opinie
Harry van Bommel:

Meer redenen tegen aanval op Irak dan voor

President Bush gaf in zijn speech voor de VN te kennen dat hij hoopt op een mandaat van de Veiligheidsraad, maar eveneens dat Irak aan al zijn eisen moet voldoen om aan een aanvalsoorlog te ontkomen. De hypocrisie was verduiveld handig verpakt, maar een aanval op Irak blijft een onverantwoorde inbreuk op het internationaal recht en een immens gevaar voor de wereldvrede, zo betoogt Harry van Bommel van de SP.

Er is een groot aantal redenen om vóór een aanval op Irak te zijn. Saddam Hoessein is een vloek voor zijn volk en ontwikkelt waarschijnlijk massavernietigingswapens. Er is echter een veel groter aantal motieven om tegen een aanval te zijn, die dwingender zijn dan veel politici lijken te beseffen.

Om te beginnen zullen zowel bombardementen als gevechten op de grond duizenden onschuldige slachtoffers maken. Dat de burgerslachtoffers "bijkomende schade" worden genoemd, is niets anders dan een misselijkmakende ontmenselijking om de misdadigheid te verbloemen. Wat echter belangrijker is: de Amerikanen bereiden een aanvalsoorlog voor die volgens VN-chef Kofi Annan geen juridisch grondslag heeft. Dat de Nederlandse regering publiekelijk zegt hier niet mee te zitten, moet worden opgevat als overtreding van de Grondwet, die immers het bevorderen van de internationale rechtsorde voorschrijft. Als wij zeggen dat de regering in Washington zich niet aan het internationaal recht hoeft te houden, welk recht hebben wij dan nog om ooit een ander aan te sporen dit wel te doen? Er wordt zo een levensgevaarlijk precedent geschapen. Als Amerika naar eigen goeddunken preventief mag aanvallen, waarom zouden nucleaire machten als India, Pakistan, Israël en China dat voortaan niet ook mogen doen?

Een gewapend conflict tussen de VS en Irak dreigt bovendien een keten van geweld in het Midden-Oosten te starten. De kans is groot dat de Palestijnen, Koerden en Tsjetjenen in de schaduw van de oorlog worden aangepakt door Israël, Turkije en Rusland. Welke reacties dat teweegbrengt, laat zich voorspellen. Daarnaast kunnen we er zeker van zijn dat een land als Iran het als zeer bedreigend zal ervaren als er een enorme Amerikaanse troepenmacht op de stoep komt staan. De moeizame hervormingen die door president Khatami in gang zijn gezet, worden makkelijker teruggedraaid door de reactionaire krachten die immers teren op de angst voor de VS. De levensomstandigheden van miljoenen mensen zullen verslechteren en hun vrijheid zal verder afnemen.

Militair ingrijpen zal zowel de Arabische als de islamitische wereld in haar geheel verder van het Westen vervreemden. De gevolgen zullen zeker doorwerken op de integratie van de Arabische en islamitische bevolkingsgroepen in het Westen. De sociale samenhang zal ook in Nederland verder afnemen, naarmate het kabinet de aanvalsoorlog moreel of militair steunt. Het idee dat het Westen bezig is met een oorlog tegen de islam, zal meer en meer aanhang krijgen. Slecht één man zal in zijn vuistje lachen: Osama bin Laden. Extremisten als hij zullen nog makkelijker medestrijders werven, ook in het Westen.

Bush benadrukte bij de VN dat hij vooral de Irakese bevolking een dienst wil bewijzen. Maar een aanval op Irak dient niet de belangen van de burgers. Het land zal hoogstwaarschijnlijk uiteenvallen in etnische deelgebieden met eigen, onderling strijdige, belangen. De Koerden in het noorden zullen hun autonomie willen uitbreiden en de sjiïeten in het zuiden hebben ook niet veel op met Bagdad. Zij zullen een eigen gebied veilig willen stellen om vervolgens - vergelijkbaar met de ontwikkelingen in Afghanistan - onderling het gevecht om de macht aan te gaan. Bovendien is het argument van het welzijn van de Irakese bevolking een pure drogreden van Bush. Amerikaan keek eerder de andere kant op toen Saddam de Koerden afslachtte, en leverde zelfs de wapens toen Turkije hetzelfde deed. Als Washington werkelijk de mensenrechten in de wereld willen bevorderen, kunnen ze zich beter bemoeien met de Turkse onderdrukking van de Koerden, de Saoedi-Arabische onderdrukking van de vrouw en de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen, om maar enkele voorbeelden te noemen. De VS zouden met diplomatieke druk en handelsvoorwaarden maar zónder geweld de onderdrukking van tientallen miljoenen mensen kunnen beëindigen of verminderen, maar daar ziet het kennelijk geen brood of olie in.

Het welzijn van de Irakezen wordt door een aanval op nog meer fronten bedreigd. Als Saddam inderdaad beschikt over biologische en chemische wapens en in het nauw gedreven wordt, zou hij wel eens tot desastreuze aanvallen met massavernietigingswapens kunnen overgaan. Een desperate Saddam zou in eigen land kunnen doen wat hij in Koeweit deed: de olievelden op grote schaal in brand steken. Dergelijke noodsprongen kunnen leiden tot ongekende humanitaire catastrofes en milieurampen die grote delen van het land en wellicht de regio onbewoonbaar maken.

Een aanval op Irak dient enkel de Amerikaanse strategische belangen tot betere toegang tot en grotere controle over olievelden en de olieafvoerwegen in het Midden-Oosten en Centraal-Azië. De belangen van de bevolking van Irak dienen slechts tot gelegenheidsargument. Als de Nederlandse regering deze aanvalsoorlog steunt, is dat niet anders te noemen dan ronduit misdadig. Maar afwijzing van eenzijdige militaire actie tegen Irak betekent natuurlijk niet dat de wereldgemeenschap stil moet zitten. De druk op Saddam Hoessein moet worden opgevoerd door nu eindelijk internationaal strafrechtelijke vervolging te beginnen voor het plegen van misdaden tegen de menselijkheid, zoals bepleit door Pax Christi en Human Rights Watch. De VN-Veiligheidsraad zou een speciaal tribunaal in het leven kunnen roepen. Samenwerking met Arabische landen, die Saddam of leden van zijn regime niet meer zouden moeten ontvangen, tenzij met de bedoeling hen uit te leveren, wordt dan weer mogelijk. Alleen zo kan Saddam de status krijgen die hij verdient; die van politieke paria. Uiteindelijk is ook Milosevic op die manier aan het einde van zijn politieke leven gekomen en ontkwam het Apartheidsbewind in Zuid-Afrika niet meer aan machtsdeling met de zwarte bevolking. Ook een intensivering van de hulp aan democratische oppositiegroepen in Iraaks Koerdistan en de rest van de wereld zal aan de val van Saddam bijdragen. Tenslotte is een effectieve beperking van de wapenhandel en een controleerbaar verbod op biologische wapens meer dan ooit noodzakelijk. Op die twee fronten kent de VN echter een grote spelbreker: de VS.

Betrokken SP'ers