Tribune 5/2002 Samen komen we er wel uit!

h5 { color: #FF0000; font-size: 11pt; padding-right: 12px; padding-left: 12px }

Tribune 31 mei 2002

Tekst Roel Mazure Foto’s Gerard Scargo

'De integratie moet worden vlotgetrokken!' Dat zijn de eerste woorden van Jan Marijnissen op zaterdag 20 april in De Balie in Amsterdam. Kernachtig verwoordt de SP-fractievoorzitter daarmee de boodschap van het manifest 'Van apart naar samen', dat zijn partij die dag presenteert. Want ondanks de miljarden die de Nederlandse overheid de afgelopen decennia in het integratiebeleid heeft gepompt, loopt er zo langzamerhand een diepe kloof door de samenleving. De meest zichtbare gevolgen daarvan zijn 'zwarte' en 'witte' wijken met 'zwarte' en 'witte' scholen. Maar er zijn meer feiten die bewijzen dat er van de fraaie integratieplannen al jaren niets terechtkomt. Marijnissen somt er een aantal op: 'Meer dan driehonderd duizend allochtonen beheersen de Nederlandse taal onvoldoende, een half miljoen immigranten leeft op of onder de armoedegrens en de werkeloosheid onder allochtonen is driemaal zo hoog als onder autochtonen. Als je kijkt naar het onderwijs, zie je dat het aantal 'zwarte' scholen - dat zijn scholen waarvan meer dan 50 procent van de leerlingen van allochtone afkomst is - in 2000 al op vijfhonderd lag. Daar komt bij dat veel allochtone ouders hun kinderen liever naar een 'witte' of gemengde school zouden willen sturen, omdat zij weten dat die kinderen daar beter presteren. Tekenend is dan ook, dat slechts 10 procent van de Marokkaanse jongeren voor een vervolgopleiding op het niveau van HAVO of VWO kiest.'

Reden om moedeloos te worden, zijn deze feiten volgens Marijnissen echter beslist niet. 'Dat integratie geen illusie is, blijkt wel uit het grote aantal goed geïntegreerde migranten. Zij bewijzen bovendien hoe waardevol hun inbreng voor onze samenleving is. De discussie moet dus niet gaan over de vraag: hoe komen we van de migranten af, maar over de vraag: hoe veranderen we de omstandigheden op een dusdanige manier, dat ze integratie bevorderen in plaats van belemmeren.'

‘We gaan nu de discussie aan met alle betrokkenen. Hun reacties gebruiken we om een definitieve versie te maken die heel breed gedragen wordt’

Mede-opsteller van het manifest Ali Lazrak, (zevende op de SP-lijst voor de afgelopen Kamerverkiezingen) is het daar hartgrondig mee eens. 'Het integratiebeleid heeft een stevige impuls nodig. Dat roept de SP al twintig jaar en het wordt inmiddels ook erkend door de andere partijen. Maar die komen niet of nauwelijks met concrete plannen. Dat onderscheidt de SP van de rest: wij komen met heldere en feitelijke plannen in ons manifest.' Voorstellen overigens, die niet louter uit de koker van de partij zelf komen. Lazrak: 'We hebben in de voorbereidingen uitgebreid gesproken met prominente vertegenwoordigers van allochtone groepen en organisaties. Mede daardoor zijn we optimistisch over de haalbaarheid van onze voorstellen. Ze hebben nu al een breed draagvlak, dat we de komende tijd nog verder hopen te verbreden. Het manifest is ook bedoeld om allochtone organisaties te inspireren om in hun eigen omgeving of stad de integratieproblemen, bijvoorbeeld het ontstaan van 'zwarte' wijken, aan de kaak te stellen.' Over de financiële onderbouwing van alle plannen maakt Lazrak zich geen zorgen. 'Dat is een kwestie van het herschikken van de middelen die er zijn,' stelt hij. 'Het gaat nu om lef tonen en keuzes maken!'

Tijdens de presentatie van het manifest ontstond in De Balie een levendig debat tussen de SP'ers Agnes Kant en Ali Lazrak en vertegenwoordigers van migrantenorganisaties, die in ruime mate aanwezig waren. 'Dat is precies wat we willen,' zegt Lazrak na afloop. 'Discussie met alle betrokken partijen. Dit manifest is daarom ook maar een eerste versie. Onze voorstellen stellen wij graag ter discussie, niet alleen vandaag, maar ook in de komende maanden, zodat we daarna een breed gesteunde definitieve tekst kunnen presenteren.'

‘De overheid heeft migranten te lang uitsluitend als een economisch product gezien en niet als nieuwe landgenoten’

Voor veel van de aanwezigen was de voorlopige tekst al voldoende reden om meteen het manifest te onderschrijven. Eén van hen is Nourdine Amrani, coördinator van de nieuwkomers-integratie in Amsterdam Nieuw-West. 'Ik ben erg blij met dit initiatief,' zegt hij. 'We moeten gewoon erkennen dat de integratie in Nederland mislukt is. Ik ben dan ook erg vóór het voorstel van de SP om een parlementaire enquête over het integratiebeleid te houden. De overheid heeft migranten te lang uitsluitend als een economisch product gezien en niet als nieuwe landgenoten. Ik merk in mijn omgeving dat veel Marokkanen zeer verbaasd zijn over de houding van minister Van Boxtel, die beweert dat er veel tot stand is gebracht. De werkelijkheid is heel anders. Er is wel degelijk een grote kloof ontstaan tussen 'witte' en 'zwarte' wijken. Daar moeten we vanaf.'

Wat Amrani betreft ligt daar een belangrijke rol voor de overheid. 'Die zou vooral economische integratie mogelijk moeten maken. Want dan is verplichte spreiding ook niet nodig, omdat de vermenging in de wijken min of meer vanzelf zal gaan.' Over de verplichting om Nederlands te leren, die de SP aan nieuwe landgenoten wil opleggen, denkt Amrani genuanceerd. 'Natuurlijk is het belangrijk om de taal van het land te spreken, maar ik denk dat er aan twee kanten een verplichting zou moeten zijn. Ik zie veel meer in een wederzijds sociaal contract, waarbij nieuwkomers zich verplichten om de taal te leren, maar de overheid nadrukkelijk ook toekomstperspectief biedt.'

‘Een parlementaire enquête is alleen zinnig, als dat niet beperkt blijft tot een papieren analyse’

Ook Nuri Karabulut, voorzitter van DIDF (Federatie van Democratische Verenigingen van Arbeiders uit Turkije in Nederland), ondertekende het manifest enthousiast. 'De ontwikkelingen die we nu zien in Europa, moeten we een halt toeroepen. Tussen verschillende bevolkingsgroepen leven te veel vooroordelen en heerst te veel intolerantie,' meent hij. 'Het manifest is een goed initiatief om daar samen wat aan te doen.' Toch zet hij een kanttekening bij enkele van de voorstellen. Zo meent hij dat een parlementaire enquête alleen zinnig is als dat niet bij een papieren analyse blijft. 'De uitkomsten moeten duidelijke politieke gevolgen krijgen en ook vakbonden en andere maatschappelijke organisaties mogen niet buiten schot blijven. Want ik ben het met Marijnissen eens: integratie begint op de werkvloer en in de wijken. We moeten in alle dagelijkse omstandigheden af van het 'wij-en-zij'-denken.' Karabulut wijst er op dat ook sommige alloch- tonenorganisaties mede verantwoordelijk gesteld mogen worden voor de segregatie. 'Er zijn ook hier nationalistische organisaties actief die de integratie eerder tegenwerken dan bespoedigen,' stelt hij. Zo zouden sommige Turkse moskeeën duidelijke banden hebben met Turkse politieke stromingen die sterk in het moederland wortelen. 'Daarbij komt, dat moskeeën vaak méér zijn dan gebedsruimten. Je kunt er soms ook je boodschappen doen en er zijn zelfs moskeeën met Turkse uitzendbureaus. Eerste en tweede generatie Turken in Nederland die van die diensten gebruik maken, voelen daardoor niet de behoefte om hun blik buiten de eigen kring te richten.' Karabulut spreekt van een kip-en-ei-situatie als het gaat om de rol van allochtonen en hun organisaties. 'Aan de ene kant sluiten allochtonen zichzelf buiten, maar aan de andere kant worden zij ook buitengesloten. Ik ken jongens die bewust naar een Turkse disco gaan, omdat zij zich in Nederlandse disco's niet welkom voelen. Hetzelfde geldt voor jongens die voor Turkse voetbalclubs kiezen, omdat zij het gevoel hebben in Nederlandse clubs gediscrimineerd te worden.'

‘De economische toekomst van Nederland ligt voor een groeiend deel in handen van allochtonen. Dat verdient ook de aandacht’

Een prominente aanwezige bij de presentatie van het manifest was Ahmed Aboutaleb, directeur van Forum, het instituut voor multiculturele ontwikkeling. Hij juicht de publicatie van 'Van apart naar samen' toe, 'omdat dit het denken over integratie prikkelt. Dat is pure winst. Bovendien stel ik het op prijs dat de SP haar eigen bevindingen ter discussie stelt en op basis van de reacties bereid is om tot nieuw inzicht te komen.' Aboutaleb, die van Marokkaanse afkomst is, behoort overigens niet tot de ondertekenaars van het manifest, 'omdat ik me als directeur van Forum niet te veel in partijpolitiek moet mengen.' Daarnaast had hij ook inhoudelijke bezwaren. 'Zo vind ik, in tegenstelling tot één van de voorstellen in het manifest, niet dat religieuze instellingen zouden moeten bijdragen aan de integratie. Dat is hun primaire doel helemaal niet. Religieuze instellingen mogen echter de integratie ook niet tegenwerken.' Ook vindt Aboutaleb dat het manifest de positieve kanten van de inbreng van allochtonen te weinig benoemt. 'De economische toekomst van Nederland ligt voor een groeiend deel in handen van allochtonen. Dat verdient ook de aandacht. Vergeet niet dat jouw pensioen waarschijnlijk door mijn zoon betaald zal worden.'

Het kan verkeren…

'Van apart naar samen' is niet het eerste krachtige SP-pleidooi voor een beleid dat de integratie van allochtonen moet bevorderen. De vlees-noch-vissituatie waarin veel toenmalige 'gastarbeiders' begin jaren tachtig verkeerden, was voor de partij in 1983 aanleiding voor het uitbrengen van de brochure 'Gastarbeid en Kapitaal'. Daarin werd gesignaleerd dat veel allochtonen tussen de wal en het schip dreigden te vallen. In gedachten bleven ze de terugkeer naar hun moederland koesteren, terwijl de praktijk was dat ze zich blijvend in Nederland vestigden - en dat het overheidsbeleid daar geen rekening mee hield. Van terugkeer kwam het niet, en aan integratie werd niets gedaan. Dat moet anders, betoogde de SP negentien jaar geleden. Allochtonen moeten gestimuleerd worden een keuze te maken en de overheid moet ervoor zorgen dat een échte keuze mogelijk is. Wie voor terugkeer kiest, moet de mogelijkheid krijgen in het land van herkomst een bestaan op te bouwen. Dat kan door teruggave van de betaalde sociale premies, plus een basisbedrag. Wie voor Nederland kiest, moet kunnen rekenen op hulp om wegwijs te worden in onze taal en onze samenleving. En op maatregelen die concentratie van allochtonen in bepaalde steden en wijken tegengaan. Want, zo stelde de SP in 1983 en herhaalde Jan Marijnissen op 20 april 2002: 'Integreren doe je op straat, op het voetbalveld, bij de bakker, op het schoolplein.'

Twintig jaar geleden was de rest van de politiek nog niet toe aan een dergelijke analyse. De SP werd verketterd door de andere linkse partijen, waarbij zelfs beschuldigingen van racisme over tafel vlogen. Inmiddels liggen de kaarten echter compleet anders. Oud-PvdA-voorzitter Felix Rottenberg gaf in zijn TV-programma 'Slot Rottenberg' ruiterlijk toe: 'Alle linkse partijen, en ik ook, zaten fout en de SP had gelijk.' NRC-columniste Margo Trappenburg schreef onder de titel 'Het gelijk van Marijnissen' dat de SP al lang begreep dat spreiding en integratie eigenlijk echt linkse thema's zijn en niet iets waar rechts mee aan de haal mag gaan. Justus Veenman, hoogleraar en onderzoeksleider van het Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek van de Erasmus Universiteit, concludeerde uit diepgaand onderzoek naar de multiculturele samenleving dat spreiding van allochtonen wel degelijk gewenst is. In het weekblad Binnenlands Bestuur zei hij daarover in april: 'Tot op heden werden pogingen tot spreiding afgedaan als een vorm van discriminatie. Ik zie niet in waarom je iets wat je doet in het belang van mensen zélf moet bestempelen als discriminatie. We moeten het niet langer zien als het ontnemen van rechten, maar als het opkomen voor de belangen van de betrokken groepen.' De Verenigde Naties hebben Nederland inmiddels zelfs op de vingers getikt en aanbevolen het probleem van de segregatie serieus aan te pakken. Zoals de 17de eeuwse dichter Bredero al zei: 'Het kan verkeren…'

Integratie

Zo zou het moeten

In het manifest, met de veelzeggende ondertitel ‘Deltaplan voor een geïntegreerde samenleving’, doet de SP twintig concrete voorstellen om de integratie van allochtonen in Nederland te bespoedigen. Al die voorstellen zijn samen te vatten in vijf hoofdlijnen, die de basis zouden moeten vormen voor een nieuw integratiebeleid.

1. Samen de werkelijkheid onder ogen zien

Het integratiebeleid heeft de afgelopen twintig jaar vele miljarden opgeslorpt, maar tot onvoldoende resultaat geleid. Het wordt tijd om het mislukken van de integratie uit de taboesfeer te halen. Dat kan het beste in een parlementaire enquête. Maar niet alleen de vroegere en huidige beleidsmakers en beleidsuitvoerders zullen moeten toegeven dat de eerdere aanpak niet heeft gewerkt. Dat geldt ook voor maatschappelijke organisaties, waaronder die van allochtone Nederlanders. Alleen door fouten uit het verleden te erkennen, kan een beter beleid worden geformuleerd. Een beleid, dat uiteindelijk moet leiden tot een geïntegreerde maatschappij, waarin iedereen een eerlijke kans heeft om gelukkig te worden.

2. Samen kiezen

Migranten moeten kiezen waar zij hun toekomst willen opbouwen. Dat is vooral van belang voor hun kinderen. De overheid en de samenleving dienen op hun beurt een eerlijke en menswaardige keus mogelijk te maken. Wie er voor kiest hier te blijven, moet daar ook snel de resultaten van zien. Bijvoorbeeld door een versnelde procedure voor het verkrijgen van het staatsburgerschap. Een keuze voor Nederland moet ook sneller dan nu het geval is tot kiesrecht leiden. En migranten moeten zelf kunnen aangeven of zij nog als lid van een minderheidsgroep geregistreerd wensen te blijven. Kiezen kan eveneens betekenen dat een migrant besluit tot terugkeer naar het moederland. Daar is niets mis mee, maar zowel in Nederland als in het moederland moeten daarvoor dan wel de voorwaarden voor worden geschapen. Alle eventuele belemmeringen voor zo'n remigratie moeten worden weggenomen.

3. Samen scholen

Onderwijs speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen en jongeren en is daarmee een hoeksteen van een geïntegreerde samenleving. Daarom moet er zo snel mogelijk tot integratie gekomen worden in het onderwijs. In plaats van 'witte' of 'zwarte' scholen moeten we streven naar gemengde scholen, die een afspiegeling vormen van onze samenleving. Om dit te bewerkstelligen moeten alle betrokken partijen meewerken aan een actief scholierenspreidingsbeleid en daarvoor de benodigde financiële en organisatorische ondersteuning krijgen.

Schoolverzuim en -uitval moeten voorkomen worden door het aanstellen van schoolcontactfunctionarissen, zowel van allochtone als van autochtone afkomst. Omdat het integratieproces in een vroeg stadium dient te beginnen, moeten peuterspeelzalen gratis worden en het gebruik ervan door zowel allochtone als autochtone ouders worden gestimuleerd.

4. Samen wonen

Voor een geïntegreerde samenleving zijn ook geïntegreerde wijken, buurten en straten nodig. De segregatietendens - die vooral in de vier grootste steden, maar ook in kleinere steden zichtbaar is - moet doelbewust worden gekeerd. Onder andere door het 'slot' op 'witte' wijken open te breken. Dat zou kunnen door het woningbouwbeleid en het huursubsidiebeleid te wijzigen. Daarnaast moeten er in 'witte' wijken meer betaalbare huur- en koopwoningen gebouwd worden. De landelijke overheid kan hierin een rol spelen door subsidies te verstrekken, de woningcoöperaties kunnen eraan bijdragen door zich weer op hun kerntaak te richten: sociale volkshuisvesting.Ook aan 'zwarte' wijken valt veel te verbeteren, onder meer door de sloop van betaalbare woningen tegen te gaan en door de woon- en leefomgeving te verbeteren. Daardoor worden die wijken ook weer aantrekkelijk voor andere bewoners. Een actief woningtoewijzingsbeleid moet tevens ingezet worden, om de huidige ontwikkeling naar verdergaande segregatie terug te draaien.

5. Samen leven

Inburgeringscursussen moeten tot resultaten leiden. Dit betekent dat migranten een dergelijke opleiding moeten volgen en pas mogen verlaten nadat ze de Nederlandse taal voldoende beheersen en ze genoeg kennis hebben van de Nederlandse samenleving. Werk is essentieel voor een geïntegreerde samenleving. De werkgelegenheid van allochtonen dient dan ook met kracht bevorderd te worden. Ondernemingen die in hun personeelsbestand duidelijk achterblijven met het in dienst nemen van allochtonen, moeten daarop worden aangesproken. Desnoods door sancties in het vooruitzicht te stellen. Een belangrijke verbetering van de arbeidsmarktpositie van allochtonen is te bereiken door gesubsidieerde banen om te zetten in fatsoenlijk betaalde banen. Ook van religieuze instellingen mag worden verwacht dat zij integratie bevorderen. In ieder geval moet worden voorkomen dat religieuze leiders die broodnodige integratie belemmeren.

De complete tekst van het manifest ‘Van apart naar samen’ is op deze site te lezen, te downloaden (PDF) en te bestellen (3,53 euro).

Inhoud

  • Ondanks de miljarden die erin zijn gepompt, heeft het integratiebeleid bitter weinig opgeleverd. Sterker nog: in Nederland ligt het risico op de loer van compleet gescheiden ontwikkelingen. Daarom een SP-deltaplan voor een geïntegreerde samenleving, en de eerste reacties erop.
  • De swingende band was afgezegd vanwege de bizarre gebeurtenissen voorafgaand aan de verkiezingen. Maar de Amsterdamse Melkweg ging uit z'n dak op de heel bijzondere overwinningsavond van 15 mei.
  • In Nederland is asbest verboden. In Afrika kom je er – letterlijk – in om. Dankzij dezelfde bedrijven die hier de verantwoordelijke onder-nemer spelen. Een wereldwijde campagne tegen de asbestmultinationals is nodig, vindt de Zuid-Afrkaanse Richard Spoor. De SP helpt hem graag.
  • Cartoon van Kees Willemen / Nieuws / Agenda / SP op internet, radio en tv / Bulletin Board / De woorden uit de mond / Brieven / ROOD-pagina