opinie

Democratie is niet voor bange mensen

Vorige week stelde de SP voor om het mogelijk te maken voor de bevolking om verkiezingen af te dwingen. Als een miljoen handtekeningen wordt verzameld, zou er een referendum moeten worden uitgeschreven over de vraag of er vervroegde verkiezingen moeten komen. Volgens Evert Jan Kruijswijk Jansen zou daarmee het land in een chaos worden gestort, maar volgens SP-Kamerlid Jan de Wit is hij onnodig bang.

De belangrijkste angst die Kruijswijk Jansen uitspreekt, is dat een minderheid genoeg handtekeningen verzamelt om een referendum af te dwingen tegen een door de meerderheid gekozen regering. Dit zou voor een permanente staat van instabiliteit kunnen zorgen, en de referenda zouden bakken met geld kosten. Verder zou de vertrouwensvraag exclusief in het parlement moeten blijven, en niet bij de bevolking zelf.

De angst voor een opeenstapeling van referenda is onterecht. Een zeer ruime meerderheid van de mensen is verstandig, zit helemaal niet te wachten op referendum na referendum en wil een regering die de kans krijgt om te doen wat ze heeft beloofd. Maar wat als partijen verkiezingen winnen met een bepaald program, en vervolgens ander beleid gaan voeren en alle steun van de bevolking verliezen? In het parlement, waar volgens Kruijswijk Jansen de vertrouwensvraag zou moeten worden gesteld, houden de coalitiepartners zich angstvallig aan elkaar vast, wat er ook gebeurt. Als een kabinet en Kamermeerderheid alleen nog drijven op een verkiezingsuitslag van twee jaar oud en geen enkel vertrouwen uit de samenleving genieten, zou er toch een democratisch middel moeten zijn voor de bevolking om nieuwe verkiezingen af te dwingen?

Door de eis dat eerst een miljoen handtekeningen wordt verzameld, kunnen we voorkomen dat om de zoveel maanden een referendum wordt afgedwongen, onder druk van de waan van de dag. Bovendien geeft het referendum niet alleen tegenstanders, maar ook voorstanders van de regering de kans om zich uit te spreken. Het is dus niet zo dat een luidruchtige minderheid steeds kan bepalen of er verkiezingen komen. Die eis moet echt zeer breed gedragen worden.

We zitten momenteel met het minst gewaardeerde kabinet sinds mensenheugenis, en al zo lang dat we het niet kunnen afdoen met ‘dat is de waan van de dag’. Niet alleen het vertrouwen in de regering sijpelt steeds verder weg – de hele politiek wordt steeds slechter gewaardeerd. En het volk voelt zich machteloos tegenover een politiek die zich onaantastbaar weet, zolang de coalitie de rijen gesloten houdt.

Let wel: met dit voorstel wil de SP niet van de huidige regering af te komen – hoewel we die natuurlijk lievere vandaag dan morgen zien vertrekken - het gaat ons om het vullen van een tekort in onze democratische infrastructuur. De huidige regering wippen is met dit voorstel onmogelijk. Er zou een grondwetswijziging aan te pas moeten komen en die kan niet al in deze regeerperiode worden doorgevoerd. De eerste regering die er rekening mee zou moeten houden, zou het volgende kabinet zijn. Misschien wel een van PvdA, SP en GroenLinks. Maar zoals al vaak is gesteld: democratie is niet voor bange mensen.