels moet opleggen. Die worden gevormd door cultuur, religie en ideologieën. Een katholiek heeft andere waarden dan een socialist en ik heb andere waarden dan mijn buurman. Als de regering bepaalde gewoontes wil normaliseren, moet ze daar wetgeving van maken.’ Is dat niet precies wat Geert Wilders wil, door artikel 1 van de Grondwet af te schaffen? ‘Precies ja. Maar ik wil wel eens zien of zijn waarden dan nog stroken met normen als het Europese mensenrechtenverdrag.’

Onder het genot van een vers kopje muntthee met honing, becommentarieert Abou Jahjah in hoog tempo een groot aantal actuele onderwerpen. Hij doet dat in de hem zo typerende volzinnen. Over de oorlog in Irak. ‘De VS kwamen daar niet om een dictator af te zetten, want ze hebben die – zoals elders in de wereld – zelf in het zadel geholpen. Wat dat betreft heeft het Westen voor ons geen enkele geloofwaardigheid meer, het is puur kolonialisme waar het om draait. Overigens zijn we net zo goed tegen Arabische dictaturen.’ Over de uitsluiting van moslims op de arbeidsmarkt: ‘Waar ligt het probleem? Bij mensen die uitgesloten worden of mensen die uitsluiten? Je kunt de slachtoffers toch niet de schuld geven?’

Hij maakt de vergelijking met emancipatiebewegingen in Europa: ‘Elke emancipatiebeweging is ontstaan op de barricade. Moslims en Arabieren staan daar nu ook, al uiten ze zich soms onhandig. Het gaat te vaak over ons geloof en onze God, maar dat is slechts verpakking. Ik vindt het begrijpelijk dat godsdienst erbij wordt gehaald. Alles is geoorloofd in de strijd tegen imperialisme en onderdrukking. Gooi met tafels, stoelen en als het nodig is ook met godsdienst.’

Abou Jahjah constateert dat ook het Westen soms oneigenlijke motieven aanvoert in het debat. Zoals de Britse premier Tony Blair, die onlangs zei dat moslimfundamenta-listen oorlog willen ‘met de westerse levenswijze en algemeen geldende waarden’. Hij schaart dat onder misleidende propaganda. ‘Zelfs Bin Laden heeft in al zijn videoboodschappen nooit gezegd dat hij het Westen aanvalt omdat het corrupt of verderfelijk is. Het gaat altijd over de bezetting van Arabische landen. Westerse regeringsleiders echter zijn vooral bezig met mensen schrik aan te jagen. ‘They want to destroy our way of life’ slaat nergens op, puur een kwestie van psychologische oorlogsvoering. Zoals vroeger het ‘rode gevaar’ werd overdreven, zou nu de islam uit zijn op de ondergang van de westerse wereld.’ Toch moet ook hij toegeven dat de Arabische en Europese identiteit steeds vaker lijken te botsen. ‘Steeds meer Arabische jongeren gaan op zoek naar hun roots. Maar het moet geen keuze worden tussen een Arabische identiteit of Europees burgerschap. Dat zijn geen tegenstellingen. En religie of cultuur afzetten tegen een bepaalde nationaliteit is natuurlijk helemaal onzin.’

Hij beschouwt Osama bin Laden ‘als een potentieel dictator’ en Al Qaeda als ‘de Khmer Rouge van het Arabische verzet’. ‘Ze zijn net zo exemplarisch voor de islam als de KuKluxKlan voor het christendom. Ik ben niet iemand die tot in einde van dagen bruggen wil blijven bouwen, maar zo’n persoon als Abu Hamza al-Masri (Britse ‘sjeik’, veroordeeld voor oproepen tot rassenhaat, red.) vind ik ook gewoon een gevaarlijke gek.’ Maar hij ziet geen ‘principieel onderscheid’ tussen de buitenlandpolitiek van George Bush en de terreurdaden van Al Qaeda. ‘Eigenlijk vind ik Bush fouter, omdat hij handelt als gekozen staatshoofd en uit naam van een heel land. Ik verbaas me vaak dat mensen niet inzien dat staatsterrorisme vele malen gevaarlijker is dan dat van één groepering of individu.’

‘Osama bin Laden is een potentieel dictator en Al Qaeda de Khmer Rouge van het Arabische verzet.’

De terreuraanslagen in Madrid en Londen veroordeelt hij ondubbelzinnig. ‘Dat de bezetters in Irak onschuldige burgerdoden als ‘colleteral damage’ zien, betekent niet dat moslimstrijders zich ook tot dat niveau moeten verlagen. Ik snap dat je Engeland en Spanje wilt terugpakken in hun eigen land. Maar neem dan een Spaanse kazerne of het Londense kantoor van de premier als doelwit. We moeten een moral high ground behouden. Veel van de slachtoffers in Madrid en Londen hebben waarschijnlijk gedemonstreerd tegen de oorlog in Irak.’

‘Fundamentalist’, ‘extremist’ en zelfs ‘fascist’, hij is voor alles uitgemaakt. De enige ismes die hij erkent zijn activisme, Arabisch nationalisme en socialisme. ‘Als Arabische nationalist van de Nasseristische traditie is socialisme voor mij een kern-paradigma, omdat het niet gestoeld is op ras of huidskleur.’ Abou Jahjah mag dan veel populariteit genieten onder (jonge) moslims, in politieke munt heeft zich dat vooralsnog niet vertaald. De keuze om de AEL in een gelegenheidsverbond met de Belgische (extreem-linkse) PVDA aan de verkiezingen van 2003 te laten meedoen, bleek geen gelukkige. RESIST haalde nog geen 1 procent van de stemmen. Ook de niet veel later opgerichte Moslim Democratische Partij deed het niet veel beter. De AEL -heeft besloten om voorlopig van nieuwe politieke avonturen af te zien. ‘We hebben gekozen voor emancipatie in plaats van politiek.’

‘De SP is de enige partij die oprecht gelooft in een multiculturele samenleving.’

Een succesvolle moslimpartij is desondanks levensvatbaar, denkt Abou Jahjah. Er is in België en ook in Frankrijk bovendien behoefte aan een partij als de SP, ‘die linkser is dan de sociaal-democraten, maar niet communistisch’. Begrijpt hij dat zijn stemadvies voor de SP tijdens de gemeenteraadsverkiezingen niet door iedereen met gejuich is ontvangen? ‘Ik kan me voorstellen dat de SP bang is geweest dat mijn advies stemmen van autochtone kiezers zou kosten,’ reageert hij. ‘We vonden het vooral belangrijk dát onze achterban ging stemmen. We hebben aandachtig gekeken naar de verkiezingsprogramma’s, maar zijn ook afgegaan op observaties van onze afdelingen in Nederland. Ideologisch komt SP voor ons het beste uit de bus.’ En al is hij het niet eens met het voorgestelde spreidingbeleid, de SP is naar zijn idee de enige partij die oprecht gelooft in een multiculturele samenleving. Hij wijst op de hypocrisie van Wouter Bos, die veel stemmen heeft getrokken met allochtone raadsleden, om vervolgens hun kwaliteit in twijfel te trekken ‘Zet die mensen dan niet als excuus-Truus op de lijst.’

‘De AEL zal het binnenkort zonder mij moeten doen,’ verklapt hij plotseling. ‘Inderdaad. Ik stop. Bij het AEL-congres, eind dit jaar, zal ik me niet meer verkiesbaar stellen. Ik ben al zeven jaar voorzitter. Die rol heb ik met plezier vervuld, maar ik vind dat een oprichter op een gegeven moment een stap terug moet doen. Men kan de organisatie bijna niet meer loskoppelen van mijn persoon. Het is tijd voor een nieuwe generatie.’ Wat hij gaat doen, weet hij nog niet precies. Wellicht toch een nieuwe politieke partij oprichten? Hij antwoordt met een mysterieuze glimlach. ‘Misschien.’

.

Inhoud