publicatie

Spanning, mei 2006 :: Het rijke rooie leven deel 17 : Detective

Spanning • juni 2006

Het rijke rooie leven deel 17

In een serie artikelen schetst Ronald van Raak de geschiedenis van het socialisme in Nederland.

Detective

Tekst: Ronald van Raak

De acties van de SP zijn ‘een infame verkiezingsstunt van een splinterpartij die letterlijk over lijken gaat’. Deze woorden gebruikte toenmalig directeur Van der Poel van Eternit in Goor in augustus 1989 in de regionale kranten. Dit was zijn reactie op de acties van milieudetective Remi Poppe, die samen met een journalist en een fotograaf van Nieuwe Revu deze Eternitfabriek had bezocht en hier in alle openheid asbest had aangetroffen. In Nederland stierven tot nu toe 7.000 mensen aan asbestkanker en de komende 25 jaar zullen naar verwachting nog 12.000 mensen volgen. In West-Europa zullen zo’n 250.000 mensen aan de asbestziekte mesothelioom overlijden.

Eternit in Goor is onderdeel van een internationale asbestverwerkende industrie, waar deskundigen al sinds 1930 weten hoe dodelijk de blootstelling aan asbest is. Toch hebben Eternitbestuurders werknemers en omwonenden nooit voldoende beschermd. Wel hebben zij het medisch onderzoek naar de gevolgen van asbestvervuiling gemanipuleerd en via politieke lobby’s beschermende regelgeving opgehouden. De gewetenloosheid van asbestondernemers als Van der Poel blijkt ook uit zijn reactie op de onthullingen van Poppe, toen hij suggereerde dat de SP’er de kapotte asbestzakken in de fabriek in Goor zou hebben opengescheurd en op die manier zélf de werknemers in gevaar zou hebben gebracht.

De Poppe-methode

De in 2005 overleden schrijver Karel Glastra van Loon publiceerde niet alleen veelgelezen romans, zoals De passievrucht (1999) en Lisa’s adem (2001), maar was ook een politieke activist; hij schreef bijvoorbeeld het SP-campagnelied ‘Een mens is meer’. Ook publiceerde Glastra van Loon interviewboeken. Samen met Jan Marijnissen sprak hij met internationale politici over de problemen bij militaire ‘vredesmissies’, in De laatste oorlog (2000). Met Kees Slager sprak hij op zijn beurt met Jan Marijnissen over de toekomst van het socialisme, in Hoe dan Jan? (2005). In 1993 schreef Glastra van Loon De Poppe-methode, over milieuactivist Remi Poppe. Wat hem vooral aansprak was de directe aanpak van Poppe, die niet alleen pleit voor een beter milieu, maar zélf milieuovertreders opspoort en aanklaagt:

‘Waar de grote milieuorganisaties steeds logger en bureaucratischer worden, steeds meer werken van achter het bureau, daar onderzoekt Remi Poppe nog altijd de dagelijkse praktijk, waarbij hij te werk gaat als een privé-detective. Hij bezoekt de plaats van het delict, praat met alle mogelijke getuigen en betrokkenen, volgt het spoor van verdachte personen. Hij speurt naar documenten, stelt lastige vragen aan autoriteiten, belt met iedereen die mogelijkerwijs verstand van zaken zou kunnen hebben. En tenslotte, als hij het lek boven water heeft gekregen, zoekt hij de publiciteit. Omdat hij weet dat dat meestal het enige middel is om ervoor te zorgen dat zijn ontdekkingen ook gevolgen zullen hebben voor de betrokkenen - for the better or the worse.’

Rudie Kagie, journalist van Vrij Nederland, schreef in zijn boek De socialisten. Achter de schermen van de SP (2004) hoe Remi Poppe alle eigenschappen vertegenwoordigt die traditioneel aan SP’ers worden toegeschreven:

‘Brutaal, wantrouwend tegenover het grootkapitaal, welbespraakt en begiftigd met het ronde gevoel voor humor dat je bij de jongens van de haven aantreft. Poppe bewoont een bescheiden arbeidershuisje in Vlaardingen, in het hart van de Rijnmond waar de burgers hebben leren leven met petrochemische gifwolken aan de horizon. Van huis uit is hij beeldend kunstenaar, maar zijn rebelse inslag dreef hem begin jaren zeventig naar de SP. Daar werd hij als nieuwsgierig beroepsagitator snel ontdekt door journalisten, die in de loop van de tijd menig milieuschandaal uit zijn mond konden optekenen. Dankzij uitstekende contacten op de werkvloer was hij goed op de hoogte van het onheil dat zich achter de industriële hekken voltrok.’

Poppe was onder meer zeeman en havenarbeider geweest, toen hij eind jaren zestig actief werd in de milieubeweging in Vlaardingen. In reactie op de smogvervuiling richtte hij in 1969 het Centraal Aktiekomitee Rijnmond op. In 1972 werd hij lid van de SP. Poppe werd actief in het Milieu Aktiecentrum Nederland en later voor het SP-Milieu Alarmteam. ‘Daarin kon ik samenwerken met mensen die van veel dingen veel meer verstand hadden dan ik. Maar het directe contact met de mensen die bij wijze van spreken met de voeten in de blubber stonden, was en bleef ook toen het meest wezenlijke in onze aanpak,’ schreef Poppe in Groeiend verzet (1998), dat verscheen in aanvulling op De Poppe-methode.

Geen gemakkelijke weg

Van 1994 tot 2002 was Remi Poppe Tweede-Kamerlid voor de SP. Daarvoor had hij een naam opgebouwd met milieuacties, bijvoorbeeld tegen de lozingen van chemisch materiaal door Booy Clean in Rotterdam, het storten van chemisch afval door Kemp in de Coupépolder bij Alphen aan den Rijn en tegen de dumpingen door het Delftse afvalbedrijf Zegwaard. Sinds 1989 stond Poppe asbestweduwen bij die genoegdoening eisten van Eternit. Samen met de advocaten Jan de Wit en Bob Ruers, die later Tweede-Kamerlid en senator werden voor de SP, hielp hij nabestaanden in hun juridische strijd voor schadevergoedingen, die in 1992 voor het eerst werden toegekend. Zij namen ook het initiatief tot het Comité Asbestslachtoffers, dat pleit voor een collectieve schadevergoeding voor slachtoffers van asbestvervuiling in Goor en elders in het land.

Niet alleen werknemers van de Eternitfabrieken, maar ook omwonenden zijn ziek geworden door de asbestvervuiling. Jarenlang heeft het bedrijf mensen gratis het vervuilde afval aangeboden, waarmee sloten werden gedempt en wegen zijn verhard. Een reden waarom Eternit zo lang kon doorgaan met de vervuiling was het gebrek aan aandacht in de politiek. Daaraan droeg ook de lobby van Eternit bij, dat bijvoorbeeld de oud-bewindslieden van Financiën Ferdinand Grapperhaus (KVP) en Alphons van der Stee (CDA) in het bestuur opnam. Via politieke lobby slaagde het bedrijf erin om beschermende wetgeving op te houden. Medische onderzoekers werden in de hand genomen om de gevaren van asbest te bagatelliseren. Dit blijkt uit Het asbestdrama. Eternit en de gevolgen van honderd jaar asbestcement (2005), een onderzoek van het Wetenschappelijk Bureau van de SP naar de internationale asbestindustrie.

De Poppe-methode is geen gemakkelijke. Het vraagt veel moed om direct je tegenstanders op te zoeken. Na 1989 bezocht Poppe nog meermalen onaangekondigd fabrieken van Eternit in Nederland en in België, waar hij meestal niet met open armen werd onthaald. In eerste instantie ook niet door de werknemers, die vreesden dat de acties hun werkgelegenheid zouden bedreigden. Ook omwonenden voelden lange tijd een vreemd soort solidariteit met de fabrieken, zoals de eerste asbestweduwen ondervonden die schadevergoeding durfden eisen, maar in Goor met de nek werden aangekeken. Waarom zou je ook de bezorger van zoveel slecht nieuws geloven, als ondernemers en politici de aantijgingen met zoveel kracht ontkennen? Als Kamerlid kon Poppe de asbestvervuiling echter direct op de politieke agenda plaatsen. Samen met asbestadvocaat Ruers, die lid werd van de Eerste Kamer. Mede dankzij hun inspanningen werd een voorschotregeling voor asbestslachtoffers in het leven geroepen, evenals een subsidieregeling voor asbestsanering van wegen en erven rondom de asbestfabrieken in Goor en Harderwijk. In 1993 werd het gebruik van asbest in Nederland verboden en in 2001 volgde een Europees verbod.

Maar de strijd is nog lang niet gestreden. De komende jaren zullen nog duizenden mensen overlijden aan de asbestziekte mesothelioom, dat nog decennia na de besmetting kan optreden. Ook is het gevaar op besmetting nog lang niet geweken; overal in het land moeten nog vervuilde wegen worden gesaneerd. Bovendien is het gebruik van asbest in Europa weliswaar verboden, maar daarbuiten is de productie groter dan ooit. In China, India, Rusland, Indonesië, Pakistan, Vietnam, en de Filippijnen worden op dit moment miljoenen mensen blootgesteld aan asbest. Hier zijn nog veel milieudetectives nodig om de asbestvervuiling te stoppen en gewetenloze asbestproducenten achter slot en grendel te krijgen.

Inhoud