Zeeland geeft, Antwerpen neemt

“De zee geeft, de zee neemt. Jarenlang hebben we van de zee genoten, het is nu tijd om de zee wat terug te geven”, schrijft Trouw in een instemmend en poëtisch commentaar op de conclusie van het rapport van de commissie Nijpels. Die conclusie is dat de Hertogin Hedwigepolder moet worden teruggegeven aan de zee.

Was het maar wáár dat hier sprake is van een ‘Wiedergutmachung’ van de Zeeuwse boeren aan de zee (de Westerschelde), van wie ze te veel hebben ‘genomen’. Dan zou je er vrede mee kunnen hebben.

Maar het zijn niet de Zeeuwen die dit estuarium nu al decennialang bedreigen en die opgeroepen moeten worden om iets terug te doen, het zijn de Belgen, die schatplichtig zijn.

Het rapport stelt dat het estuarium in een te krap jasje is geraakt door de inpolderingen van de laatste halve eeuw, maar vermeldt er niet bij dat er in die periode vrijwel uitsluitend is ingepolderd voor de Antwerpse havenbelangen. Daardoor zijn in de jaren ’70 bij de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal honderden hectares schorren en slikken tussen Antwerpen en Bergen op Zoom verloren gegaan.

Daar bleef het niet bij: de Belgen hebben de rivier in de tweede helft van de 20ste eeuw zo vervuild met ongezuiverd industrieel en stedelijk afvalwater (zelfs uit Brussel), dat de Schelde het predikaat ‘smerigste rivier van Europa’ kreeg. Het water was op de grens van België en Nederland soms bijna zuurstofloos en dus verdwenen de laatste zeehonden van de zandplaten.

Gelukkig is men sinds enkele jaren in België begonnen met het zuiveren van afvalwater en hoewel er nog steeds teveel ongezuiverd wordt geloosd zijn de zeehonden van de weeromstuit teruggekeerd. Het gaat dus weer beter met de waterkwaliteit van de Westerschelde. Dat is dus geen reden om te ontpolderen.

Maar intussen zorgde Antwerpen voor een nieuwe bedreiging van het estuarium. Omdat de zeeschepen steeds groter werden en meer diepgang kregen moesten de allergrootsten wel eens een uur op de rede van Vlissingen wachten op hoog water. En omdat in de harde wereld van de internationale rederijen tijd geld is, eiste Antwerpen dat de vaargeul zou worden verdiept en verruimd. Dat is inmiddels twee keer gebeurd.

Maar die baggerwerken hebben wel ernstige gevolgen. Bij de discussie over de tweede verdieping in de jaren ’90 werd duidelijk dat verdieping van de vaargeul ten koste gaat van (nog weer) schorren en slikken.

Daarom werd toen voor het eerst aan ontpolderen gedacht als compensatie voor het verlies. Dat zorgde voor zoveel commotie op hoorzittingen in Zeeland, dat ‘Den Haag’ het niet durfde doorzetten. Het werd opgeborgen in een bureaula.

Maar verleden jaar eiste Antwerpen een derde verdieping en verruiming, want de zeeschepen worden steeds groter en steken steeds dieper en dreigen in de nauwe en bochtige Westerschelde vast te lopen. En prompt was daar weer de eis dat er polders moesten worden opgeofferd om de ‘natuurlijkheid’ van de rivier te redden. Weliswaar deed de regering het voorkomen alsof de verruiming deze keer geen schade zou aanrichten aan de schorren en slikken, maar een onderzoeksrapport naar aanleiding van de tweede verdieping toonde aan, dat er sinds die verdieping onvoorziene processen opgang zijn gebracht. Met als belangrijkste dat het estuarium van een zandimporterend systeem een zandexporterend systeem is geworden. Dat is een nogal alarmerende constatering, zeker voor wie het behoud van de voor vogels voedselrijke slikken zo belangrijk vindt, dat ontpolderen een optie is. Maar de regering was er kennelijk niet door gealarmeerd en ook de meerderheid van het parlement ging akkoord met de wens van de Antwerpse havenlobby: de derde verdieping mag er komen. Maar de geschiedenis bewijst wie er steeds van de zee neemt zonder ooit iets terug te geven. Het zou rechtvaardig zijn als België nu eens iets terugdeed en daarmee de belangrijkste oorzaak van achteruitgang van de Westerschelde weg zou nemen.

Dat kan door de derde verdieping niet uit te voeren en de grootste containerschepen de Westerschelde niet op te sturen. Rotterdam vangt ze op bij de Maasvlakte, in Hamburg gebeurt het in Cuxhaven. Nergens varen deze oceaanreuzen nog zo diep landinwaarts door bochtige, nauwe geulen, behalve hier. Antwerpen wil iets dat niet van deze tijd is en dat ten koste gaat van de natuur in het estuarium. Terwijl België een prima voorziening heeft aan de Noordzeekust: Zeebrugge. De containerterminals zijn er al.

Helaas, de commissie Nijpels wijst die echte oplossing niet aan, maar waarschuwde bij de presentatie van het rapport de Zeeuwen alvast dat de driehonderd hectare van de Hedwigepolder nog maar het begin zijn – in de nabije toekomst zullen nieuwe ontpolderingen nodig zijn – nog drieduizend hectare.

De zee geeft en de zee neemt…. De realiteit is dat de Antwerpse havenbaronnen blijven nemen en de Zeeuwen gedwongen worden steeds meer polders te geven.

Het is hoog tijd dat Nederland zich serieus gaat bezinnen op het verder onder water zetten van uitstekende landbouwgrond. Het is tijd voor een moratorium, dat in deze krant al eerder door Frank Westerman werd bepleit na de inundaties voor de Blauwe Stad en het Wieringer Randmeer.