nieuws

Maarten Frens: ‘Wetenschappers moeten nu stelling nemen'

Maarten Frens
Hersenonderzoeker Maarten Frens

De vrije wetenschap staat onder druk. Meest tot de verbeelding spreekt de situatie in de VS, waar president Trump openlijk de strijd heeft aangebonden met de op feiten gebaseerde wetenschap. Maar ook ontwikkelingen in andere landen, inclusief Nederland, baren zorgen. Voor wetenschappers reden om op te komen voor de wetenschap. Op 22 april worden wereldwijd protestbijeenkomsten georganiseerd onder de noemer March for Science. Ook in Nederland. Het Wetenschappelijk Bureau van de SP sprak met Maarten Frens, één van de initiatiefnemers.

Op 22 april aanstaande vindt, op het Museumplein in Amsterdam, de Nederlandse variant van de March for Science plaats. Vanwaar deze bijeenkomst?

‘Het is een initiatief van een aantal verontruste wetenschappers, maar ook van anderen die de wetenschap een warm hart toedragen. Omdat we in toenemende mate zien dat de academie als institutie onder druk komt te staan. Wij zijn van mening dat het voor het democratisch proces belangrijk is dat mensen zich aan de feiten houden. Met de March for Science willen wij daar aandacht voor vragen.’

Hoe komt het dat pas sinds het aantreden van Trump de acade­mische wereld in actie lijkt te komen? Waarom niet eerder?

‘Er zijn natuurlijk al langer ontwik­kelingen gaande die zorgen baren. Denk aan Rusland waar de wetenschap moet doen wat het regime wenst, of Turkije waar honderden academici zijn ontslagen. Maar ook aan Nederland, waar klimaatverandering wordt ontkend en waar mensen niet meer geloven in vaccinaties ondanks het overtuigende wetenschappelijk bewijs dat er is. De trend is er dus al langer, maar de aanval op de vrije wetenschap door Trump is zo overduidelijk en de positie van de VS is zo dominant in de wereld, dat er een hoop mensen wakker geschud zijn.’

Hoe verklaart u dat Nederlandse wetenschappers zo weinig politiek geëngageerd zijn?

‘Dat heeft volgens mij te maken heeft met de natuurlijke voorzichtigheid die wetenschappers eigen is. Het is voor ons allemaal de eerste keer dat we überhaupt een protest organiseren. Juist ook omdat de wetenschap zich als neutrale factor dient op te stellen en zich niet moet lenen voor een bepaald politiek regime, of dat nu links of rechts is. Maar het paradoxale is dat om die politieke neutraliteit te behouden, het op dit moment noodzakelijk is voor wetenschappers om politiek te worden.’

Zouden wetenschappers meer op moeten komen voor de wetenschap?

‘Ja, absoluut. We moeten niet alleen onze onderzoeksresultaten meer voor het voetlicht brengen, we moeten ook veel beter gaan uitleggen wat de wetenschappelijke methode inhoudt. Dat wetenschap veel meer is dan zomaar een mening, dat er een heel gedegen methodologie achter zit die ervoor zorgt dat je tot bepaalde uitspraken komt. Ook na 22 april zullen we het belang van op feiten gebaseerde wetenschap moeten blijven benadrukken. Dat is een taak voor ons, maar ook voor politici, beleidsmakers en voor een ieder die de wetenschap belangrijk vindt.’

In hoeverre staat de academische vrijheid in Nederland onder druk?

‘Ik heb niet het idee dat deze in Nederland in het geding is, maar de motie die laatst door de Tweede Kamer is aangenomen om onderzoek te laten doen naar de vermeende linkse politieke vooringenomenheid van Nederlandse wetenschappers, staat daar natuurlijk haaks op. Ik geloof niet dat de minister deze motie gaat uitvoeren, maar stel dat dat zou gebeuren dan trek je in feite de integriteit van de wetenschapper in twijfel. De ontwikkelingen in de VS, waar de onderzoeksresultaten van medewerkers van de Environmental Protection Agency (EPA) mogelijk politiek gescreend worden, baren in dat opzicht wel zorgen.’

Wat heeft de wetenschap ons volgens u gebracht?

‘Ik werk zelf in het hersenonderzoek en wat de wetenschap ons daar heeft gebracht is een enorme vooruitgang in de behandelingsmethodes van hersenziektes. Mensen met een psychische aandoening worden nu zoveel subtieler en effectiever behandeld dan pakweg dertig jaar geleden, dat zij gewoon deel uit kunnen blijven maken van de maatschappij. Een ander voorbeeld is de uitvinding van de MRI-scanner, waardoor we heel goed kunnen zien hoe het hoofd er van binnen uitziet, zonder dat we het eerst open hoeven te maken. We kunnen bijvoorbeeld in een veel vroeger stadium zien of iemand een hersentumor heeft. In zijn algemeenheid snappen we veel beter hoe de hersenen werken en begrijpen we veel beter hoe processen als leren plaatsvinden. We zijn met sprongen vooruitgegaan, door niet aflatend onderzoek, dat grotendeels door de overheid gefinancierd en gefaciliteerd is.’

Hoe overtuig je mensen nu van de waarde van op feiten gebaseerde wetenschap in een tijd waarin ‘alternatieve feiten’ via social media razendsnel verspreid worden?

‘Het is voor ons echt een nieuwe situatie. Er zijn natuurlijk altijd complotdenkers geweest, maar om de een of andere reden lijkt het de laatste tijd normaal om in politieke discussies feiten weg te zetten als meningen waarover je kunt verschillen. Wat je daartegen zou kunnen doen is laten zien dat alternatieve feiten niet bestaan. Door mensen onderscheid te leren maken tussen betrouwbare en onbetrouwbare bronnen. Dat is geen eenvoudig proces. De wetenschap zal hierin veel meer een verantwoordelijkheid moeten nemen, door het gedane onderzoek op een goede en heldere manier aan het publiek uit te leggen. Ik zou er zelf veel voor voelen om een aantal populaire alternatieve feiten bij de kop te pakken om ze vervolgens punt voor punt te weerleggen. Zoals met het bekende voorbeeld dat je van vaccinaties autistisch kunt worden.’

Zou je in het onderwijs niet meer aandacht moeten besteden aan het overbrengen van de waarde van wetenschap voor een breder publiek?

‘Ja, om studenten goed op te leiden moet je ze niet alleen de feiten, maar ook de waarden van de wetenschap meegeven. Maar je zou je daarbij niet moeten beperken tot academisch geschoolden. In de wetenschap wordt ook wel meer aandacht besteed aan kennisoverdracht. Zo dien je bij elke beursaanvraag die je tegenwoordig doet een paragraaf te wijden aan de verspreiding van je onderzoeksresul­taten onder het brede publiek. Maar in algemene zin zouden we wel meer waardering mogen hebben voor mensen die wetenschap interessant maken voor een breder publiek. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij De Wereld Draait Door, waar met enige regelmaat wetenschappers aan tafel zitten die op een goede, inzichtelijke manier complexe zaken kunnen uitleggen. Maar dat mag zeker vaker gebeuren.’

Kunt u tot slot zeggen zeggen hoe de March for Science er op 22 april uit gaat zien?

‘Wereldwijd houden alle Marches grofweg dezelfde agenda aan, die stelt dat we voor empirisch onderzoek zijn en tegen alternatieve feiten. De tweede boodschap is dat internationale samenwerking essentieel is om tot succesvolle wetenschap te komen. Verder geven we er allemaal onze eigen invulling aan. We willen in elk geval een podium met daarop een aantal aansprekende namen. Daarnaast willen we tenten met jonge wetenschappers die aan de hand van een aantal thema’s de wetenschappelijke methode aan het publiek uitleggen. Verder willen we een rondgang langs het Museumplein, waarbij we een aantal verworven­heden van de wetenschap presenteren. De bijeenkomst staat open voor iedereen die de wetenschap een warm hart toedraagt.’

Dit interview verscheen eerder in De Spanning, een uitgave van Het Wetenschappelijk Bureau van de SP