publicatie

Tribune 10/2003: Beter laat dan nooit

Tribune 17 oktober 2003

Beter laat

dan nooit

Spreiding niet langer taboe

Een voorspelling van het gemeentelijk Centrum voor Onderzoek en Statistiek over de Rotterdamse bevolkingssamenstelling in 2017 blies de discussie over wel of niet spreiden nieuw leven in. Rotterdammers en politici over de leefbaarheid van de stad.

Tekst Wim Herstel Foto Jan Boeve/HH

De Waarheid, het voormalige communistische dagblad, komt op 27 april 1983 met een opvallende kop. ‘Een ‘Socialistische’ Partij op jacht naar Janmaatstemmers’ knalt het van de voorpagina. De kop en het artikel zijn een reactie op de brochure ‘Gastarbeid en kapitaal’ die de SP heeft uitgebracht. In de brochure pleit de SP voor integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving. Maar het blijft niet bij de kritiek in De Waarheid. Ook in de Volkskrant verschijnen venijnige stukken. De bekende columnist Piet Vroon trekt een vergelijking tussen SP en de Centrumpartij. ‘Beide partijen hebben etnische minderheden tot heksen verklaard en bepleiten hun deportatie met verschillende smoezen. Alle uitleg ten spijt wordt de SP door velen in de beklaagdenbank geplaatst. Media, politieke partijen en burgers; iedereen valt over de partij heen. De nu 52-jarige Hans Peltenburg herinnert het zich nog als gisteren.

De woonkamer van Peltenburg ligt bezaaid met oude kranten en rapportjes. ‘Ik heb wat rotzooi uit de kast gehaald,’ zegt de tekstschrijver die na een verblijf van tien jaar in Chicago nu is neergestreken in Soest. In de jaren tachtig woonde Peltenburg in Vlaardingen. ‘Wat mij in die jaren bezighield was de teloorgang van het verzet. Het leek wel of iedereen alleen nog maar in zichzelf geïnteresseerd was, betrokkenheid met de medemens was een vies woord geworden. Ik heb de SP vervloekt over dat rapportje, een schande vond ik het. De Waarheid heb ik op mijn voorruit gehangen. Iedereen moest deze kop lezen. Zo’n man als Remi Poppe had het ook helemaal gedaan bij mij. Ik kan me herinneren dat hij in de Vlaardingse gemeenteraad ook de wind van voren kreeg. Achteraf kan ik natuurlijk alleen maar toegeven dat ik een puddinglul met oogkleppen was en de SP het bij het rechte eind had. Ze marcheerden alleen wat ver voor de troepen uit,’ vertelt hij.

Het is september 2003. Een maand eerder heeft deelraadbestuurder Dominic Schrijer het debat over allochtonen en spreiding op spectaculaire wijze heropend. In het Rotterdams Dagblad pleit de PvdA-bestuurder voor het stellen van een limiet aan het aantal kansarme nieuwkomers. Hij doet dit amper een dag nadat de Rotterdamse krant delen uit het onderzoek van het gemeentelijke Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) heeft gepubliceerd. Het COS gaat namelijk uit van een demografische omwenteling in met name deelgemeente Charlois. Van de huidige 48 procent autochtone bewoners blijft in 2017 maar veertien procent over. IJsselmonde wacht een zelfde verandering. Van de huidige 63 procent autochtonen blijft volgens de schatting 33 procent over.

totale stop

Schrijer, een alom bekende vertrouweling van Wouter Bos, spreekt zich niet uit over een limiet. Wel wil hij nieuwkomers die niet meer door Rotterdam zelf opgevangen kunnen worden, laten opvangen door de buurgemeenten. ‘Rotterdam hoeft niet de afvoerput van Nederland te zijn,’ stelt hij in het Rotterdams Dagblad. De uitspraken van Schrijer zijn koren op de molen van Leefbaar Rotterdam. Deze partij is, onder leiding van Pim Fortuyn, de grote winnaar van de laatste gemeenteraadsverkiezingen.

Hans Peltenburg, zelf druk bezig met zijn politieke roman Het moment, verzucht: ‘Misschien is Nederland nu wel rijp voor de discussie. Het lijkt me uitgesloten dat deze situatie voorbehouden is aan Rotterdam. Het enige wat Rotterdam uniek maakt is dat het een havenstad is, net als Antwerpen. Daarom is het nu het moment om aan te sluiten bij de discussie, anders sta je buitenspel.’

Dat doet in ieder geval Leefbaar Rotterdam-wethouder Marco Pastors. Hij haakt onmiddellijk aan bij de door Schrijer geopende discussie, door te zeggen de gemeentegrenzen gesloten moeten worden voor kansarme allochtonen. Hij heeft het over een ‘totale stop’. Alleen mensen met een bepaald inkomen en een bepaalde taalkennis mogen zich van hem nog in Rotterdam vestigen. De stop is volgens de wethouder vooral wat betreft allochtonen nodig, omdat Rotterdam de problemen in ‘zwarte’ wijken niet meer aankan. ‘De criminaliteit, de agressie, het asociale gedrag loopt in sommige buurten de spuigaten uit.’ Hij noemt de discussie of de stop die nu moet gelden voor kansarme allochtonen of voor kansarmen in het algemeen onzinnig. Volgens hem is voor iedereen duidelijk dat het bij kansarmen merendeels om allochtonen gaat.

De opmerkingen van Pastors, dagelijks gevolgd door de Rotterdamse media, leidden tot een door de PvdA aangevraagd interpellatiedebat. Het debat leidt ertoe dat Pastors afstand doet van zijn uitspraken over een allochtonenstop. In een bomvolle raadszaal, waar de hele Nederlandse Pers of af is gekomen, verklaart de LR-wethouder zich te zullen houden aan artikel 1 uit de Grondwet, dat discriminatie op grond van ras verbiedt.

Uit een geparkeerde auto aan de Bas Jungeriusstraat, in het centrum van deelgemeente Charlois schalt vrolijke salsamuziek.‘ Spreiding? Een beetje laat, maar... Ik ben geboren en getogen hier in deze wijk. Als we hier vandaan alle allochtonen gaan spreiden, dan ben ik straks de enige autochtoon in de straat. Spreiden! Daar hadden ze twintig jaar geleden mee moeten beginnen.’ Bas (46) heeft de straat langzaam zien veranderen. ‘Ik zeg niet dat het niet moet gebeuren hoor, maar dan alleen als investering voor de toekomst. Dat los je echt niet in een paar jaar op,’ zegt hij.

Twintig jaar geleden? Was het de SP niet die destijds als vooral lokale partij goed luisterde naar de mensen uit de wijken en het probleem oppakte met eigen voorstellen over spreiding en integratie? De media kunnen het zich in ieder geval goed herinneren. Kort na de uitspraken van Schrijer en de reactie van Pastors wijdt het NCRV-discussieprogramma ‘Rondom Tien’ een uitzending aan Rotterdam. Het wordt een debat met Schrijer, Pastors, getergde autochtone en allochtone Rotterdammers die verhalen over de overlast in hun wijk, én SP-Kamerlid Agnes Kant. Kant wordt geïntroduceerd als woordvoerder van een partij die al jaren pleit voor spreiding. In de uitzending verwoordt Agnes Kant de gevoelens van veel Rotterdammers. ‘De overheid heeft de geluiden uit de wijken veel te lang genegeerd. Ik herken me in de mensen die al lang roepen Mijn wijk is niet meer leefbaar. Waren we maar vele jaren geleden begonnen met spreiden,’ zegt ze.

schijnvrijheid

Kort na de uitzending legt Kant in een opiniestuk in het Algemeen Dagblad nogmaals uit hoe de SP staat in de discussie en hoe de lokale vertegenwoordigers met het probleem om zouden moeten omgaan. ‘De Socialistische Partij is al vele jaren voor een spreidingsbeleid en tegen het ontstaan van zwarte wijken. Alleen als allochtonen met autochtonen samenleven, kan er sprake zijn van een vruchtbare integratie. De Haagse politiek wilde er tot nu toe nog niet aan. Als door een wesp gestoken, zo reageerden andere politici vaak op voorstellen van de SP om over te gaan tot een actief spreidingbeleid. Steevast kwam de dooddoener: spreiden is aantasting van de vrijheid van onderwijs en wonen. Daarmee werd de discussie doodgeslagen nog voordat deze was begonnen. Het onderwerp was taboe en wie er over begon, was verdacht. Het is goed nieuws dat er een omslag in denken plaatsvindt en eindelijk ook CDA, PvdA en de VVD open staan voor het aanpakken van de segregatie door spreiding.’

Ere wie ere toekomt. In het opiniestuk maakt Kant duidelijk blij te zijn met het openen van de discussie door Schrijer. ‘Dominic Schrijer verdient lof voor het openen van de discussie in Rotterdam. In zijn plan getiteld Gespreide verantwoordelijkheid stelt hij dat concentratie van kansarme migranten in bepaalde wijken voorkomen moet worden. En pleit hij er voor om de opvang eerlijker over de stad, de regio en het land te verdelen en voor het reguleren van de woningmarkt. Hij stelt terecht dat het niet gaat om een spreiding van zwarte mensen, maar van kansarme mensen. Maar het is natuurlijk onmiskenbaar zo dat de kansarmen veelal migranten zijn, en het is ook onmiskenbaar dat juist de concentratie van migranten nadelig is voor hun integratie en daarmee weer hun kansen,’ schrijft Kant.

Ook maakt zij korte metten met de stelling dat spreiding voorbij gaat aan de wensen van betrokkenen, de autochtone en allochtone bewoners van de wijken. ‘Mensen die alleen maar hameren op het vermeende recht van vrije vestiging, gaan voorbij aan de grote problemen die er in sommige delen van Nederland bestaan. Bovendien is er sprake van een schijnvrijheid die voor de meeste migranten puur theoretisch is. De mensen die nu in de wijken wonen waar de sociale problemen het grootst zijn, zowel allochtoon als autochtoon, hebben helemaal niet voor die situatie gekozen en zouden het graag anders zien. Dat blijkt ook uit een onderzoek dat de SP momenteel doet onder migranten. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een actie in Deventer, waar een paar jaar geleden Turkse ouders actie voerden voor beter onderwijs voor hun kinderen. Zij vonden het ongewenst dat op de school alleen Turkse kinderen zitten. In Utrecht hebben we acties gezien van Turkse en Marokkaanse oudercomités, bewonerscommissies, winkeliersverenigingen, en van moskeeën en protestantse en katholieke kerken die de handen ineengeslagen hadden. Zij verenigden zich in de Stichting Houd Kanaleneiland Leefbaar en stuurden een brandbrief naar de gemeente Utrecht waarin ze pleiten voor een spreidingsbeleid op het gebied van huisvesting. Juist het feit er nu zo weinig keuze is voor kansarme migranten voor huisvesting, ontkracht het argument dat spreidingsbeleid discriminerend en vrijheidsbelemmerend is. Want wat stelt vrijheid feitelijk voor als vele huurwoningen door hoge huren en huursubsidiedrempels op slot zitten en als in het hele land een schromelijk te kort is aan betaalbare woningen?’ stelt Kant.

Nihat Orgu kan zich helemaal vinden in de stellingen van Agnes Kant. Twintig jaar geleden kwam hij naar Nederland. Na korte verblijven in pensions, kreeg hij tien jaar geleden een woning in de Rotterdamse Provenierswijk. Twee jaar geleden vertrok hij met zijn gezin naar Prinsenland in de deelgemeente Prins-Alexander. ‘Ik zag de straat waar ik woonde snel veranderen. Alle autochtone Nederlanders vertrokken en de school van mijn kinderen werd langzaam maar zeker een ‘zwarte’ school. Ik heb echt alles geprobeerd om via de reguliere weg een huurwoning elders in de stad te krijgen, maar tevergeefs. Daarom hebben we er op een gegeven moment voor gekozen om een woning te kopen. Maar het gemeentebestuur moet goed beseffen dat niet iedereen daartoe in staat is. En grote groepen die op de huurmarkt is aangewezen zou dolgraag in een andere wijk wonen en hun kinderen naar school laten gaan samen met autochtone Nederlandse kinderen,’ vertelt hij.

Het persoonlijke verhaal van Orgu is de belangrijkste basis voor het boek dat Peltenburg aan het schrijven is. ‘Toen ik eraan begon, heb ik een advertentie gezet in de krant en ik heb kaartjes opgehangen in de supermarkt. Ik wilde in contact komen met allochtonen die hun eigen integratieverhaal wilden vertellen. Honderden reacties heb ik gehad. Het verhaal van Nihat staat niet op zichzelf. De meeste mensen die ik gesproken heb, willen het liefst gemengd wonen, werken en leven,’ zegt hij.

De vraag is of de overheid snel aanhaakt bij de wensen. Dat bleek in ieder geval niet tijdens het interpellatiedebat in de Rotterdamse raad over de uitspraken van Pastors. Veel verder dan een verzoek aan de rijksoverheid om te komen tot maatregelen voor een evenwichtiger spreidingsbeleid van kansarme nieuwkomers, kwam de gemeenteraad niet. Het college van B en W heeft beloofd nog deze maand te komen met een eigen pakket maatregelen, dat de in- en uitstroom in wijken beter moet reguleren.

Agnes Kant is in ieder geval blij met de heropende discussie: ‘Ik hoop van ganser harte dat nu de discussie geopend is, er ook doorgepakt wordt. Natuurlijk zijn er nog vele vragen over hoe een eerlijk en effectief spreidingbeleid ingevuld moet worden. Maar laten we niet langer afzijdig blijven en die vragen beantwoorden, uiteraard in samenspraak met alle betrokkenen. We moeten kijken naar alle factoren die, vooral in combinatie, zorgen voor achterstanden van individuen en de opeenhoping van problemen in bepaalde wijken. Voor alle duidelijkheid: niet allen naar afkomst dus, maar vooral naar zaken als taalbeheersing, opleidingsniveau, arbeidsverleden en inkomensperspectief,’ schrijft zij in haar opinieverhaal.

Inhoud

  • Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zet het mes in zijn subsidies. Voor een kortzichtige verlichting van de begrotingsproblemen worden instellingen de nek omgedraaid die de samenleving veel ellende besparen – en op termijn ook veel geld. Want, zegt de minister, de mensen zijn zélf verantwoordelijk.
  • Ouderen hebben recht op respect. Dat was de belangrijkste boodschap tijdens de actiebijeenkomst van ouderen op 1 oktober in Den Haag. Pal voor de deur van de Tweede Kamer kwamen ouderen, werkenden uit de zorg en sympathisanten bijeen om te ageren tegen de plannen van Balkenende II. Een verslag.
  • Rotterdammers kennen 'm als Hank, de antiheld van TV Rijnmond. Voor veel anderen is hij Freek Willem van de Gamma-reclames. Ook kreeg hij grote bekendheid met zijn in de serie en de film Loenatik. Een interview met John Buijsman, in de eerste plaats een Rotterdammer in hart en nieren.
  • Karel van Wolferen hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, schreef een boek over de waanzin die op dit moment de Verenigde Staten regeert. Eerste-Kamerlid Ronald van Raak sprak met hem over een op hol geslagen tovenaarsleerling.
  • Een voorspelling van het gemeentelijk Centrum voor Onderzoek en Statistiek over de Rotterdamse bevolkingssamenstelling in 2017 leidde tot nieuwe discussies over het begrip spreiding. Wat vinden voormalige en huidige Rotterdammers en wat vind de SP?
  • Column van Jan Marijnissen: Dit is het begin...
  • Meyke van den Bos is één van de 42.006