opinie
Emile Roemer:

Wij zijn allemaal schoonmakers

'Wij zijn allemaal schoonmakers' het stond onlangs op een reuzenspandoek bij een van de stakingsacties van de schoonmakers. Even moest ik aan Kennedy denken, met zijn 'Ich bin ein Berliner'. Tja, als ik hen was, zou ik dat ook roepen. Toch zit er meer in dan ik aanvankelijk dacht. Het is waar: wij zíjn allemaal schoonmakers. Waar de schoonmakers tegen in verzet komen, hun onvrede, hun protest, wortelt in iets dat je in de economie op veel meer niveaus ziet.

Op Twitter vroeg iemand zich laatst af hoe het toch komt dat die acties van de schoonmakers zo'n enorme weerklank vinden. NRC Handelsblad ruimde twee pagina's en een redactioneel commentaar in voor de schoonmaakacties en verklaarde zich haast openlijk solidair, in De Wereld Draait Door trok Matthijs van Nieuwkerk uit solidariteit twee gele schoonmaakhandschoenen aan en ook de Volkskrant liet zich niet onbetuigd.

Op Joop.nl gaf de jonge advocate Aisha Akhiat het antwoord op de vraag van de twitteraar: in het onderwijs, in de zorg, in vele takken van dienstverlening, in de media en zelfs in de advocatuur maken werknemers het mee: steeds meer winstbejag, steeds meer 'efficiency', steeds meer uitbesteding, steeds hogere werkdruk, steeds slechtere arbeidsvoorwaarden, steeds minder arbeidsvreugde.

'De stakende schoonmakers hebben ons wakker geschud', schrijft Aisha, 'op kleine schaal hebben zij ons erop gewezen dat het niets kost om de schoonmaker 's ochtends op kantoor even te groeten, maar op grotere schaal hebben zij dat kleine, flikkerende vlammetje aangewakkerd dat ons al een tijdje vroeg: 'Waar zijn wij mee bezig?'

Het meest pregnante voorbeeld is misschien wel de postbezorging: wat ooit slechts postbode heette, maar een prima baan was, heet nu sjiek 'zzp'er in de post- en drukwerkdistributie' en is gereduceerd tot een schraal bijbaantje zonder zekerheden en voorzieningen. Portier bij Philips, beveiliger bij KPN, heftruckchauffeur bij Albert Heijn, schoonmaker bij het ministerie van Sociale Zaken hun werk is een halffabrikaat geworden dat je inkoopt bij de laagste bieder. De ondergrens van dit jaar is volgend jaar de bovengrens. Kan het voor nóg minder?

Cultuursociologen kunnen interessante bespiegelingen houden over hoe alle werknemers tegenwoordig 'voldoening' van en 'waardering' voor hun werk willen, terwijl men vroeger gewoon zwoegde om niet te verhongeren, maar dan gaan zij er wel aan voorbij dat laagbetaalde, laaggeschoolde arbeid dertig, veertig jaar geleden, vóór de neoliberale kaalslag, echt van een hogere kwaliteit was. Dáár zit de overeenkomst die maakt dat die schoonmaker en die helpdesker en die alfahulp en die freelancepostdistributeur zich in elkaar herkennen: ze zijn handel geworden, een stukje waardevermeerdering, een percentage in een spreadsheet, meer niet.

Alle kostenverhogende franje is gestript, alle regels en restricties zijn overboord gezet en vervangen door 'zelfregulering' en dan kan het Grote Schuiven op het Monopoliebord beginnen. Zo ontstond Enron, zo ging Lehman ten onder, zo blies de ABN zichzelf op, zo ontstond de kredietcrisis, zo ging Griekenland onderuit en als we niet uitkijken heel Europa.

De schoonmakers, die al weken in staking zijn, vechten hun eigen strijd tegen diezelfde schijnwereld van meer, sneller en efficiënter. Iedereen die weleens een toilet schoongemaakt heeft, weet dat dit niet in 90 seconden kan. Toch worden opdrachtgevers dat soort bovenmenselijke prestaties beloofd, en vervolgens mogen de schoonmakers proberen die magie te realiseren. Een professionele, gemotiveerde werknemer kan veel, maar het blijft een mens.

Het wordt tijd dat we gaan inzien dat de efficiency-gekte ook een soort 'credit default swap' is, een weggecijferd tekort, een onder de mat geveegd risico.

In het geval van de schoonmakers is het niet zozeer een financieel risico, maar een maatschappelijk: de gestage groei van een klasse van onzichtbaren zonder bestaanszekerheid, tweederangsburgers.

Na de spraakmakende documentaire Inside Job, die nauwkeurig reconstrueert hoe de kredietcrisis kon ontstaan, is het misschien tijd voor de film Inside Mop, over de uitbuiting door de roofridders van de schoonmaak, waarvan er opmerkelijk veel in de Quote 500 staan.

Willen wij terug naar de tijden van het proletariaat? Of hebben wij toch een ander idee van vooruitgang? Dat is wat die stakende schoonmakers aan de orde stellen, en daarom vinden zij gehoor. Omdat wij, inderdaad, allemáál schoonmakers zijn.

Betrokken SP'ers