publicatie

Spanning februari 2011 :: De gebroken beloften van Geert Wilders

Spanning, februari 2011

De gebroken beloften van Geert Wilders

Tekst: Redactie Foto: Herman Engbers / Hollandse Hoogte

Geert Wilders stelt zijn PVV maar wat graag voor als een partij die sociaal is voor de gewone, hardwerkende Nederlanders. In zijn verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 stonden dan ook mooie woorden over de verzorgingsstaat, de AOW-leeftijd en het aanpakken van de graai- en bonuscultuur. Maar uiteindelijk draait het natuurlijk niet om woorden, maar om daden. En dan blijkt de PVV plots een heel ander gezicht te tonen.

Het Wetenschappelijk Bureau van de SP presenteerde onlangs een rapport over het stemgedrag van de PVV in de Tweede Kamer. En dan vooral het stemgedrag sinds Wilders steun geeft aan de regering-Rutte. Directeur Arjan Vliegenthart verklaart waarom zijn bureau dit onderzoek heeft gedaan: ‘In het debat laat de PVV graag haar sociale gezicht zien, maar als puntje bij paaltje komt, wordt er anders gestemd. Niet iedereen in het land volgt die stemmingen dagelijks, daarom heeft het Wetenschappelijk Bureau de feiten op een rij gezet. Wat beloofde Wilders en waar heeft de PVV daadwerkelijk mee ingestemd? We hebben in het bijzonder gekeken naar de moties die de PVV wel of niet heeft gesteund vanaf het moment dat VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV zijn gaan regeren.’

Twee gezichten

Volgens Vliegenthart toont het rapport aan dat ‘Henk en Ingrid’ de woorden van Wilders niet blindelings moeten vertrouwen. Hij noemt enkele voorbeelden: ‘Wilders zou een breekpunt maken van de AOW-leeftijd, maar verbrak die belofte binnen 24 uur na de verkiezingen. De uitverkoop van het openbaar vervoer in de grote steden, de huurders die nu uit hun huis worden gezet, de bouw van megastallen, het zijn allemaal gebroken beloften. De extra agenten, die er niet kwamen. De vercommercialisering van de zorg, die gewoon doorgaat. De hardwerkende mensen in de sociale werkplaats, die nu achter de geraniums verdwijnen. De elite-tolwegen, waar alleen de rijken 130 kunnen rijden. Ik snap dat Wilders concessies moest doen om te kunnen meeregeren, maar opvallend is dat de PVV zelfs beloften breekt die helemaal niet in het akkoord zijn vastgelegd.’

In 2010 toonde de PVV twee gezichten. In aanloop naar de verkiezingen sprak Geert Wilders hardvochtige taal richting moslims, maar hij sprak ook warme woorden over de hardwerkende burgers. De PVV zou een sociale partij zijn, die opkomt voor gewone mensen en wil strijden tegen de afbraak van de sociale zekerheid.

Het verkiezingsprogramma van de PVV verwoordde op een aansprekende wijze de gevoelens van veel mensen in ons land. Mensen maakten zich zorgen over hun toekomst. Hoe moet het met me als ik mijn baan verlies? Wie zorgt er voor mij als ik ziek word? Is mijn pensioen nog wel zeker? Wilders schreef hierover in zijn verkiezingsprogramma het volgende:

‘De Partij voor de Vrijheid zet zich in voor de verdediging van onze verzorgingsstaat. Onze met veel moeite opgebouwde verzorgingsstaat is een bron van trots. Alleen de PVV komt op voor het behoud van de verzorgingsstaat.

De Partij voor de Vrijheid vecht keihard voor behoud van de AOW op 65 jaar. Voor de PVV is de handhaving van deze oudedagsvoorziening het enige breekpunt bij de formatie van een kabinet. Daarnaast wil de PVV een stringent beloningsbeleid voor de (semi) publieke sector, staatsondernemingen en financiële instellingen met staatssteun. Daarvoor geldt de Balkenendenorm als maximumsalaris en de bonuscultuur moet verdwijnen.’

Wat heeft Geert Wilders met zijn beloften aan de kiezers gedaan? Wat is daarvan terug te vinden in het akkoord dat hij sloot met VVD en CDA? En welke politieke keuzes maakt de partij in werkelijkheid? Deze vragen vormen het uitgangspunt van het rapport.

We hebben de verkiezingsbeloften van de PVV vergeleken met het stemgedrag van de partij in de Tweede Kamer. We hebben in het bijzonder gekeken naar de moties die de PVV wel of niet heeft gesteund vanaf het moment dat VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV zijn gaan regeren. Deze moties zijn uitspraken van de Kamer over het te voeren beleid en bij uitstek geschikt om politieke beloften te toetsen aan de politieke realiteit.

Een hele waslijst

Geert Wilders kan zich terecht beroepen op een aantal successen, zoals het in stand houden van de hypotheekrenteaftrek en het ontslagrecht. De verhoging van de AOW-leeftijd met vooralsnog één jaar zou je kunnen zien als half winst of half verlies: meer dan de PVV garandeerde (de AOW-leeftijd op 65 houden was voor Wilders ‘het enige PVV-breekpunt’), maar minder dan VVD en CDA wilden.

Toch krijgen Henk en Ingrid het met de PVV niet gemakkelijk. De lijst met gebroken beloften is lang. In strijd met de gewekte verwachtingen stemde de PVV tegen het opstellen van een armoedebeleid en tegen gelijke rechten op WW en ziektewet voor flexwerkers. De PVV stemde voor bezuinigingen op jonggehandicapten en sociale werkplaatsen, voor het afschaffen van de alleenstaande-ouderkorting en voor het korten van de huurtoeslag. Dat laatste kost huurders met een laag inkomen ongeveer 180 euro per jaar.

De belofte van de PVV om tegen ‘graaiers en profiteurs’ in actie te komen blijkt eveneens loos te zijn. De partij stemde tegen het invoeren van een Balkenendenorm in de cultuursector en in de zorg. En voor de belastingvoordelen van het koningshuis. Gezinnen met een maandinkomen vanaf 1.950 euro mogen van de PVV niet meer in een sociale huurwoning gaan wonen. Lonen in de publieke sector worden dit jaar bevroren. Voor de verkiezingen eiste de PVV ‘absolute transparantie’ over de ontwikkeling van de koopkracht in Nederland, nu vindt de partij het niet meer nodig dat deze cijfers in de rijksbegroting worden gepubliceerd.

Het rapport is rijkelijk voorzien van voetnoten waarin de precieze vindplaatsen staan van de plannen van de PVV en de uiteindelijke uitwerking die ze daaraan hebben gegeven tijdens debatten in de Tweede Kamer. Op internet (www.sp.nl/service/rapport/110216_pvvbijlage.pdf) zijn de vindplaatsen integraal weergegeven. We tonen hier een kleine selectie.

1. De PVV stemde tegen gelijkwaardige rechten op WW en ziektewet voor flexwerkers. Kamerlid Vermeij van de PvdA diende de volgende motie in op 16 december 2010:

‘De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat flexwerkers dezelfde rechten hebben op uitkeringsduur en hoogte in de sociale zekerheid als werknemers met een vast contract; roept de regering op de gelijkwaardige behandeling van flexwerkers in de ZW en de WW in stand te houden, en gaat over tot de orde van

de dag.’

Voor deze motie stemden ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren en de SP. Tegen stemden CDA, SGP, VVD en de PVV waarmee deze motie werd verworpen.

2. Bij een discussie op 13 december over de topsalarissen in de cultuursector diende Jasper van Dijk van de SP de volgende motie in:

‘De Kamer, gehoord de beraadslaging, van mening, dat niemand in de gesubsidieerde cultuursector meer dient te verdienen dan een minister; verzoekt de regering een voorstel te doen voor een maximumsalaris in de cultuursector, en gaat over tot de orde van de dag.’

Deze motie werd gesteund door D66, GL, PvdA, PVDD en SP, maar verworpen omdat CDA, PVV, SGP, VVD tegen stemden. Weer een gemiste kans voor de PVV om het partijprogramma uit te voeren.

3. Eigenlijk was al vrij snel na het aantreden van de regering-Rutte duidelijk dat de PVV ook niet veel goeds in petto heeft voor de gewone hardwerkende Nederlander. Dat bleek wel toen op 28 oktober 2010 de volgende motie in behandeling werd genomen. De motie van Sadet Karabulut van de SP luidde:

‘De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat met de overeengekomen inkomensgrens van €33.000 veel huishoudens in de problemen zullen komen bij het vinden van geschikte woonruimte; constaterende, dat met een harde inkomensgrens de woningmarkt verder op slot zal raken en doorstroming zal worden geremd; van mening, dat huisvestingsmogelijkheden mede afhankelijk zijn van de gezinssamenstelling en regio, en dat daarom de vaststelling van de doelgroep op basis van slechts het gezamenlijk jaarinkomen onvoldoende rekening houdt met de huisvestingsmogelijkheden van heel veel huishoudens; verzoekt de regering om de ministeriële regeling niet per 1 januari 2011 in te voeren, maar eerst opnieuw met de Europese Commissie in onderhandeling te treden om te komen tot een herziene definitie van de doelgroep die in aanmerking zou moeten komen voor vrijkomende sociale huurwoningen van toegelaten instellingen (woningcorporaties) zodat de Europese Commissie haar beschikking kan herzien, en de resultaten met de Kamer te overleggen, en gaat over tot de orde van

de dag.’

Voor deze motie waren CU, GroenLinks, PvdA, PvdD, en de SP, maar omdat CDA, D66, SGP, VVD en PVV tegen stemden, werd deze motie verworpen.

‘Verraders’

De bovenstaande en tientallen andere voorbeelden maken duidelijk dat van Wilders’ belofte dat hij zou opkomen voor hardwerkende Nederlanders en een einde zou maken aan de graaicultuur in ons land niet veel terecht is gekomen. Tegenover een aantal successen, zoals het ontslagrecht en extra zorg voor ouderen – ook wel ‘de SP-elementen van het regeringsprogramma’ genoemd – staan heel veel voorbeelden van stemgedrag van de PVV dat haaks staat op haar verkiezingsprogramma.

Opvallend is dat dit ook vaak gebeurde op onderwerpen waar de PVV zich in het gedoogakkoord helemaal niet op had vastgelegd. Geert Wilders zaait teleurstelling. Buschauffeurs in Den Haag noemen hem en zijn partij ‘verraders’. De PVV beloofde de vervoersbedrijven HTM, RET en GVB te beschermen tegen de aanbestedingen, die het lokale vervoer in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam zouden uitkleden en de arbeidsvoorwaarden van het personeel zouden verschralen. De PVV zit aan de knoppen, maar laat de buschauffeurs in de steek. En dat geldt voor veel meer mensen die bij de vorige verkiezingen vertrouwden op de sociale beloften van Geert Wilders: huurders, mensen met een handicap, politieagenten. Met dit onderzoek presenteren wij de daden van de PVV.