Onderwijs en sport

Kleinschalig onderwijs

en korte lijnen tussen docenten en de directie. Wij verzetten ons tegen de schaalvergroting in het onderwijs omdat het leidt tot meer bureaucratie en minder aandacht voor leerlingen. Daarnaast leidt het tot een nieuwe bestuurslaag van professionele managers die op relatief grote afstand van het klaslokaal staan.

We voeren een kleine klassenstrijd. We werken naar klassen van maximaal 23 kinderen, te begin­nen op scholen met veel kinderen uit armere gezinnen. Zo verlagen we de werkdruk voor docenten, terwijl ieder kind meer aandacht kan krijgen. Elk kind verdient gelijke kansen, scholen mogen kinderen niet meer uitsluiten door een hoge ouderbijdrage. Niet dure particuliere instituten, maar scholen zélf gaan leerlingen waar nodig bijspijkeren. We verlagen de werkdruk en stoppen de onnodige bureaucratie voor docenten.

 

 

 

Feiten en cijfers

Driekwart van de leraren werkzaam in het regulier onderwijs geeft aan dat zij soms of nooit voldoende passende begeleiding of zorg kunnen bieden aan de leerlingen op hun school of in hun klas.

Er zijn 1,5 miljoen laaggeletterden in Nederland, maar er verdwijnen steeds meer bibliotheken. In 2015 waren er nog 1002 vestigingen, in 2018 waren dat er al 70 minder.

 

 

 

Wat moet er gebeuren?

Onze standpunten

  1. De SP wil dat leraren meer vrijheid krijgen om hun vak naar eigen inzicht in te vullen. De lerarenvergadering en niet de directie bepaalt het onderwijskundig beleid. Wij versterken ook de zeggenschap van docenten in het bestuur, onder andere door hen instemmingsrecht te geven op de begroting van scholen.
  2. In het basisonderwijs bestaat één op de 11 klassen uit 30 leerlingen of meer. Te grote klassen zijn een van de grootste ergernissen van leerkrachten en ouders. Het doet afbreuk aan de kwaliteit van het onderwijs. Kleine klassen zorgen voor meer aandacht en ondersteuning voor de leerlingen en verlagen de werkdruk van leraren. Nu de wet passend onderwijs tot grote problemen leidt, zijn kleinere klassen extra noodzaak. Het is niet voor niks dat particuliere scholen adverteren met kleine klassen en meer aandacht per leerling. Immers, het werkt.
  3. De SP heeft samen met D66 een initiatiefwetsvoorstel gemaakt, die per direct een einde maakt aan megaklassen van dertig of meer leerlingen in het basisonderwijs. Het voorstel regelt op termijn een gemiddelde klassengrootte van 23 leerlingen per school of locatie. Wanneer dat gerealiseerd is, gaan we wat de SP betreft op langere termijn terug naar 21 leerlingen per klas.
  4. Goed beroepsonderwijs begint bij het contact tussen student en docent. De SP vindt dat het middelbaar beroepsonderwijs te grootschalig is geworden. Er zijn grote ROC’s ontstaan met tienduizenden studenten per instelling. Zo zijn leerfabrieken ontstaan met te veel managers en te weinig docenten. Er gaat veel geld verloren door bureaucratie; geld dat de SP liever besteedt aan beter onderwijs en meer docenten.
  5. Niet particuliere instituten, maar scholen zélf gaan leerlingen die dat nodig hebben hulp aanbieden. Goed onderwijs mag geen dure luxe worden, particulier onderwijs leggen we daarom aan banden.
  6. Kinderen hebben recht op goed onderwijs. Leren is wat de SP betreft meer dan rekenen en taal. We willen onze kinderen goed voorbereiden op de samenleving. Dat betekent voldoende aandacht voor rekenen en taal, maar ook voor muziek, kunst en cultuur en het leren omgaan met verschillen.
  7. Om leerkrachten meer ruimte te geven zetten we in op extra ondersteuning, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten. Zeker met het zogenaamde passend onderwijs, waarbij meer kinderen uit het speciaal onderwijs naar reguliere scholen gaan, hebben leerkrachten extra ondersteuning nodig.
  8. Op middelbare scholen komt meer aandacht voor filosofie, religie en levensbeschouwing, waarbij leerlingen kritisch leren nadenken over hun eigen achtergronden en leren omgaan met andersdenkenden. Het bespreken van het slavernijverleden wordt een vast onderdeel in de lesprogramma’s in het middelbaar onderwijs. Daarnaast moet leerlingen worden bijgebracht wat de ontstaansgeschiedenis is van onze huidige samenleving, en de daarmee gepaard gaande vrijheden.
  9. Het onderwijs wordt beter als meer leraren goed opgeleid zijn. Onbevoegd lesgeven moet worden bestreden. Leraar zijn is een vak. Dat vak verdient bescherming én beloning. Voordat je het vak kunt uitoefenen moet je een bevoegdheid halen. Er bestaan op dit moment te veel uitzonderingen op die eenvoudige regel, met als resultaat dat er veel onbevoegd wordt lesgegeven. Onbevoegd lesgeven gebeurt vooral bij vakken waar tekorten zijn. De beleidsvrijheid van schoolbesturen is te groot. Het beroep van leraar wordt op deze manier alsmaar uitgehold. Onbevoegd lesgeven moet zoveel mogelijk worden tegengegaan.
  10. Volgens de SP geldt als uitgangspunt: wie voor de klas staat, is bevoegd. De uitzonderingen op die regel worden stapsgewijs beperkt. Onbevoegde leraren moeten van hun werkgever de mogelijkheid krijgen om binnen twee jaar hun bevoegdheid te halen. We streven naar 100 procent bevoegde lessen. Tegelijk willen we het aantrekkelijk maken dat leraren tijdens hun loopbaan doorleren en vervolgopleidingen doen.
  11. Grote onderwijshervormingen worden nooit meer top-down, over de hoofden van scholieren en docenten doorgevoerd. Via de medezeggenschap wordt ook formele inspraak en instemming geregeld.
  12. De 1,5 miljoen laaggeletterden in Nederland - of mensen die geletterd zijn in een andere taal dan het Nederlands- moeten meer en betere mogelijkheden krijgen om te leren lezen en schrijven. De regering dient erop toe te zien dat gemeenten een goed en laagdrempelig aanbod van educatie/volwassenenonderwijs aanbieden. Ook bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen en waar nodig hun personeel bijscholen.
  13. Het volwassenenonderwijs voor taal en rekenen is een belangrijke publieke voorziening. Dit mag niet aan de markt worden overgelaten. De bereikbaarheid van bibliotheken speelt een grote rol bij de aanpak van laaggeletterdheid. Helaas is er de afgelopen jaren in veel gemeenten fors bezuinigd op bibliotheken. De SP vindt dat er een wettelijk minimum moet komen voor tenminste één bibliotheek per gemeente. Zo wordt ervoor gezorgd dat er geen gemeenten zonder bibliotheken zijn. Daarnaast is in grotere gemeenten of in gemeenten met veel kleine kernen die ver uit elkaar liggen één enkele bibliotheek natuurlijk nooit voldoende.

 

 

 

Wat jij kunt doen!

De SP is elke dag binnen én buiten de Tweede Kamer actief. Wij geloven dat politiek niet alleen maar praten moet zijn, maar dat je ook moet doen waar je in gelooft. Een beter Nederland is mogelijk!

Dus sluit je aan en word lid van de SP!  

Word lid van de SP!

Of schrijf je hieronder in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte.