publicatie

Tribune 8/98: Ziende blind Horende doof: Nederlandse wapenhandel

Ziende blind,

horende doof

Hoe wapenleverancier Nederland zijn eigen principes verloochent


Foute landen, conflicthaarden, spanningsgebieden: "Hollands Glorie" is overal. Nederland staat wereldwijd op de bres voor eerbiediging van de mensenrechten, voor geweldloze oplossing van conflicten en voor ontwapening. Tot zover de beeldvorming. De werkelijkheid blijkt heel anders. We zijn een van de grotere wapenhandelaren in de wereld en schromen daarbij niet te leveren aan een reeks van "foute" regimes.

De grootste Nederlandse wapendeal van de laatste jaren was de levering van twee S-fregatten aan de Verenigde Arabische Emiraten. Defensie deed de oorlogsschepen van de hand nadat ze geheel gereviseerd waren door marinewerf De Schelde en van geavanceerde luchtafweersystemen waren voorzien door Hollandse Signaal Apparaten. Totaalopbrengst: zo'n 700 miljoen gulden. Aan de roerige Perzische Golf zijn niet alleen de volstrekt ondemocratische Emiraten goede klant van de Nederlandse wapenhandel. ook de buurlanden Bahrein en Qatar kopen bij ons voor tientallen miljoenen militaire goederen.

Het Platform tegen Wapenhandel doet in het onlangs verschenen boekwerk Nederlandse wapenhandel in de jaren '90 overzichtelijk uit de doeken hoe het staat met de militaire export vanuit ons land, met name naar niet-NAVO-lidstaten. Een prijzenswaardig karwei, want als het aan regering en wapenproducenten ligt, speelt deze handel zich grotendeels af achter rookgordijnen. En het is niet mis, wat de samenstellers boven water haalden. Hoe verder je leest in de nuchter opgesomde feiten, hoe minder je het beeld herkent dat de Nederlandse regering graag van zichzelf hooghoudt.

De theorie: vredesbeleid telt zwaarder dan commerciële belangen

"Nederland voert een restrictief wapenexportbeleid, waarbij overwegingen van vredesbeleid prevaleren boven strikt commerciële belangen," heet het al sinds het kabinet-Den Uyl. In latere jaren is dit standpunt nader uitgewerkt. Nederland levert niet aan landen die in oorlog zijn of waartegen een embargo van kracht is. Verder geeft de regering pas een exportvergunning af, nadat de mensenrechtensituatie in het ontvangende land getoetst is (zodat onze militaire producten niet gebruikt worden bij onderdrukking van de bevolking) en nadat vastgesteld is dat we niet te maken hebben met een "spanningsgebied", waar gewapend geweld of oorlog dreigt. Aan embargos houdt ons land zich (meestal) wel, maar met de naleving van de mensenrechten- en spanningsgebied-criteria is het droevig gesteld, zo blijkt uit het boek. Heel droevig.

De praktijk: Nederland levert naar hartelust wapens in conflicthaarden

Van alle Nederlandse wapenexport naar niet-NAVO-landen gaat liefst 43 procent naar het Midden-Oosten, spanningsgebied bij uitstek en bovendien een regio waar democratie en vrijheid van meningsuiting nauwelijks bestaan. Tweede grote afzetmarkt is het Verre Oosten, waar zich een heuse wapenwedloop afspeelt. Ons land is betrokken bij de modernisering van de luchtmacht van Taiwan en levert tegelijkertijd optische apparatuur aan aartsvijand China. Zuid-Korea - dat op zeer gespannen voet leeft met Noord-Korea - kocht in de jaren '90 voor bijna 300 miljoen gulden Nederlandse militaire technologie in. Thailand, Maleisië, Indonesië en Singapore zijn elk goed voor tientallen miljoenen.

Over spanningsgebieden en mensenrechten gesproken...!

Het conflict tussen India en Pakistan laaide dit voorjaar weer hoog op, nadat beide landen kernproeven verrichtten. Ons land is volop betrokken bij de bewapening van deze kemphanen. Aan Pakistan verkochten we radarsystemen, Alouette-helikopters en Fokker F-27's. Tegelijkertijd was Nederland na Rusland en Groot-Brittannië de derde wapenleverancier aan India: 237 miljoen aan strategische goederen, waaronder veel radar- en vuurleidingsapparatuur.

Over spanningsgebieden en mensenrechten gesproken...!

Turkije is het meest ondemocratische en instabiele NAVO-lid, maar krijgt volop militair materieel uit Nederland aangevoerd. Defensie leverde zestig NF-5 jachtvliegtuigen, die onder meer in de strijd tegen de Koerden gebruikt worden, net zoals de honderdduizenden granaathulzen die Eurometaal mag leveren. Buitengaats heeft Turkije heftige conflicten met Griekenland over Cyprus en de Egeïsche Zee. Daarbij kan het land bouwen op de hoogwaardige radar-, communicatie- en vuurleidingsapparatuur waarmee Hollandse Signaal bijna de hele Turkse marine heeft uitgerust.

Militaristisch Nederland is trots op zijn technologische hoogstandjes

Met alle "terughoudendheid" heeft Nederland van 1990 tot en met 1996 voor zo'n 6 miljard gulden aan militaire goederen uitgevoerd, waarmee we zevende staan op de lijst van wapenexporterende landen. Aan de basis van dit "succes" ligt een intensieve samenwerking tussen overheid, leger en industrie. De regering biedt exportondersteuning aan de wapenproducenten, stopt honderden miljoenen in militair onderzoek, zorgt voor een grootse presentatie van "onze" producten op internationale wapenbeurzen en loodst de exportvergunningen gladjes door het parlement. Nederlands grootste wapenproducent is Hollandse Signaal Apparaten (HSA) uit Hengelo, in 1990 overgenomen door het Franse Thomson. HSA is gespecialiseerd in geavanceerde systemen voor opsporing van doelen en aansturing van projectielen (vuurleiding). Het produceert ook het snelvuurkanon Goalkeeper. Signaal neemt in zijn eentje de helft van de Nederlandse militaire export voor zijn rekening en levert aan vele landen. Met zijn technologische hoogstandjes is HSA de trots van militaristisch Nederland.

De belangrijkste overige Nederlandse wapenproducenten zijn de werven De Schelde en RDM (onderzeeërs), Eurometaal (munitie), Delft Instruments (vooral bekend van nachtzichtapparatuur, die het bedrijf nog tijdens de Golfoorlog aan Irak bleek te leveren) en de militaire poot van Fokker (overgenomen door Stork). Belangrijk spinnetje in het web is TNO, dat talloze onderzoeken doet in opdracht van de overheid en de ontwikkelde technologie weer doorlevert aan binnen- en buitenlandse wapenindustrieën. Sensoren, simulatie, telecommunicatie, stealth-technologie, TNO heeft er internationaal een grote naam mee opgebouwd.

Gmelich Meijling reisde met succes rond als "handelsreiziger in oorlogstuig"

Defensie zelf is overigens na HSA de grootste wapenexporteur. Het einde van de Koude Oorlog, bezuinigingen op defensiematerieel en vernieuwing ervan maakten in de afgelopen jaren veel wapens overbodig - en tot handelswaar. Twee jaar geleden deed de Tribune uitvoerig verslag van de avonturen van VVD-staatssecretaris Gmelich Meijling als "handelsreiziger in oorlogstuig", Constant was hij op pad om bij generaals en sjeiks, op beurzen en shows onze fregatten en mijnenvegers, jachtvliegtuigen, tanks, pantserrupsvoertuigen, helikopters, houwitsers, mortieren en tienduizenden handvuurwapens aan de man te brengen. Dat deed hij met veel succes - en met weinig omzien naar de criteria van mensenrechten en spanningsgebieden. "Ach," zei hij eens, "ik leen me voor de goede kansen voor Nederland en heb er nog plezier in ook."

Sinds 1991 heeft Defensie voor circa 2 miljard gulden aan overtollige wapens verkocht. Daarvan hoeft ze per jaar maar 30 miljoen af te geven aan minister Zalm van Financiën. Met de rest kan Defensie weer nieuwe speeltjes kopen.

Opzienbarend was bijvoorbeeld de verkoop van 611 pantserwagens aan Egypte, toonbeeld van een land dat niet voldoet aan de criteria voor export. De Tweede Kamer kreeg de deal pas in de gaten toen de pantserwagens al klaarstonden voor verscheping. Op onnavolgbare wijze suste minister Van Mierlo de zaak: "Had Egypte deze voertuigen niet gekocht, dan had het elders voor meer geld zulke voertuigen moeten aanschaffen." Bovendien, zo benadrukte Van Mierlo, ging het om een "eenmalige order".

"Dat blijkt nu dus niet waar te zijn," zegt Frank Slijper, co-auteur van het boek over de wapenhandel. "Zeer recent, na de publicatie van ons boek, hebben we ontdekt dat er onderhandelingen gaande zijn over de verkoop van twee onderzeeërs aan Egypte. Die zijn jaren geleden door Defensie aan het noodlijdende RDM overgedaan, samen voor een prikkie van 10 miljoen. Nu dreigen ze verkocht te worden aan Egypte, waarbij Amerika een fors aandeel zou hebben in de modernisering van de boten. Ondertussen is ook Israël bezig zijn onderzeevloot uit te breiden en nucleair op te tuigen."

Over spanningsgebieden gesproken...!

Om wapens te kunnen verkopen moet Nederland wel twéé oogjes toeknijpen

Waarom verkoopt Nederland zoveel wapens en waarom zo vaak aan "foute" landen? Het blijkt een simpel stukje marktwerking. Nederland heeft zelf een te kleine wapenbehoefte om er een volwaardige defensie-industrie op na te houden. Wil de bestaande wapenindustrie overleven, dan moet ze dus exporteren. En behoefte aan wapens is er nu eenmaal juist in spanningsgebieden en juist bij ondemocratische en onderdrukkende regimes. Daar bevindt zich "de markt" en om wapenverkoop mogelijk te maken moet de Nederlandse regering dus het linkeroog van het mensenrechtencriterium én het rechteroog van het spanningsgebiedencriterium steeds weer toeknijpen.

Blijft de vraag waarom de regering bereid is haar mooie principes op te offeren om de Nederlandse wapenindustrie in leven te houden en daar nog geld bij te leggen ook. Officieel is er altijd weer het argument van de werkgelegenheid. Maar volgens de schrijvers van het boek zou een andere investering van hetzelfde geld weleens meer en duurzamer banen kunnen opleveren en heeft Nederland een heel andere reden om zijn wapenindustrie te steunen. Dat wij als klein land belangrijke defensiebedrijven in huis hebben, geeft ons meer inspraak in bijvoorbeeld het materieelbeleid van de NAVO. Hollandse Signaal, met zijn geavanceerde elektronica, speelt in deze redenering een hoofdrol. Nu de wereld in de Golf heeft kunnen zien dat een oorlog niet zozeer gewonnen wordt met brute bommen maar met de slimme aansturing ervan, is Nederland wát trots een van de belangrijkste producenten van deze high tech in huis te hebben. Onze wapenindustrie is niet belangrijk voor de economie, maar wel voor de Nederlandse invloed op defensieontwikkelingen.

Harry van Bommel: "We moeten de criteria voor exportvergunningen véél duidelijker vastleggen"

SP-kamerlid en defensiespecialist Harry van Bommel kreeg het eerste exemplaar van Nederlandse wapenhandel in de jaren '90 aangeboden. "Wat mij het meest dwars zit in deze militaire handel," zegt Van Bommel, "is hoe de regering de criteria voor exportvergunningen oprekt. Vroeger gold dat geen wapens geleverd mochten worden aan landen die de mensenrechten schenden, nu wordt dat zo geïnterpreteerd dat het door ons geleverde materieel niet mag worden ingezet bij die schending. En dat het spanningscriterium keer op keer wordt overtreden, is overduidelijk - of je moet onder "spanning" wel een regelrechte oorlog verstaan. De controle door de Tweede Kamer is een farce. Wij krijgen achteraf lijstjes met totaalbedragen van de wapenverkopen per land. De exportvergunningen terugdraaien kan dan al niet meer."

Op de vraag wat er moet gebeuren antwoordt Van Bommel: "De SP streeft naar ontwapening, maar erkent het recht van ieder land om een leger in stand te houden voor zijn verdediging. Dan moet je ook wapenproductie en wapenhandel toestaan. Maar wij zien geen enkele reden voor overheidssteun aan deze sector. Ook moet de regering stoppen met de schandalige geldsmijterij op wapenbeurzen als in Singapore en Abu Dhabi, waar aan boord van Nederlandse fregatten "onze" producten verlekkerd aangeprezen worden. Wapenhandel uitbannen zie ik vooralsnog als een romantische droom, maar wat we wel kunnen en moeten doen, is de criteria voor exportvergunningen en de toepassing daarvan véél duidelijker vastleggen en die regels vervolgens ook echt naleven."

Platform tegen Wapenhandel, Nederlandse wapenhandel in de jaren '90, Uitgeverij Papieren Tijger, ISBN: 90 6728 098 4, winkelprijs F 29,90

Tribune-lezers kunnen het boek met speciale korting bestellen. Maak F 25,00 (F 19,90 plus F 5,10 verzendkosten) over op giro 6217416 van AMOK-Maritiem te Amsterdam, o.v.v. Nederlandse wapenhandel en het boek wordt u automatisch toegestuurd.

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • Enkele duizenden deeltijdwerkers bij de PTT komen om in het werk, maar staan wellicht op 1 januari op straat. Privatiseren gaat opnieuw van "au".
  • Interview: "Je eigen verantwoordelijkheid is vooral het zorgen voor het instandhouden van onze gezondheidszorg". Schrijfster Karin Spaink over (onder andere) gezondheid en Internet.
  • Weg met de recreatieplassen zonder toeters en bellen waar je gewoon gratis van de zeldzame zonnige dagen kunt genieten. Dat vindt tenminste het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij. De toekomst is aan pretparken met een hek en een slagboom. Maar zónder overheidssubsidie.
  • Elk jaar verdwijnen honderden asielzoekende kinderen. Soms worden er enkelen bij toeval teruggevonden - in een bordeel. Van gerichte opsporing komt echter niets terecht. Want er zijn geen ouders die aan de bel trekken en voor de politiek bestaat het probleem niet. Een relaas over een onthutsend gebrek aan aandacht.
  • Helemáál privatiseren of helemaal níet privatiseren? Jan de Wit (SP) en Agnes Jongerius (FNV) gaan stevig met elkaar in debat over de uitvoering van de sociale zekerheid.
  • Theo de Buurtconciërge; strip van Wim Stevenhagen