publicatie

Spanning december 2009 :: Kalle Larsson: Samen met de sociaaldemocraten, maar niet van harte

Spanning, december 2009

Kalle Larsson van de Zweedse Linkse Partij:

Samen met de sociaaldemocraten, maar niet van harte

De Zweedse zusterpartij van de SP, de Vänster-partiet of Linkse Partij, trekt samen op met de sociaal-democratische partij. In het zicht van de verkiezingen die volgend jaar plaatsvinden is dat geen onverdeeld genoegen. In een gesprek met het ‘gezicht van links’, Kalle Larsson van de Linkse Partij, concludeert hij: “Het is moeilijk balanceren.”

Tekst: Marcel Ham

Kalle Larsson is 39 jaar en zit al bijna twaalf jaar voor de Vänsterpartiet in de Rijksdag, het Zweedse parlement. Larsson – direct en joviaal in de omgang – wordt wel gezien als een woordvoerder van de linkervleugel van zijn partij. “De vorige partijleider wilde de partij naar het centrum voeren. Daar heb ik me tegen verzet. Dan zouden we onze ideologie en identiteit verliezen. We kunnen beter radicaler worden”, zegt hij op een vrijdagmiddag in een verlaten Rijksdag.

De Vänsterpartiet, ofwel Linkse Partij, zit samen met de SP in het Europarlement en voerde in eigen land een succesvolle campagne tegen de euro - de Zweden hebben nog altijd hun eigen munteenheid, de krona (kroon). Toch gaat het de partij electoraal niet voor de wind. Bij de verkiezingen van 2006 bleef de Linkse Partij hangen op 5,85 procent van de stemmen, een verlies van 2,5 procent. En dat terwijl de in Zweden oppermachtige sociaal-democraten op dat moment in de regering zaten en bijna 5 procent verloren (waarmee ze overigens nog altijd 35 procent scoorden en de grootste partij van het land bleven). Waarom het niet lukte om als oppositiepartij van het verlies van de sociaal-democraten te profiteren is onderwerp geweest van veel partijdiscussies, vertelt Larsson. Een groot deel van de verklaring is in elk geval dat de Vänsterpartiet weliswaar niet in de regering zat, maar die regering wel van buitenaf steunde. Larsson: “Op die manier konden we veel invloed uitoefenen. Wij trokken de sociaal-democraten naar links. Maar als er dan een moment komt dat de kiezers een regering zat zijn en verandering willen, zoals in 2006, dan zijn wij dus geen alternatief. Ze associeerden ons met de sociaal-democratische partij.”

Gezamenlijk links programma

Sinds er in 2006 een rechtse regering aan de macht kwam, komt de Vänsterpartiet echter nog steeds nauwelijks boven de 6 procent uit, terwijl de partij in 1998 nog op zo’n 12 procent van het electoraat kon rekenen. Waarom lukt het de Linkse Partij maar niet om net als in landen als Duitsland en Nederland stemmen van de sociaal-democraten af te snoepen? Larsson draait niet om die vraag heen, al worstelt hij er wel mee.

Hij is net terug van de wekelijkse vergadering van het dagelijks bestuur van de partij. Energiek steekt hij van wal. “We hebben vandaag de samenwerking bediscussieerd met de sociaal-democraten en de Groene Partij. We gaan volgend jaar met een gezamenlijk programma de verkiezingen in. We onderhandelen nu over kwesties als sociale zekerheid en immigratie- en asielbeleid. Onze partijleider Lars Ohly heeft vandaag het sterke signaal afgegeven dat wij een humaner asiel- en immigratiepolitiek willen. Dat is een heel belangrijk onderwerp voor ons. Zweden staat bekend als een land dat veel vluchtelingen toelaat, maar het tolerante klimaat is de laatste tijd aan het verslechteren. Wij willen hier als Linkse Partij echter niet laten gebeuren dat er een strenger toelatingsbeleid komt zoals in Denemarken of Nederland. In Denemarken is ook de Radikale Venstre, een linkse partij waar wij mee samenwerken, meegegaan in – ik zal niet zeggen xenofobie – het bediscussiëren van migratie als een probleem. Wij zullen dat in Zweden nooit toestaan.”

Hoe word je een grotere partij?

“Het is inderdaad moeilijk balanceren. Maar wij hebben er vertrouwen in dat we de mensen onze positie kunnen uitleggen, dat we een echt links alternatief kunnen bieden, ook als het gaat om integratie- en immigratiebeleid. Ik ben nauw betrokken bij het formuleren van de standpunten op dit gebied in de linkse coalitie, en ik zal eerlijk zeggen: ik ben wel bezorgd over de neiging van de sociaal-democraten om hardere standpunten te formuleren. Maar wij hebben dat tot nu toe kunnen voorkomen. Ik ben me ervan bewust dat dit ons lukt omdat in Zweden het klimaat in vergelijking met andere Europese landen uitzonderlijk tolerant is richting migranten.”

Maar is dat geen kwestie van tijd? Ook in Zweden zullen immigratie en integratie vroeg of laat een probleem worden.

“Ik zal me er altijd tegen blijven verzetten dat die kwesties als probleem worden benoemd. Ik sta daarin niet alleen. We hebben hier gelukkig een sterke beweging die opkomt voor de rechten van vluchtelingen en migranten. Nog maar een paar jaar geleden ondertekenden 160.000 mensen een petitie voor legalisering van illegalen. Dat hielp ons een paar humanere wetten aan te nemen in het parlement. Daar komt bij dat illegalen in Zweden zich hebben georganiseerd. Wij steunen ze en brengen ze ook in contact met de vakbeweging.”

Is de Poolse loodgieter of bouwvakker dan geen bedreiging voor de Zweedse?

“Mensen zijn niet het probleem! Het is een probleem wanneer Polen hier voor Poolse salarissen gaan werken en de Zweedse arbeidsregels worden ontdoken: voor de Polen, én voor de Zweden is dat een probleem. Daarom vechten wij ervoor dat iedereen hier volgens de Zweedse wetten werkt.”

Maar dan moet je wel voor een stevige inzet van de politie zijn die op werkplaatsen en in verdachte woningen gaat controleren of er geen illegale praktijken aan de gang zijn. In Nederland gebeurt dat.

“Waarom moet ik daar voor zijn? De politie heeft toch wel betere dingen te doen? Ik zet me liever in voor het legaliseren van illegalen die kunnen aantonen dat ze hier al een jaar wonen. We zien illegalen dus niet als een probleem maar als een mogelijkheid. We maken ons er ook sterk voor dat illegalen gezondheidszorg krijgen, onderwijs voor hun kinderen et cetera. Dus, we hoeven illegalen niet te bevechten, we moeten ze gewoon legaal maken. Dan hoef je ook geen politie in te zetten.”

De vraag blijft of je daarmee weer die 12 procent zult halen die jullie ooit hadden.

“Daar kun je over discussiëren. Natuurlijk tillen kiezers zwaarder aan de bescherming van hun eigen rechten, aan hun pensioen en hun baan. Maar bij een politieke partij draait het niet alleen om hoe ze stemmen kan winnen, maar ook om wat ze wil veranderen, om haar visie.”

Jullie nemen met de sociaal-democraten voor de verkiezingen volgend jaar ook een gezamenlijk standpunt in over de sociale zekerheid en het ouderdomspensioen. Maar jullie hebben kritiek op het AOW-stelsel dat onder een vorige regering met de sociaal-democraten is ingevoerd. Een gepensioneerde gaat er met dat systeem door de economische crisis 500 kronen (50 euro) per maand op achteruit. Dat lijkt een goede reden om op eigen houtje de verkiezingen in te gaan, als authentiek linkse partij.

“Nou, daar is heel veel discussie over geweest in de partij, en daar verschillen we van mening over. Maar uiteindelijk hebben we ervoor gekozen samen met de sociaal-democraten op te trekken. Ik ben er niet gelukkig mee, ik had liever dat we eerst weer wat sterker waren geworden, maar we hadden geen keuze.”

Waarom niet?

“Je kunt nu eenmaal niet alle voorwaarden voor samenwerking zelf kiezen. Het zit zo: een jaar geleden maakten de sociaal-democraten en Groene Partij bekend dat ze een lange termijnsamenwerking waren begonnen. Wij waren niet uitgenodigd, omdat ze, zoals zij zeiden, ons niet vertrouwden bij economische onderwerpen. Vervolgens werden de sociaal-democratische leiders door de vakbonden en door leden van hun partij onder druk gezet om ons er toch bij te betrekken. Daarop werden we er alsnog bij gevraagd. Toen was het voor ons praktisch onmogelijk de uitnodiging af te slaan. Dan zouden we totaal geïsoleerd zijn geraakt van een heleboel netwerken, organisaties en mensen. We zouden onze rug naar de samenleving hebben gekeerd.”

Wat zijn de drie belangrijkste punten waarmee de Linkse Partij zich onderscheidt van de andere links partijen? Wat zijn jullie eigen verkiezingsitems?

“Daar hebben we vandaag ook over gediscussieerd in het dagelijks bestuur. Naast het programma van het gezamenlijke linkse blok schrijven we nu ook het verkiezingsprogramma van de partij, waarover het congres volgend jaar mei gaat besluiten. Als Linkse Partij gaat het ons om: het creëren van banen, het verbeteren van de positie van de vrouw – wij hebben in 1996 als eerste politieke partij van Zweden het feminisme centraal gesteld – en om het beschermen van de integriteit van het individu.”

Vanwaar dat laatste punt?

“Ja, dat is misschien verbazingwekkend voor een linkse partij. Het vooroordeel is dat wij voor het collectief opkomen en niet voor de persoonlijke vrijheid. Maar we hebben goede redenen om hier een speerpunt van te maken. We hebben de afgelopen jaren gezien dat de persoonlijke vrijheid is verminderd door allerlei veiligheidswetten. Het ziet er naar uit dat staten alle registers opentrekken om de communicatie tussen burgers te controleren. Afgelopen week is hier in het parlement een wet aangenomen die het mogelijk maakt dat een overheidsorgaan alle informatie die vanuit Zweden over het Internet de grens over gaat mag afluisteren. Dat was een groot issue hier. Eerder al is er een wet aangenomen die het delen van muziek op Internet moet aanpakken. Clubs als Pirate Bay dus, dat van Zweedse oorsprong is. Wij zeggen: dat moet niet illegaal zijn, maar juist legaal. Je kunt niet met je rug naar de toekomst gaan staan. De technologische mogelijkheden zijn enorm, je moet ze gebruiken. Als marxisten, want dat proberen we te zijn, zeggen wij: je moet privaat eigendom veranderen in een vorm van publiek eigendom. Wij hebben bijvoorbeeld voorgesteld om elektronische bibliotheken te vormen waarmee bestanden op het Internet kunnen worden gedeeld of uitgeleend. Net als met bibliotheken voor boeken krijgt een auteur dan ook een heel klein deel van de opbrengst.”

Waarom is feminisme zo belangrijk voor jullie? Van buitenaf gezien hebben jullie al een aardig feministische maatschappij: erg goede kinderopvang, veel vrouwen in leidinggevende posities, noem maar op. Is er nog zoveel te doen?

“Ja, nog heel veel. Je hebt helemaal gelijk dat Zweden een heel eind is gekomen als het gaat om gelijkheid van vrouwen en mannen. Maar ook in Zweden verdienen vrouwen in veel beroepen nog altijd maar 80 procent van wat mannen verdienen voor hetzelfde werk. Het is ook hier moeilijker voor ze om in hogere posities in bedrijven te komen. Zelfs in exact dezelfde beroepen verdienen vrouwen nog altijd 5 procent minder dan mannen. Verder hebben we in Zweden weliswaar een genereus ouderschapsverlof van 12 maanden, maar daarvan is maar twee maanden voor de man.

Dat betekent dat de moeder tien maanden thuiszit met het kind. Vrouwen hebben daardoor meer moeite om carrière te maken. Ze hebben daardoor ook lagere pensioenen omdat ze langer weg zijn van de arbeidsmarkt. Iets anders: het aantal verkrachtingen en gevallen van seksueel geweld tegen vrouwen in Zweden is net zo hoog als in andere Noordeuropese landen. Dus vrouwen zijn nog lang niet gelijk in Zweden.”

Wat zijn de kansen voor de verkiezingen volgend jaar van het linkse blok?

“Deze regering had alleen op de verkiezingsdag in 2006 een meerderheid en daarna in de polls nooit meer. Ons blok heeft de meeste tijd een meerderheid. Maar eerlijk gezegd: het rechtse blok wordt wel weer sterker. Waarschijnlijk komt dat doordat ze veel van hun bezuinigingen van de eerste jaren wat aan het terugdraaien en versoepelen zijn. Maar de regering verjagen moet lukken, in elk geval is dat mijn inzet.”