opinie
Arjan Vliegenthart:

Afghanistan: Nederland moet nu zijn biezen pakken

Nederland moet zijn troepen terugtrekken uit Afghanistan. Vanwege de schending van mensenrechten door de Amerikanen pakt een vredesmissie averechts uit.

Morgen besluit de regering over een eventuele verlenging van de Nederlandse missie in Afghanistan. De laatste weken gaan steeds meer stemmen op om de eventuele voortzetting van de Nederlandse missie in Afghanistan afhankelijk te maken van de Amerikanen omgaan met de mensenrechten in dit land. Op de Podiumpagina van 28 november stelt Jörg E. Noll echter dat het zeer onverstandig zou zijn van Nederland om eisen te verbinden aan verdere deelname aan missies zoals in Afghanistan. Hij is van mening dat de civiel-militaire vredesmissies onder meer gebruikt moeten worden om democratie, humaniteit en de transatlantische band te versterken. Wie echter daarbij het internationaal recht ondergeschikt maakt spant het paard achter de wagen.

De Nederlandse buitenlandse politiek is inderdaad buitengewoon vervlochten met die van de Amerikanen. Nederland is in dat opzicht een Europees buitenbeentje aan het worden. Maar de Nederlandse regering heeft meer verplichtingen, grondwettelijke zelfs. Daar staat namelijk dat Nederland zich tot doel stelt de internationale rechtsorde te bevorderen. Nu het steeds duidelijker wordt dat de Amerikanen zowel in Irak als Afghanistan het hiermee niet zo nauw nemen, komen deze twee principes tegenover elkaar te staan. Het verschepen van Afghaanse gevangenen naar Guantanamo Bay, waar zij zonder enig vorm van proces vast blijven zitten en de mensenrechtsschendingen in de Aboe Ghraib-gevangenis zijn al langer bekend. Daar komen de steeds sterker wordende geruchten van CIA-gevangenissen in Oost-Europa nog eens bij. De Raad van Europa heeft terecht een onderzoek ingesteld naar de mogelijke schendingen van de Europese Conventie inzake mensenrechten. Mocht de Nederlandse regering de Verenigde Staten ondanks deze schendingen van het internationaal recht klakkeloos blijven volgen, breekt ze dan ook niet met de Grondwet, maar distantieert zij zich ook nog verder van haar Europese bondgenoten.

Daarnaast is het lastig voorstelbaar hoe humaniteit en democratie in landen versterkt kunnen worden als de daar militair aanwezige buitenlandse mogendheden nu juist de essentiële elementen hiervan aan hun laars lappen. Terecht wordt in Irak en Afghanistan de Verenigde Staten een dubbele moraal verweten: het internationaal recht geldt wel voor iedereen, behalve de Verenigde Staten zelf en haar bondgenoten. Op deze manier is het vrijwel onmogelijk om de lokale bevolking in beide landen te overtuigen van de goede bedoelingen van de ‘bevrijders.’ Het zou de internationale verhoudingen zeer ten goede komen wanneer het Westen ook zou handelen volgens de door haar uitgedragen democratische en humanitaire beginselen.

Ten derde, en dit is misschien wel het belangrijkste punt, is dat een dergelijke kritiekloze houding op de lange duur onproductief is. Ten onrechte gaat Noll er namelijk van uit de Amerikanen in Irak nog steeds een deel van de oplossing vormen. Het tegenovergestelde is echter waar, de Amerikaanse bezetting van Irak is een deel van het probleem. Daarbij maakt het niet uit of het om puur militaire operaties gaat of om een combinatie van militaire en civiele activiteiten. Robert Fisk, één van de weinig overgebleven Amerikaanse journalisten in Irak stelde onlangs dat het voor geen enkele westerling veilig is, zich langer dan twintig minuten buiten de Groene Zone in Bagdad te bevinden. De recente ontvoering van een Duitse archeologe is hier een tragisch voorbeeld van. De Amerikaanse aanwezigheid, of zij nu militair of civiel is, werkt als een rode doek voor opstandelingen van allerlei pluimage, die hun vaak gruwelijke acties met verwijzing naar het nog Grotere Kwaad van de Amerikaanse bezetting van hun land rechtvaardigen. De Verenigde Staten hebben mensen als Bin Laden en organisaties als Al Qaida een grandioos slagveld bezorgd waar zij de daad bij het woord (strijd tegen de Grote Satan) kunnen voegen. Irak is nu dé leerschool voor het internationale terrorisme geworden.

Nederland doet er goed aan zich kritischer op te stellen ten opzichte van de mensenrechtsschendingen in Afghanistan en Irak, waarvoor duidelijke bewijzen zijn. Nu daar ook wellicht schendingen Oost-Europa bij komen, is er eens te meer reden Verenigde Staten in haar oorlog tegen het internationaal terrorisme niet langer zondermeer te volgen. Het is hoopvol dat ook de VVD dit vorige week ook leek in te zien toen zij bij monde van buitenlandwoordvoerder van Baalen van mening was dat de verlenging van het Nederlandse mandaat in Afghanistan afhankelijk moest worden gemaakt van hoe de Verenigde Staten met de mensenrechten in dit land omgaat. De vraag is echter of de VVD-ministers hun poot stijf houden nu het erop aankomt een daadwerkelijk besluit te nemen over de verlenging van dit mandaat. Als Nederland de mensenrechten serieus neemt, trekt het kabinet de militairen terug uit Afghanistan. Nederland draagt uiteindelijk meer bij aan de strijd tegen dit terrorisme als zij zich niet indirect schuldig maakt aan schendingen van het internationaal recht door Amerikaanse missies zo lichtvaardig te ondersteunen.

Betrokken SP'ers