Arjan Vliegenthart:

Goedkeuren crisis- en herstelwet vereist meer tijd

Het lukt de Eerste Kamer niet om de crisis- en herstelwet nog voor het einde van het jaar geheel af te wikkelen. De Senaat ziet de noodzaak om in tijden van economische crisis extra maatregelen te treffen om het herstel te stimuleren. Het wetsvoorstel is echter te omvattend en zijn de bezwaren die door verschillende experts zijn geuit te zwaarwegend, om het voorstel zonder serieuze bestudering te laten passeren. Daar komt nog bij dat de keuze voor het soort maatregelen nauwelijks is beargumenteerd.

Het kostte de Tweede Kamer, om de woorden van CDA-parlementariër Ger Koopmans te gebruiken, “stoom en kokend water” om het wetsvoorstel halverwege november volledig behandeld te krijgen. Eén van de resultaten: meer dan honderd amendementen, die werden ingediend om de plannen van de regering op een of meer punten aan te passen. Het grote aantal veranderingen maakt het voor de Senaat niet makkelijker om de crisis- en herstelwet op haar wetstechnische merites te beoordelen. Als de Tweede Kamer wetten stevig onder handen neemt en ze op tal van plekken aanpast, zijn daar vaak goede politieke redenen voor, maar het is dan voor de Eerste Kamer extra puzzelen.

In het geval van de crisiswet komt daar nog eens bij dat diverse externe experts fundamentele bezwaren hebben geuit tegen het wetsvoorstel. Zo betwijfelde de Raad van State of het voorstel wel tot de -door de regering voorspelde - versnelling zou leiden in de uitvoering van grote infrastructurele projecten, terwijl diverse deskundigen zich kritisch uitlieten over de manier waarop de wet de mogelijkheden voor de burger om inspraak uit te oefenen inperkt. Het is nog maar de vraag of deze inperkingen voor het Europees Hof in Straatsburg stand zullen houden.

Daar komt nog een andere essentiële vraag bij, namelijk waarom de regering nu juist voor de fysieke infrastructuur heeft gekozen als motor voor het maatregelen om de crisis te boven te komen. De fundamentele keuze voor de fysieke infrastructuur is tot nu toe nauwelijks beargumenteerd. Wat maakt investeringen in de fysieke infrastructuur nu bijzonder effectief? Zijn extra gelden voor bijvoorbeeld onze kennisinfrastructuur eigenlijk op de langere termijn niet beter? Het is aan Balkenende IV om helder te beargumenteren waarom nieuwe wegen op lange termijn beter zijn voor Nederland dan bijvoorbeeld meer ziekenhuizen of meer scholen. Zonder deze fundamentele afweging is het principieel onmogelijk om de wenselijkheid te bepalen van de plannen van de regering. Het is aan de Eerste Kamer om als Kamer van Reflectie ook deze argumenten mee te nemen in haar uiteindelijke afweging.

Betrokken SP'ers