Tribune 07/2001 Na de koeien en de varkens gaan ook de boeren er zo aan

Tribune 6 juli 2001

Na de koeien en de varkens gaan ook de boeren er zo aan

Het ‘slachthuis’ van de vrije markt

Een duurzame veehouderij waarbij koeien weer in de wei staan, en varkens kunnen wroeten in de modder. Volgens een commissie onder leiding van oud-Rabobanktopman Herman Wijffels ligt daar de toekomst van de Nederlandse boer. 'Dat rapport voeren we uit. Punt,' zei minister Brinkhorst – die de wijze mannen zelf bijeen had geroepen – onmiddellijk. Komt er dus nu een einde aan de schaalvergroting en intensivering in de landbouw, aan de epidemieën onder de dieren, aan de kaalslag op het platteland? Critici vrezen van niet.

Tekst: Jitske Draisma Foto: Paul Peters

SP Tweede-Kamerlid Remi Poppe vindt het doel prachtig, maar hij mist de juiste middelen in het rapport. 'Het creatieve denken van de groep-Wijffels blijft steken in vage doelstellingen en opportunisme,' zegt hij. Bovendien is Poppe de mening toegedaan dat de idealen hypocriet klinken uit de mond van de oud-Rabobanktopman. Tenslotte stimuleerde met name die bank de intensieve veehouderij.

Ook Riky Schut, boerin en secretaris van de Werkgroep Landbouw en Armoede, staat achter het streven, maar vertrouwen in een goede afloop koestert ze evenmin. Daarvoor heeft ze al te veel tegenstrijdigheden beleefd in het ministeriële beleid van Brinkhorst. 'Zijn woorden stroken zelden met de praktijk. Aan de ene kant zegt hij te gaan voor een duurzame landbouw, maar aan de andere kant moet die landbouw wel internationaal concurreren. Volgens mij spreekt dat elkaar tegen.'

Daar zit inderdaad de kneep. Bij de presentatie van het rapport verklaarde Brinkhorst dat hij de noodzaak inziet 'tot versnelling van het ingezette beleid'. En dat houdt in: toenemende liberalisatie van de landbouw. Het rapport-Wijffels is daar duidelijk over: 'De samenleving gaat akkoord met de verdere globalisering en liberalisering. Ook industrie en handel omarmen dat beginsel. In economische zin is een 'gesleep' met agrarische grondstoffen over de wereld dan ook een logisch uitvloeisel van die ontwikkeling. Internationale prijzen zijn norm, en wie daar niet aan beantwoord mag niet meer leveren.'

Dus doet Nederland in november opnieuw mee aan de WTO-onderhandelingen en bejubelt Brinkhorst gewoon weer het ideaal van de vrije markt.

Juist de vrijhandel is de belangrijkste oorzaak van de huidige landbouwproblematiek

Terwijl veel boeren, wetenschappers en milieuorganisaties het er toch over eens zijn dat juist die vrijhandel de belangrijkste oorzaak is van de huidige landbouwproblematiek. De recente mkz-crisis heeft er bijvoorbeeld alles mee te maken. Mond- en klauwzeer is weliswaar een oude ziekte, maar door de toegenomen handel in vee en vlees is de verspreidingskans ervan aanzienlijk groter. Bovendien moet zelfs bij de bestrijding van de plaag rekening gehouden worden met handelsbelangen, wat heeft geleid tot de massale vernietiging van kerngezonde dieren (zie Tribune nr. 5).

De betrekkelijk nieuwe kwaal BSE is een nóg sterker voorbeeld. Die ziekte wordt door specialisten in direct verband gebracht met de deregulering die met liberalisatie gepaard gaat. Onder druk van multinationals heffen overheden handelsbelemmeringen op en versoepelen ze nationale wet- en regelgeving. Daardoor hebben producenten nu veel meer vrijheid in de samenstelling van veevoer. Wetenschappers denken dat BSE de kop heeft kunnen opsteken, doordat runderen bedenkelijk voer eten waarin diermeel verwerkt is.

Op weg naar een wereldwijde vrijhandelszone worden markten opengegooid. Groente, vlees en fruit, diervoer en levende have worden omwille van de kleinste prijsverschillen in enorme ladingen de globe rond verhandeld. Dat leidt tot harde concurrentie onder boeren en zodoende tot prijsdalingen van landbouwproducten. De agrariërs die deze prijzenslag overleven zien zich gedwongen tot schaalvergroting en intensivering. Met een neerwaartse spiraal van verdere prijsdalingen en intensivering tot gevolg. Intussen groeit de macht van concerns als Unilever en Cargill. Ook in eigen land is sprake van een toenemende afhankelijkheid van een handvol ondernemingen. Melkveehouders uit Noord-Nederland kunnen met alleen nog terecht bij Coberco, hun collega's in het zuiden slechts bij Campina/Melkunie. Bij supermarkten dreigt dezelfde concentratie. Straks zijn er nog maar twee supermarktketens waaruit de consument kan kiezen.

'Boeren vormen slechts vijf procent van de bevolking, maar bepalen het aanzien van 80 procent van ons land'

In de internationale concurrentiestrijd liggen Nederlandse boeren er snel uit. Hier zijn de milieuregels streng, de loon- en leefkosten hoog en is het land te klein voor megabedrijven. 'Als Nederlandse veehouderijen écht willen concurreren met die in Florida, dan moeten we naar bedrijven van minimaal duizend koeien. Dit betekent dat er per dorp nog één of anderhalf bedrijf overblijft. Alle landelijke glorie is daarvan af, wat rest is gewoon industrie,' zegt Jan Douwe van der Ploeg, landbouwsocioloog aan de Wageningen Universiteit.

In het vrijhandelsdenken is geen ruimte meer voor afwegingen over dierenwelzijn, de kwaliteit van het product, regionale tradities of zorg voor landschap en milieu. Louter economische afwegingen worden nog gemaakt. En dat is funest, vinden veel boeren. Remi Poppe steunt hen: 'Landbouw is veel meer dan zomaar een economische bezigheid. Voedselvoorziening is de meest basale activiteit van de mens. Daarbij is aanzienlijk meer van belang dan alleen de winkelprijs van een voedingsproduct. Niemand wil toch dat de beschikbaarheid en de kwaliteit van voedsel – en daarmee van z'n gezondheid – afhankelijk is van handelsstromen en de beurskoers van voedingsindustrieën. Boeren doen ook veel meer dan alleen voedsel produceren. Ze vormen slechts vijf procent van de bevolking, maar bepalen het aanzien van 80 procent van ons land.'

Poppe doelt op het 'onderhoud' van het platteland, waar we allemaal zo graag van genieten. Zonder boeren geen sloten, paadjes, heggen, boerderijen, bomenrijen en beschermde vogelnesten die zo kenmerkend zijn voor het Nederlandse cultuurlandschap. De boerengezinsbedrijven staan ook in voor hechte dorpsgemeenschappen met een bloeiend sociaal leven. Dat alles staat onder druk door de intensivering en schaalvergroting. Dagelijks haken acht tot tien boerengezinsbedrijven af. De overblijvers zijn vaak ronduit arm: een kwart van de boeren leeft onder het bestaansminimum. Als de neveninkomsten niet worden meegerekend, is dat zelfs 44 procent. Deze armoede heeft grote maatschappelijke gevolgen, zegt Riky Schut. 'Boeren of hun kinderen kunnen niet lid zijn van bijvoorbeeld sportverenigingen, waardoor het gezin in een sociaal isolement raakt.'

Waar boeren elkaar vroeger hielpen bij de oogst, azen nu de grote boeren op het bezit van de kleinen

De gevolgen zijn nu al op het platteland te merken. De sociale cohesie verdwijnt. Waar boeren elkaar vroeger hielpen bij de oogst, azen nu de grote boeren op het bezit van de kleinen. En als het land van een bedrijfsbeëindiger niet wordt overgenomen door een herenboer, wordt het aangewend voor woningbouw of de aanleg van een industrieterrein. Of een yup uit de stad, zonder binding met de landbouw en de dorpsgemeenschap, koopt de boerderij. Landbouwsocioloog Van der Ploeg vreest daardoor zelfs een vergroting van de tweedeling in de maatschappij. 'In Leeuwarden zie je bijvoorbeeld een heel typische situatie. Die stad heeft zowel een heel hoog werkgelegenheidscijfer als een hoog werkloosheidscijfer. De rijke werkhebbenden wonen grotendeels op het platteland rond de stad en in de stad zelf wonen veel werklozen. De sluimerende sociale tweedeling dreigt groter te worden als de rijken de plaats van de boeren op het platteland innemen.'

Remi Poppe houdt zich al jaren bezig met de problemen in de landbouw en de zorgen van de boerengezinnen. Tijdens zijn tochten over het platteland sprak hij met een groot aantal kleinere, vaak sectorgebonden boerenorganisaties. Het SP-Kamerlid ontdekte dat hun problemen steeds dezelfde oorzaak kenden: overproductie, vrijhandel en té lage prijzen. Poppe bracht acht kritische landbouworganisaties bij elkaar. Dat resulteerde vorige maand in de oprichting van het platform Aarde, Boer, Consument (zie kader). Poppe is optimistisch: 'Niet alleen in Nederland, ook in landen als Italië en Frankrijk zie je boeren en consumenten in opstand komen tegen de fastfood-maatschappij, die leeft van intensief en industrieel geproduceerde agrarische grondstoffen. Onze voedselvoorziening is te belangrijk, te basaal om over te laten aan de grillen van de agro-food-business, de WTO en de Europese Unie.'

In de Derde Wereld is het nóg erger

Mondialisering in de landbouw bedreigt de boeren in het Westen. Maar is de vrijhandel dan soms wél in het voordeel van de armere boeren in de Derde Wereld? Nee dus. In de ontwikkelingslanden zijn de gevolgen zo mogelijk nog desastreuzer. De boeren kunnen er op minder (financiële) steun van de overheid rekenen en weten zich overgeleverd aan de wil van multinationals.

In India zijn bijvoorbeeld hele gebieden voor de katoenteelt ingericht, waarvoor veel water nodig is, vertelt Vandana Shiva van het International Forum on Globalization. Zodoende wordt grond én water onttrokken aan de zelfvoorzienende landbouw. Het zaad komt uit Amerika, hetgeen een bedreiging is voor de biodiversiteit. Shiva vindt het schandalig dat er zelfs nog geen garantie is dat de katoen op de Amerikaanse of Europese markt kan worden afgezet. Zij kan zich er daarom behoorlijk over opwinden dat haar regering het kleine beetje voorhanden subsidiegeld aanwendt voor de stimulering van de export. 'Terwijl Indiase kinderen honger lijden.'

Slim gekozen

Vandana Shiva staat sceptisch tegenover de onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO. De Derde-Wereldlanden hebben hun grenzen geopend voor westerse producten, maar omgekeerd is daar nog nauwelijks sprake van. 'Niet dat dat veel zal opleveren. Want als in Europa bananen mogen worden ingevoerd, zal alleen Chiquita daarvan profiteren en niet wij.'

Al jaren spreken de deelnemers aan de WTO af dat ontwikkelingslanden meer toegang moeten krijgen tot de westerse markten. Bij de laatste onderhandelingsronde, eind 1999 in Seattle, vroeg de Derde Wereld om die reden een evaluatie van eerder gemaakte afspraken, maar het Westen wilde liever nieuwe afspraken maken. 'Dankzij demonstraties in de straten van Seattle en de steun van de media, weigerden de ontwikkelingslanden daarmee akkoord te gaan,' zegt Joop de Koeijer, akkerbouwer en tot voor kort voorzitter van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV). 'Dit jaar worden de besprekingen hervat in het oliestaatje Qatar. Een slim gekozen locatie, want niemand komt daar zomaar in. Zo probeert de WTO de onderhandelingen aan het democratisch toezicht te onttrekken.'

Barbarij

Net als De Koeijer vindt ook Remi Poppe dat de landbouw buiten de WTO gehouden moet worden. 'Verdergaande liberalisering onder de wetten van de WTO betekent dat de internationale agro-foodindustrie, zoals Unilever, nog meer touwtjes in handen krijgt. Daaraan bungelen over de hele wereld de kleine landbouwers, omdat ze tegen elkaar uitgespeeld worden. Boeren concurreren elkaar kapot en wat overblijft zijn voedselfabrieken. Het gevolg is dat de verscheidenheid verdwijnt. Ik vergelijk het maar met de auto-industrie. Er bestaan wel verschillende automerken, maar eigenlijk lijken alle auto's op elkaar.'

Landbouwsocioloog Van der Ploeg deelt deze visie. 'Tot nu toe is de voedselproductie overal ter wereld in regels vastgelegd, door overheden, coöperaties, op dorpsniveau. Het idee om dat los te laten en over te laten aan de wetten van de vrije markt is je reinste barbarij. Als je dit proces zijn gang laat gaan, maken multinationals straks de dienst uit. Zij bepalen dan wat er verbouwd wordt en wat de consument eet.'

ABC van een alternatief landbouwbeleid

Een landbouw waarin het dier en het gewas weer centraal staat, waarin de boer een kwaliteitsproduct kan blijven leveren en waarin oog is voor natuur en milieu. Waarin de consument weet wat hij eet en daarvoor een eerlijke prijs betaalt. Daarvoor zet het onlangs opgerichte platform Aarde, Boer, Consument (ABC) zich in. Acht kritische boerenorganisaties zoeken daarin samenwerking met elkaar en met de consument, om te komen tot een andere landbouwpolitiek.

Productiebeheersing is de sleutel

De huidige ontwikkeling die gekenmerkt wordt door liberalisering en een steeds industriëler landbouw moet gestopt worden, zegt het platform in zijn 'manifest'. Een bloeiend sociaal leven op het platteland kan niet zonder een vitale boerenstand. Verantwoorde zorg voor het natuur- en cultuurlandschap is onmogelijk bij het huidige te lage inkomen van boeren, het verdwijnen van boerenbedrijven, de schaalvergroting en intensivering. Zorgdragen voor gezonde, veilige kwaliteitsproducten, met respect voor het dierenwelzijn en het milieu, kan niet bij een landbouwbeleid waar alleen prijsconcurrentie telt.

Daarom wil het platform Aarde, Boer, Consument werken aan 'een alternatief voor de mythe van de vrije markt, voor de marginalisering van de boerenlandbouw door de agro-food-industrie'. Boerengezinnen moeten met eerlijk, fatsoenlijk werken een eerlijk, fatsoenlijk inkomen kunnen verdienen. Nederland moet zijn soevereiniteit terugkrijgen om schadelijke producten buiten de deur te houden, in het belang van de gezondheid van mens en dier.

Tot slot stelt ABC: 'Er moet een andere landbouwpolitiek komen, ook op Europees niveau. Een beleid met als kernpunt flexibele productiebeheersing, die het aanbod in overeenstemming brengt met de vraag.' Nu krijgen Nederlandse boeren voor hun product de wereldmarktprijs. Maar omdat die prijs zo schrikbarend laag is, ontvangen ze van de overheid inkomenscompensatie. De overproductie wordt op deze manier niet verminderd en het gesubsidieerd dumpen van voedsel op de wereldmarkt gaat dan ook gewoon door. Flexibele productiebeheersing – die zijn waarde al heeft bewezen in de zuivelsector – maakt een eind aan de overschotten, waardoor vanzelf de prijzen voor de boeren zullen verbeteren. Inkomenssteun wordt daardoor overbodig en er komt een eind aan het dumpen.

Het manifest van platform ABC is ondertekend door vertegenwoordigers van de Werkgroep Landbouw en Armoede, Steunpunt Landelijke Boerinnenbelangen, Nederlandse Melkveehouders Vakbond, Stichting Handen af Melkleasen, Nederlandse Akkerbouw Vakbond, Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding, Kritisch Landbouw Beraad, Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. En door de SP, die deze groepen bijeen bracht.

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • column Jan Marijnissen: Afrekenen met Paars
  • Een duurzame, diervriendelijke landbouw. De meeste boeren willen niet anders, als ze daarmee tenminste een eerlijk en fatsoenlijk inkomen kunnen verdienen. Maar om dat te bereiken is een ander landbouwbeleid noodzakelijk dan minister Brinkhorst in gedachten heeft.
  • De strijd tegen discriminatie en criminalisering van Sinti en Roma is nog lang niet gestreden, vertelt Lalla Weiss. 'Zigeuners zijn vuil en ze stelen. En om niets wordt een heel bataljon politie opgetrommeld.'
  • De Europese Commissie krijgt er maar geen genoeg van. Nu wil ze de lidstaten verplichten al het openbaar vervoer over te laten aan de grillen van de vrije markt. Kink in de kabel: de rapporteur van het Europees Parlement in deze kwestie is SP'er Erik Meijer
  • Diverse SP-afdelingen organiseren voor de kinderen sport- en spelactiviteiten. Honderden jongeren doen eraan mee, en niet alleen zij zijn enthousiast.
  • Op 20 juli komt in Genua de G8 bij elkaar, de zeven rijkste landen plus Rusland. Tegelijk worden er 100.000 demonstranten verwacht. Om te pleiten voor een wereldorde die minder gebaseerd is op ongelijkheid en economische macht.
  • Nederlandse topmanagers strijken bedragen op waar je duizelig van wordt. Met het loze dreigement van een uittocht naar Amerika graaien ze zich rijk aan salarissen, opties en bonussen.