publicatie

Spanning september 2011 :: Griekenland als probleemzone in Europa

Spanning, september 2011

‘In de Eurozone zijn geen democratische oplossingen mogelijk’

Griekenland als probleemzone in Europa

Tekst: Diederik Olders en Sjaak van der Velden Foto: Suzanne van de Kerk

In augustus ontmoetten we, voorafgaand aan een informele ontmoeting van moderne linkse partijen op Schiphol, Vangelis Chorafas. Vangelis is uitgever van de Griekse versie van het Amerikaanse onafhankelijke socialistische tijdschrift ‘Monthly Review’. Ook was hij uitgever van de Griekse vertaling van Jan Marijnissens boek ‘Tegenstemmen’. Hij opereert als partijloze socialist sinds hij in 2001 de PASOK, zeg maar de Griekse PvdA, vaarwel heeft gezegd vanwege het rechtse beleid van die partij. Hij onderhoudt goede contacten met de diverse linkse partijen in Griekenland zonder zich bij een van die organisaties aan te willen sluiten.

Hoe staat het op dit moment met de straatprotesten in Griekenland? In de Nederlandse pers lezen en horen we er niet meer zo veel over.

‘Vanwege de zomervakantie is er een pauze in de demonstraties ingelast, maar vanaf 3 september zullen ze terugkomen. Dat is de oprichtingsdag van PASOK en die grijpen we aan om de demonstraties te hervatten. Tot half juli waren er iedere dag demonstraties van honderdduizend, soms tweehonderdduizend mensen en daar was de regering flink van onder de indruk; ze waren echt bang. Ook al omdat die sociaal-democratische partij van Papandreou het zwaar te verduren had; er zijn zelfs bestuursleden van PASOK op straat bedreigd.

De beweging op straat in Athene is trouwens verdeeld. Het Syntagma-plein in Athene waar de demonstraties plaatsvinden, bestaat uit een hoger gelegen en een lager gelegen deel. Op het hoger gelegen deel vind je wat je kan noemen de volksbeweging; op het lager gelegen deel demonstreren de verenigde linkse politieke partijen. De volksbeweging is minder georganiseerd, daar komen de mensen samen die verontwaardigd zijn over wat er allemaal gebeurt zonder dat ze een doordacht politiek alternatief bieden. Vergelijkbaar met de demonstraties van de ‘Indignados’ (‘verontwaardigden’ –red.) in Spanje. Daar heerst een volslagen wantrouwen naar de politiek, ook de linkse.’

Wat verklaart volgens jou die woede, die verontwaardiging?

‘Mensen zijn boos over de gevolgen van de afspraak tussen Griekenland, Europa en het IMF over de steun aan Griekenland. Die steun wordt alleen verleend als de regering fors bezuinigt en de staat afslankt. Voor veel mensen betekent dat een bedreiging van hun leefomstandigheden, bijvoorbeeld doordat de pensioenen en lonen werden verlaagd. En er komt een tweede memorandum aan, met nog meer privatiseringen en bezuinigingen op de sociale voorzieningen.

Vooralsnog werken de plannen alleen maar averechts. De economie is vorig jaar met 4,5 procent gekrompen en de verwachting is dat de krimp dit jaar nog groter zal zijn: 6,5 procent. De overheidsschuld als percentage van het nationaal inkomen was 143 procent in 2010, de verwachting voor dit jaar is 158 en voor 2012 zelfs 166 procent. Het begrotingstekort daalt iets, maar blijft in de buurt van de 9-10 procent. De officiële werkloosheid is gestegen naar 20 procent, en onder jongeren is die zelfs 35 procent. Dus het is begrijpelijk dat veel mensen en dan vooral jongeren de straat op gaan.’

In Nederland en andere West-Europese landen wordt vaak gesproken over luie Grieken met hoge lonen en pensioenen. En natuurlijk de corruptie.

‘De lonen en pensioenen zijn inderdaad redelijk goed. Dat is te danken aan de kracht van de Griekse vakbeweging die voor haar leden veel heeft weten te bereiken, daar lijkt me niets mis mee. Corruptie is iets anders. Dat heet bij ons Fikalakia, dat betekent ‘enveloppen’. Die naam duidt op een gebruikelijke manier om dingen voor elkaar te krijgen; je schuift de ander een envelop met inhoud toe. Dat komt echt op heel grote schaal voor. Daar moet zeker iets aan gebeuren.’

Hoe wordt er in Griekenland volgens u gedacht over oplossingen voor de financiële crisis?

‘De Troika, zoals wij dat noemen, het IMF, de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie, willen dat Griekenland 50 miljard euro ophaalt door staatsbedrijven te privatiseren. Ik denk niet dat dit zal lukken. De afgelopen jaren zijn er al grote privatiseringsprojecten geweest, met veel weerstand. De waarde daarvan komt niet in de buurt van die

50 miljard. Er zijn echt wel mensen die vinden dat er iets moet gebeuren en dat er bedrijven kunnen worden verkocht, maar om dan de nutsbedrijven te privatiseren gaat ze weer te ver. Een van de grootste nutsbedrijven in Griekenland is trouwens de nationale loterij en daar moeten ze helemaal van afblijven want die levert veel winst op. En we hebben inkomsten nodig voor de overheid om uit deze crisis te komen.

Er leven echter ook nogal wat illusies over een oplossing. Sommigen denken dat er genoeg olie in de Ionische zee zit om het land uit de problemen te helpen. Die olie zit er inderdaad. Maar voordat je zover bent dat die olie gewonnen kan worden, ben je vele jaren verder. Dat is echt lange-termijnwerk.

Anderen denken dat we geen steun in Europa moeten zoeken, maar bij de Russen. Dat idee leeft vooral bij uiterst rechtse Grieken die denken dat we door de orthodoxe kerk een band met de Russen hebben. Dat zijn de mensen die ook denken in samenzweringen, dat alle Griekse ellende de schuld is van de Bilderbergconferenties of het zionisme. Ze vergeten echter dat Rusland heel andere belangen heeft. Datzelfde geldt voor China, waar weer anderen op inzetten. De Russen en vooral de Chinezen hebben meer belang bij een goede verstandhouding met de Amerikanen en daarom zullen ze nooit het machtsevenwicht in het oosten van de Middellandse Zee verstoren.’

Vangelis Chorafas

Speelt de geopolitieke omgeving van Griekenland een rol?

‘Zeker. Vergeet niet dat de NAVO als verenigende macht steeds belangrijker wordt voor Europa. Griekenland moet binnen Europa blijven en daarom pusht Amerika de Duitsers om tot een oplossing te komen. Het zou voor de NAVO echt een ramp zijn als Griekenland naast het bondgenootschap komt te staan. Griekenland is een tegenmacht voor de groeiende macht van Turkije en Griekenland kan ook als een springplank fungeren voor de integratie van de Balkan in de NAVO. Daarom laten ze ons niet vallen.’

Maar hoe verklaar je de problemen van jouw land binnen Europa? Afgezien van die geopolitieke kant?

‘Er bestaat in de Europese Unie een grote onevenwichtigheid tussen het zuiden en het noorden. Het zuiden, en mijn land is daar een voorbeeld van, heeft een zwakke reële economie in verhouding tot de landen in het Noorden. Door de eenwording van de markt is het laatste beetje industrie bij ons weggetrokken. Wat we overhebben is toerisme en een economie die voor een groot deel draait op de zwarte markt en kleine bedrijfjes. Daar valt voor de overheid geen belasting te heffen. Er zijn belastingverhogingen, maar juist in de tijd van heftige bezuinigingen probeert iedereen te overleven en nog meer dan voorheen uit de handen van de fiscus te blijven. Deze situatie is onstaan doordat de Europese Unie alleen een economische unie is, en geen politieke. Europa kan geen economisch beleid voeren, maar alleen volgen.’

Welke mogelijkheden zie je om uit de problemen te komen?

‘Voorop staat wat mij betreft dat we niet uit de euro kunnen stappen. Al zouden we willen, de regels en wetten zitten zo in elkaar dat je er praktisch gezien niet uit kan. Wat wel kan, is dat we naast de euro weer een eigen munt gaan voeren waarmee monetaire politiek kan worden gevoerd. De vroegere EMU heeft ook op die manier gewerkt; een soort euro op de achtergrond. Ook bestaat de mogelijkheid om van één eurozone over te stappen op twee eurozones: een voor het noorden en een voor het zuiden, zodat de sterkste niet automatisch de zwakste leegzuigt. Dan wordt het weer mogelijk om door devaluaties de eigen munt goedkoper te maken en zo de export te bevorderen; nu is dat allemaal onmogelijk. De sociaal-democraten lijken nu vooral te denken aan een fiscale unie zodat het belastingregime in de eurolanden centraal wordt bepaald; maar dan blijft gelden dat Griekenland, Spanje en Portugal maar misschien ook Italië en Frankrijk het zwakste zijn.’

Hoe denken de Griekse linkse partijen hierover?

‘Links is verdeeld. De communisten van de KKE denken daar heel simpel over. Er moet een volkseconomie komen en Griekenland moet uit de NAVO en de euro. Een erg simpele, maar niet erg reële optie. Bovendien weigert de KKE om deel te nemen aan de vele volksbewegingen.

Syriza,een partij vergelijkbaar met Die Linke uit Duitsland, zet in op een ander Europa. De vraag is dan natuurlijk welke strategie moet worden gevolgd om daar te komen. Syriza steunt plannen om tot een dubbele munteenheid te komen, maar werkt ook mee aan praktische oplossingen omdat ze niet in een meerderheidspositie zitten. Heel praktische linkse politiek bedrijven dus.

In PASOK kiest men voor de sociaaldemocratische oplossing. Binnen die partij is het onmogelijk om oppositie te voeren. Zelf ben ik er in 2001 al uitgegaan, ik zat in het Centraal Comité maar kon me niet meer verenigen met de steeds rechtsere koers. Er zijn in de loop der jaren acht afscheidingen geweest van PASOK, maar de partij komt niet in beweging; niet naar links in elk geval. Er zitten veel bestuurders zo vast in het bestaande systeem, die willen niets veranderen.’

Hebben linkse plannen kans van slagen?

‘Ik verwacht dat bij de komende verkiezingen links flink zal winnen. Syriza heeft nu 13 zetels en staat in de peilingen soms op 23-24. Dus het zouden er zo maar 16 tot 20 kunnen worden. Links van PASOK gebeurt er dus wel wat; dat biedt perspectief. Misschien komt er een brede coalitie en daarin kan links dan zijn punten proberen binnen te halen.’

Hoe zie je zelf de toekomst? Wat moet er gebeuren om Griekenland uit het slop te halen?

‘We moeten in ieder geval niet terug naar de oude situatie van vóór de Europese Unie. Griekenland heeft in de jaren negentig geprofiteerd van Europa, en we moeten nu een oplossing zien te vinden. Een groot probleem is echter dat wat er ook gebeurt, er door de huidige regelgeving geen democratische oplossingen mogelijk zijn. Europa is namelijk niet democratisch. Het bestaande noodfonds zit ook financieel al in de problemen, daar een aantal landen niet deel kan nemen omdat ze zelf in de problemen zitten: Spanje en Portugal. Dadelijk komt Italië daar nog bij en zelfs Frankrijk dreigt haar AAA-status kwijt te raken. Dan wordt het aantal landen dat het noodfonds moeten vullen wel heel beperkt, en de vraag is of daar in die landen wel steun voor is.’

Zetelverdeling Grieks parlement

Rechts

LAOS, Nationaal-democraten:15

Nea Dimokratia: 91

Links

PASOK (Panellinio Sosialistiko Kinima, Panhelleense Socialistische Beweging): 160

KKE (Kommunistiko Komma Elladas, Communistische Partij van Griekenland): 21

Syriza (Synaspismós Rizospastikís Aristerás, Coalitie van Radicaal Links): 13

Griekenland (Hellas)

(‘Griekse democratie’)

Bevolking

Inwoners: 10,7 miljoen

Levensverwachting: 79,9 jaar

(Nederland 79,7 jaar).

Religie: Grieks orthodox (92 procent).

Bevolking onder de armoedegrens: 20 % (Nederland 10,5 %).

Politiek

Hoofdstad: Athene

Onafhankelijk van het Ottomaanse Rijk sinds 1828 na een opstand die in 1821 begon.

Republiek sinds 1974. Er waren al eerdere republieken (1828-1833, 1924-1935) maar die werden telkens vervangen door koninkrijken en een militaire dictatuur (1967-1974).

Parlement: Kamer van Afgevaardigden,

300 zetels.

Verkiezingen: eens in de vier jaar, er bestaat een opkomstplicht.

Kiesdrempel: 3 procent.

Belastingdruk: 38,8 procent

(Nederland 45,9 %).

Begrotingstekort: 10,5 % (Nederland 5,3 %).

Economie

Nationaal inkomen per hoofd van

de bevolking: $ 29.600 (Nederland

$ 40.300) (2010).

Inflatie: 4,7 procent (Nederland 1,3 %) (2010).

Werkloosheid: 12,5 % (Nederland 5,5 %) (2010).

Jaarlijks gewerkt aantal uren per werknemer: 2.120 (Nederland 1.389) (2008).

Buitenlandse schuld: 532,9 miljard dollar (Nederland 2100 miljard dollar) (2010).

Vennootschapsbelasting als percentage nationaal inkomen: 2,5 % (Nederland 3,2 %) (2008).

Inkomsten- en winstbelasting als percentage van nationaal inkomen: 7,3 % (Nederland 10,6 %) (2008).

Inhoud