opinie
Maarten Hijink:

Een sterke GGD is de beste dijkbewaking tegen nieuwe pandemieën

Maarten Hijink

De 25 GGD’en en de duizenden mensen die daar werken hebben de afgelopen jaren een geweldige inzet geleverd tegen het coronavirus. Het testen, bron- en contactonderzoek en de vaccinatiecampagnes zijn terecht gekomen bij organisaties die de afgelopen decennia stelselmatig zijn uitgekleed. En dat is te zien. Ondanks de enorme inzet piept en kraakt het bij de GGD, een situatie waar helaas al jaren geleden voor gewaarschuwd is. Onze dijkbewaking  tegen infectieziekten heeft investeringen nodig om het coronavirus te kunnen blijven aanpakken en nieuwe epidemieën beter te kunnen bestrijden.  

Dat de GGD niet bestand was tegen een grote infectieziekte-uitbraak mag echter geen verrassing zijn; daar waarschuwden ze namelijk zelf al voor in 2014. De afgelopen twee jaar hebben we de gevolgen hiervan gezien. De minister is verantwoordelijk voor de bestrijding van het coronavirus maar heeft geen grip op de GGD in de regio. Andersom voelt de GGD zich te vaak juist overvallen door besluiten die in ‘Den Haag’ worden genomen.

De GGD’en zijn onder opeenvolgende kabinetten een ondergeschoven kindje geweest. Vanaf de jaren ‘80 zijn de gemeenten grotendeels verantwoordelijk voor de financiering van de GGD. Daardoor moeten deze organisaties concurreren met bijvoorbeeld de bibliotheek of de aanleg van nieuwe wegen. In 2008  kreeg de GGD – onder het kabinet Balkenende-IV - meer taken voor het bestrijden van landelijke infectieziekten, maar daar stond geen extra geld tegenover. Minister Schippers moest in 2016 al erkennen dat de positie van de GGD’en kwetsbaar was geworden, maar nam vervolgens onvoldoende maatregelen om dit te verbeteren.

De coronacrisis leert ons dat de dijkbewaking tegen pandemieën vergaand verbeterd moet worden. Die taak ligt niet alleen bij de GGD, maar een versterkte GGD kan enorm bijdragen aan het beperken van de gevolgen van nieuwe uitbraken. Daarvoor is het nodig dat op alle fronten de samenwerking word verbeterd. Verschillende ICT-systemen en werkwijzen hebben tot onnodige vertraging en miscommunicatie geleid. De bestuurlijke warboel leidt tot veel overleg en gepolder maar niet tot de snelheid die in een pandemie zo noodzakelijk is. Daarom is het zaak dat de minister van volksgezondheid in de crisissituaties rechtstreeks verantwoordelijk is voor het bestrijden van het virus.

Tegelijkertijd moeten de GGD’en in staat worden gesteld hun werk goed te kunnen doen. Dat betekent dat personeelstekorten bij de GGD moeten worden opgelost en dat er voldoende gespecialiseerd personeel wordt opgeleid. Bovendien zouden er geen extra taken meer naar de GGD’en moeten worden geschoven zonder dat er ook extra personeel voor kan worden aangenomen. Een sterke GGD kan een grotere bijdrage leveren aan preventie, dus het voorkomen van ziekte en ongezond gedrag.  Meer investeren in de GGD leidt dus tot meer gezondheid en welzijn en minder ziekte en lagere zorguitgaven. Het moment om hiermee te beginnen is nu. Want iedere Nederlander weet dat dat je met dijkverzwaring niet moeten wachten tot de golven al over de rand klotsen.

Dit opiniestuk verscheen op 28 januari 2022 in het AD

 

Blijf op de hoogte

Betrokken SP'ers