opinie

Parlementaire enquête naar privatiseringen

Volgende week besluit de Eerste Kamer of zij voor het eerst in haar geschiedenis gebruik maakt van haar grondwettelijk recht een parlementaire enquête te houden. Op initiatief van haar nestor, CU-kamerlid Egbert Schuurman, buigt de Kamer zich over de vraag of de privatiseringsprocessen van de afgelopen decennia een goed onderwerp vormen voor een dergelijk parlementair onderzoek. En hoewel een eventuele enquête een unicum zou zijn in de politieke geschiedenis van Nederland, is het onderwerp een dergelijk onderzoek wel degelijk waard.

De privatisering van overheidstaken als de post, telefonie, openbaar vervoer en energie is namelijk één van de meest fundamentele maatschappelijke veranderingsprocessen geweest van de afgelopen decennia. Sinds de jaren '80 heeft de overheid belangrijke taken op afstand gezet of afgestoten. Daarbij gebruikten opeenvolgende regeringen van verschillende samenstelling het argument dat concurrerende bedrijven beter in staat zouden zijn elkaar te prikkelen tot meer efficiency en lagere kosten, wat uiteindelijk ten goede zou komen aan de consument. Het marktmechanisme zou de samenleving bevrijden van logge overheidsdiensten die deden waar ze zelf zin in hadden en burgers weinig serieus namen.

Het is goed wanneer de politiek bij zulke fundamentele besluiten stil staat en zich zo nu en dan afvraagt wat er van de aannames die er ten grondslag aan lagen terecht gekomen is. Zijn burgers, werknemers en consumenten echt tevreden over alle verzelfstandigingen en privatiseringen? Het antwoord hierop is relevant; niet om vervolgens zo snel mogelijk politiek koppen te snellen en de verantwoordelijken aan te klagen, maar om lering te trekken voor de toekomst. Welke verwachtingen zijn gerealiseerd en op welke terreinen ging het mis? Zulke kennis is geen overbodige luxe, zeker niet op dit onderwerp. Tijdens recentere debatten over privatiseringsvoorstellen, zoals de privatisering van het loodswezen, zetten veel partijen vraagtekens bij nut en noodzaak van dergelijke besluiten. De uitkomsten van een fundamenteel parlementair onderzoek zouden dan ook tot betere toekomstige besluitvorming kunnen leiden.

Het is daarbij helemaal niet zo gek dat de Eerste Kamer het voortouw neemt. Terecht stelt initiatiefnemer Schuurman dat de Senaat een bijzondere verantwoordelijkheid heeft als het gaat om de uitvoerbaarheid en de maatschappelijke effecten van wetgeving. De Eerste Kamer beoordeelt, wellicht meer dan de Tweede Kamer, wetten op gevolgen die zij hebben op de rechtmatigheid en doelmatigheid van het overheidsoptreden. Bij veel privatiseringsvoorstellen gaat het juist om de mogelijke spanning tussen deze twee laatste waarden. Het is goed wanneer deze mogelijke spanning eens goed in kaart wordt gebracht. Alle reden dus voor de Eerste Kamer om flink werk te maken van het voorstel van Schuurman.