publicatie

Spanning augustus 2012 :: Peter de Goeje: Met solidaire groet

Spanning, augustus 2012

Met solidaire groet

Tekst: Hans van Heijningen

Peter de Goeje (1943) spant zich sinds 1971 in voor technische en wetenschappelijke hulp aan Vietnam. Zijn boek geeft zowel een goed beeld van de complexiteit van de hulprelatie als van de maatschappelijke veranderingen, die zich niet alleen in Vietnam maar ook in Nederland voor hebben gedaan. Uit zijn beschrijvingen, analyses en verhaaltjes van de straat blijken betrokkenheid, humor en relativeringsvermogen. Het boek leest als een trein.

De Goeje groeit op in een gezin waarin waardering voor de Amerikaanse bevrijder vanzelfsprekend is. Maar uit woede over de nietsontziende Amerikaanse bombardementen op Vietnam, sluit hij zich aan bij wetenschappers en studenten die iets willen doen tegen de barbarij. ‘Ondertussen was er in Nederland van alles aan de hand. We wilden een rechtvaardiger samenleving en dachten dat het socialisme en feminisme uitkomst zouden bieden.’ Hij vormt samen met anderen een woongroep, die vervolgens ook weer betrokken raakt bij de steunprojecten voor Vietnam. Logisch, want het persoonlijke is politiek: een opvatting die in die tijd nauw aansluit bij wat leeft onder studenten en scholieren.

Hightech en communicatieproblemen

Terwijl zijn vrienden zich toeleggen op het ontwikkelen van goedkope, simpele en handzame apparatuur – zoals een cardiofoon en apparatuur waarmee je in het oerwoud medisch gereedschap kunt reinigen – blijkt het verdomd lastig om via de Vietnamese Ambassade in Parijs helderheid te krijgen over waar de meeste behoefte aan is. Nog ingewikkelder wordt het als je op werkbezoek in Noord-Vietnam communistische functionarissen tegenkomt die geen idee hebben waarvoor je komt, namens wie en waarom. Als je ook nog achterna gezeten wordt door een soldaat die het op jouw fotorolletjes heeft voorzien, of je dure apparatuur van het Komitee onder een afdakje in een rijstveld ziet staan, dan slaat de twijfel soms wel toe.

Met vallen en opstaan weet het Komitee Wetenschap en Techniek voor Vietnam het Ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking te betrekken bij de technische projecten. De solidariteitsactivisten hebben de tijd mee. Medewerkers van Bureau Buitenland van de Universiteit van Amsterdam zijn niet te beroerd om in 1981 een technicus in tijdelijke dienst te nemen die, tegen het Amerikaanse boycotbeleid in, geavanceerde apparatuur in het inmiddels bevrijde Vietnam gaat repareren. Langzaam maar zeker gaat het om tientallen projecten waar miljoenen euro’s en vele tientallen Vietnamese studenten en academici bij betrokken zijn.

Het is geen kwestie van voortdurend stapjes vooruit zetten en geleidelijkheid. Meermaals openen politici van VVD en CDA frontaal de aanval op de technische en universitaire samenwerking met Vietnam. Aanleiding daarvoor zijn de interventie in Cambodja, de problematiek van de bootvluchtelingen en de beschuldiging dat de universitaire samenwerking een steun in de rug van het communistisch regime zou zijn. Uit De Goejes relaas kun je de conclusie trekken dat overtuigde en volhardende individuen in dit soort crisissituaties het verschil maken. Zonder dat de auteur naar erkenning hengelt, verdient hij complimenten voor zijn inzet en volharding. Een van de Nederlanders die mede door de inzet van De Goeje in Vietnam aan de slag gaat, is SP-kaderlid Vincent Mulder, die er als bijenexpert in Vietnam (1986-1992) aan bijdraagt dat de honingexport in die jaren spectaculair stijgt.

Doorzetter

Vertegenwoordigers van de internationale solidariteit met uiteenlopende landen hebben van oudsher een dubbele relatie met de wereld van ontwikkelingssamenwerking. Terwijl de activisten in de jaren zeventig en tachtig toegang hebben tot projectfinanciering en op de nodige sympathie kunnen rekenen, bekoelt die relatie daarna. De Goeje ervaart dat persoonlijk door zijn gedwongen vertrek van Bureau Buitenland naar de faculteit van Natuur- en Sterrenkunde en van daaruit naar een – overigens succesvolle – eenmanswinkel.

Naarmate de twijfels over het nut van de ontwikkelingssamenwerking groeien, gaan beleidsmakers van ministeries in een steeds hoger tempo op zoek naar de heilige graal, de ontwikkelingsformule die echt werkt. Discussies over ownership, medefinanciering en tijdsschrijven worden steeds belangrijker, terwijl de mensen in Vietnam waar het uiteindelijk om gaat steeds meer achter het behang verdwijnen. Universitaire samenwerking en solidariteit ontaarden in dienstverlening aan derden tegen kostprijs.

Hoe moeten we de inzet van activisten als De Goeje beoordelen? De auteur legt die vraag voor aan een Vietnamese vriend. Het antwoord stemt tot nadenken: ‘Jullie hulp is als de oorlog tegen de Amerikanen: de geschiedenis is zo gelopen. Niemand heeft erom gevraagd. Meer valt er niet over te zeggen. Dat je onze universiteiten geholpen hebt, is prima. Jij hebt gedaan wat je het beste vond. Maar ook zonder de hulp uit Nederland zouden wij er gekomen zijn. Natuurlijk, als je huis is verwoest, kan je naar Vietnam komen en bij mij logeren. Je bent van harte welkom, ook zonder ramp. Het is klein, dat weet je, dus het is behelpen.’

Peter de Goeje: Met solidaire groet,

KIT Publishers, Amsterdam 2012

€ 24,50

ISBN 946-0222-06-4