opinie
Harry van Bommel:

Troepenvermindering VS in Irak is schijn

Het is vijf jaar geleden dat de Amerikanen en Britten Irak binnenvielen. Het Amerikaanse beleid wordt nog steeds met Nederlandse steun voortgezet. Gezien de resultaten is het dringend noodzakelijk te komen tot een koerswijziging, meent Tweede Kamerlid Harry van Bommel.

Eerst even een paar mythes ontzenuwen over de Amerikaanse aanpak in Irak. De eerste mythe is dat de Amerikaanse inval heeft gezorgd dat de Irakezen het nu een stuk beter hebben dan voor de oorlog. Dat is aantoonbaar niet het geval. De leefomstandigheden van de bevolking zijn volgens een net verschenen rapport van het Rode Kruis erbarmelijk. Miljoenen Irakezen hebben onvoldoende toegang tot gezuiverd water, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg. Minstens 2,4 miljoen burgers zijn naar het buitenland gevlucht en nog eens 1,4 miljoen verblijven ontheemd elders in eigen land. Honderdduizenden zijn inmiddels omgekomen, slachtoffer van het geweld van de voortdurende oorlog.

De tweede mythe betreft het militaire succes van de surge. Deze tijdelijke en forse vermeerdering van Amerikaanse troepen zou hebben geleid heeft tot meer veiligheid. In feite hebben de Amerikaanse militairen echter nauwelijks invloed gehad op de verhoudingen binnen Irak.

Van veel groter belang was het omkopen en bewapenen van een deel van de soennitische guerrilla’s in het noorden, om hun de strijd tegen de Amerikaanse bezetters te doen staken. Daarmee werd ook een bom gelegd onder de mogelijkheden van een politieke oplossing in Irak: er is immers naast de door de sjiieten gedomineerde staatsmacht een rivaal gecreëerd, waarmee de kiemen van een hernieuwde burgeroorlog zijn gelegd. De aanwezigheid van de Amerikanen heeft ook niet geleid tot de huidige relatieve rust in Bagdad. Een veel belangrijker oorzaak van die rust is de wapenstilstand die al maanden geleden werd uitgeroepen door de sjitische leider Muktada Al Sadr. Bovendien doet het bittere feit zich voor dat grote delen van Bagdad etnisch gezuiverd zijn van niet-sjiieten: het moorden verminderde omdat de mensen grotendeels verjaagd waren. Terecht kwalificeerde de journalist Patrick Cockburn, die al jaren in Irak verblijft, het vermeende succes van het afgelopen jaar als een ‘valse perceptie’.

Pauze

De derde mythe is het idee dat de Amerikanen weg zouden willen uit Irak. Minister van defensie Gates en generaal Petraeus, bevelhebber van de Amerikaanse troepen in Irak, zijn echter teruggekomen van hun eerdere standpunt dat een daadwerkelijke terugtrekking van het Amerikaanse leger noodzakelijk is.

In april zal generaal Petraeus verslag doen van de situatie aan het Amerikaanse Congres en er voor pleiten om de voorgenomen troepenvermindering niet door te voeren en de ‘surge’ zal worden vervangen door een pauze. De daadwerkelijke handelingen van de VS in Irak wijzen op wat minister van defensie Gates heeft omschreven als een zeer langdurig verblijf. Deskundigen schatten dat het zal gaan om een garnizoen van minstens 80.000 man, ondergebracht in een complex van permanente en volledig uitgeruste bases.

De Amerikanen onderhandelen met de Iraakse regering over een verdrag waarin hun verblijf geregeld wordt. Dit verdrag – een status of forces agreement - moet het VN-mandaat voor de Amerikaanse aanwezigheid vervangen. In het Amerikaanse Congres slaagt een minderheid van kritische afgevaardigden er niet eens in om openheid over deze processen af te dwingen. De terugtrekking uit Irak ligt in dit verkiezingsjaar gevoelig omdat een meerderheid van het electoraat dit wenst. Geen enkele kandidaat spreekt echter over volledige terugtrekking en termijnen worden ook niet genoemd. Op dit moment wordt een aanzienlijk aantal functies van het Amerikaanse bezettingsleger overgeheveld naar andere bases in de Golfregio. Zo kan in een presidentieel verkiezingsjaar de schijn van troepenvermindering worden gehandhaafd naar het Amerikaanse electoraat, terwijl in werkelijkheid de Amerikaanse aanwezigheid permanent wordt gemaakt. Het Amerikaanse ambassadecomplex in Bagdad is dan ook het grootste ter wereld. Gezien deze werkelijkheden is het geen wonder dat 70% van de Iraakse bevolking begin maart in een opiniepeiling van Opinion Research Business zegt te willen dat de buitenlandse troepen het land verlaten. Zij spreken daarmee het faillissement uit van de militaire oplossing voor Irak. De erkenning daarvan, ook door Nederland, is nodig om een andere aanpak mogelijk te maken.

De nadruk moet daarbij komen te liggen op onderhandelingen tussen de meest betrokken partijen binnen Irak, eventueel in overleg met de regeringen van de omringende landen. De Iraakse overheid moet worden versterkt zodat de burgerbevolking een kans krijgt voor een betere toekomst. Maar elke onderhandelingsproces tussen de direct betrokkenen moet worden voorafgegaan door een ondubbelzinnige verklaring van de Amerikanen dat ze zich terugtrekken. Op korte termijn en volledig. Nederland geeft bescheiden militaire en van begin af aan politieke steun aan de Amerikaanse agenda. Het is nu tijd om samen met andere landen onze grootste bondgenoot in de NAVO aan te spreken en op andere gedachten te brengen.

Betrokken SP'ers