nieuws

Waartoe leiden we onze jongeren op?

Deze vraag stond centraal in de toespraak die SP-leider Emile Roemer woensdagmiddag hield bij de opening van het nieuwe jaar op de Hanzehogeschool in Groningen. Roemer sprak over de rol van het hoger beroepsonderwijs in onze samenleving. 'Een leerling op de basisschool is natuurlijk met hele andere dingen bezig dan een student op het hbo. En een mbo-er is moeilijk te vergelijken met een universitaire student. Toch is er één ding dat voor al deze jongeren geldt: het volgen van een opleiding maakt ze zelfstandiger. Het emancipeert.'

Lees hieronder de hele toespraak.

Wat een eer om hier te mogen staan om jullie allen toe te spreken bij de opening van het nieuwe jaar. Ik zie een zaal vol studenten, docenten, bestuurders en andere geïnteresseerden. Allemaal mensen die dag in dag uit bezig zijn met onderwijs. Het geven van onderwijs. Het krijgen van onderwijs. En nadenken over de toekomst van het onderwijs. Dat laatste is ook mijn taak.

Jaren geleden volgde ik zelf een hbo-opleiding aan de pabo in Nijmegen. Daarna kwam ik voor de klas te staan en zag ik het onderwijs vanuit een ander perspectief. Nu, als fractievoorzitter, houd ik me nog steeds bezig met ons onderwijssysteem. En weer vanuit een ander perspectief. De hoek van waaruit je naar het onderwijs kijkt kan in de loop van de jaren veranderen. Maar de hoofdvraag, waar ons hele onderwijs om draait, blijft gelijk. ‘Waartoe leiden we onze jongeren op?’ Wat mij betreft is dit de vraag die voor iedereen in deze zaal centraal moet staan. Je zou misschien denken dat het antwoord op de vraag afhangt van het niveau van het onderwijs. Een leerling op de basisschool is natuurlijk met hele andere dingen bezig dan een student op het hbo. En een mbo-er is moeilijk te vergelijken met een universitaire student. Toch is er één ding dat voor al deze jongeren geldt: het volgen van een opleiding maakt ze zelfstandiger. Het emancipeert, zou je zelfs kunnen zeggen.

Emile Roemer

Vorige week was ik te gast bij verschillende scholen in het speciaal onderwijs in het oosten van het land. De leerlingen daar hebben allemaal een beperking. De ene een lichamelijke, de andere een mentale en sommigen zelfs allebei. Zij zijn dus afhankelijk van de hulp die ze krijgen. Hulp van ouders, van docenten of van zorgmedewerkers. Voor deze leerlingen is goed onderwijs, met de bijbehorende zorg, dus van enorm belang. Onderwijs geeft hen de kans om te groeien, om zichzelf te ontwikkelen. Het geeft ze de kans om iets minder afhankelijk van anderen te worden. En dat is van onschatbare waarde.

Dit geldt ook voor veel mbo’ers. Zij kiezen na de middelbare school voor een vervolgopleiding om een vak te leren. Gedurende een vierjarige opleiding leren zij om steeds meer op eigen benen te gaan staan. Uiteindelijk zal hun vak, als ze zo’n 20 jaar oud zijn, hen de kans geven om zelfstandig te worden. Ze gaan aan het werk als verpleegkundige, loodgieter of ICT-er en bouwen daarmee aan hun toekomst. Een goede opleiding is dus ook voor deze jongeren een onmisbare steun in de rug richting zelfstandigheid.

Er zijn vanmiddag veel studenten op de opening van het nieuwe jaar af gekomen. Voor een deel van jullie zal het heel normaal zijn om door te leren na je middelbare school. Misschien hebben je ouders ook een hbo-opleiding gedaan en hebben ze je gestimuleerd om deze stap te nemen. Maar voor anderen is dit niet zo vanzelfsprekend. Zij hebben het wellicht helemaal niet van huis uit meegekregen om door te leren. Het kan zomaar zijn dat je de eerste bent in jouw familie die een vervolgopleiding doet. De eerste in generaties die zelf de keuze maakt in welke richting je je wilt ontwikkelen. Dat betekent dat jouw opleiding niet alleen voor jou een grote stap is. Maar dat het voor je hele familie een stap verder is. Een stap verder naar een toekomst waarin je je eigen keuzes kunt maken en kan blijven groeien. Dat is dus niet alleen van belang voor jouw toekomst, maar dat is van groot belang voor onze hele samenleving. Het hoger beroepsonderwijs speelt hier een essentiële rol in.

Er zijn twee zaken die er voor zorgen dat het onderwijs bijdraagt aan de emancipatie van jongeren. Om te beginnen het stelsel van doorleren. Ik ben er trots op dat we een onderwijssysteem hebben dat het mogelijk maakt dat jongeren diploma’s kunnen stapelen. Heb je al een mbo-diploma en wil je verder leren? Dan kan je naar het hbo. Of heb je je havo afgerond, maar wil je naar de universiteit? Ook dan zijn er mogelijkheden. Helaas is de mogelijkheid om door te leren de afgelopen jaren onder druk komen te staan. Jongeren worden steeds meer gestimuleerd om hun opleiding zo snel mogelijk af te ronden zodat ze de arbeidsmarkt op kunnen. Dat is niet zo gek als je de vergrijzing van onze samenleving in ogenschouw neemt. Maar toch vraag ik me af of het ons waard is om jongeren door hun opleiding heen te persen en hen daarbij de ruimte te ontnemen om zich breed te ontwikkelen. Dit brengt ons magnetronstudenten: snel klaar en smakeloos. Ik ben er voorstander van dat we jongeren de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling wél bieden, maar daar kom ik later nog op terug.

Emile Roemer

Naast de mogelijkheid om door te leren is er nog iets dat jongeren helpt zich te emanciperen. Dat is de studiefinanciering. Het stelsel van studiefinanciering is ooit bedacht om jongeren financieel onafhankelijk te maken van hun ouders. Als je iedere maand rond kunt komen zonder je ouders om hulp te hoeven vragen, dan draagt dat bij aan het volwassen worden. Het verplicht jongeren om hun eigen keuzes te maken en, mocht het mislopen, de verantwoordelijkheid voor die keuzes te dragen. Helaas is de toelage de afgelopen jaren keer op keer verlaagd. Tot een bedrag waarmee veel studenten nog niet eens hun huur kunnen betalen. Het gevolg daarvan is dat steeds meer studenten een bijbaan hebben. In eerste instantie lijkt dat een prima idee. Een paar uur in de week werken zorgt ervoor dat studenten nieuwe mensen leren kennen, levenservaring opdoen en natuurlijk rond kunnen komen. Maar dit is de afgelopen jaren flink uit de hand gelopen. Door het grote aantal uren dat naast de studie gewerkt wordt, kan er minder tijd aan de studie worden besteed. Dit gaat dus rechtstreeks ten koste van de kwaliteit van het onderwijs. Ik blijf het vreemd vinden dat sommige politici klagen over een ‘zesjescultuur’ in het onderwijs, terwijl er ondertussen een hele grote druk op studenten gelegd wordt. Zij moeten én goede cijfers halen, én zichzelf breed ontwikkelen én veel werken om rond te komen. Hier zie je dat de studiefinanciering en de kwaliteit van het onderwijs niet apart van elkaar kunnen worden gezien.

Voorstanders van een leenstelsel voor studenten splitsen deze twee zaken vaak wel. Zij zeggen dan: als we niet meer investeren in studenten, dan hebben we de ruimte om te investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Ik vind dit dus een valse tegenstelling. Als er bezuinigd wordt op studenten zal dat ten koste gaan van de kwaliteit. Iets dat voor nu een gemakkelijke bezuiniging lijkt, heeft dus verregaande gevolgen voor de toekomst van ons hoger onderwijs. Met het afschaffen van de basisbeurs snijden wij ons als samenleving dus hard in de vingers.

Maar er ligt nog een groter probleem aan ten grondslag: het profijtdenken. Partijen die de studiefinanciering liever vandaag dan morgen afschaffen zeggen vaak: ‘Het volgen van onderwijs is een investering in jezelf. Het is dus prima dat je daar ook zelf voor betaalt.’ En inderdaad: ieder individu dat goed onderwijs volgt zal zichzelf verder ontwikkelen. Maar de vraag is of alleen dat individu daar profijt van heeft. Is niet de hele samenleving erbij gebaat dat we onze jongeren goed opleiden? En moeten we daar dan ook niet als hele samenleving in investeren? Ik denk van wel.

De grootste dooddoener die ik vaak in het debat hierover hoor is: ‘Waarom moet de bakker meebetalen aan de opleiding van de zoon van de advocaat?’ Het antwoord hier op is vrij eenvoudig. Door het stelsel van progressieve inkomstenbelasting betaalt iemand die meer verdient ook meer mee aan het onderwijs van de volgende generatie. Mensen die minder verdienen, hoeven daar lang niet zo veel aan mee te betalen. Een rechtvaardig stelsel, omdat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. En natuurlijk kan ons belastingstelsel nog wel verbeterd worden, maar daar zal ik vandaag niet te veel over uitweiden.

Emile Roemer

Dat de bakker wel iets meebetaalt aan de studie van de zoon van de advocaat lijkt me heel terecht. Want als de bakker bijvoorbeeld te maken krijgt met acquisitiefraude, dan is hij maar wat blij dat er een goede advocaat klaarstaat. Daarom is het van belang om in deze discussie verder te kijken dan alleen het profijt voor een individu. Ik zie het dan ook als mijn taak als volksvertegenwoordiger om naar de samenleving als geheel te kijken en niet naar enkele personen. Dit profijtdenken steekt trouwens steeds vaker de kop op in onze maatschappij. Bijvoorbeeld bij het eigen risico in de zorg. Ook daar wordt gedacht dat als je ziek bent je meer moet betalen via het eigen risico. Jij hebt immers profijt van de zorg. Deze manier van denken past bij een steeds individualistischer wordende samenleving. Een samenleving waarin gedacht wordt dat het geluk van ons allen gelijk staat aan de optelsom van individueel geluk. Maar daar geloof ik niet in. Juist de solidariteit die wij in onze samenleving hebben georganiseerd, zorgt ervoor dat we gelukkig en gezond kunnen zijn. Die solidariteit moeten we niet afbreken, maar juist versterken.

Financiële onafhankelijkheid en de mogelijkheid om door te leren geeft jongeren de kans zich verder te ontwikkelen. En dan bedoel ik niet alleen in hun vak. Ook persoonlijke ontwikkeling is van groot belang. Ik weet hoe dat gaat in het eerste jaar van een nieuwe opleiding – mijn beide dochters hebben ook aan het hbo gestudeerd. Dan ga je leuke dingen doen, nieuwe mensen ontmoeten. Je wordt actief bij een studie- of sportvereniging. Bezoekt zo nu en dan een feestje. En gemiddeld één op de drie van jullie zal op kamers gaan wonen. Soms ver weg van je ouderlijk huis. Daarmee wordt er van je verwacht dat je zelfstandig bent, voor jezelf kunt zorgen. Al deze zaken dragen er aan bij dat je jezelf ontwikkelt. En dat is van groot belang voor je toekomst. Studenten moeten hiervoor dan ook de ruimte krijgen. Dat kan niet als ze zich scheel moeten lenen om hun studie te betalen of als ze worden aangemoedigd om niet door te leren. Komende maand wordt er in de Tweede Kamer gesproken over het afschaffen van de studiefinanciering. De SP zal er in dat debat dus alles aan doen om het leenstelsel alsnog van tafel te krijgen, zodat jongeren hun kans op financiële onafhankelijkheid tijdens hun studie niet verliezen.

Op de vraag waartoe wij onze jongeren opleiden is nog een belangrijk antwoord te geven. Jullie worden namelijk ook opgeleid om kritisch na te denken over de wereld om je heen. Iedere dag schotelen mensen zoals ik jullie een verhaal voor via televisie, radio en sociale media. Ik zie het als jullie taak om altijd kritisch na te denken. Is het wel waar wat hij daar beweert? Klopt de redenering wel? En wat vind ik daar zelf van? Dit is ongelooflijk belangrijk omdat wij elkaar scherp moeten houden. We moeten elkaar blijven ondervragen en leren van de geschiedenis. Kijk nu eens naar de grote conflicten op dit moment in Oekraïne, Israël en Irak. Volkeren die daar oorlog voeren, met of zonder hulp van ons land. Het is ons aller taak om ons te verdiepen in wat daar gebeurt en na te denken over de rol van Nederland. Om te leren van conflicten in het verleden en niet zomaar de praatjes van politici, aan welke zijde dan ook, te geloven. Dit geldt ook voor problemen dichter bij huis. Denk aan de delen van Noord-Nederland die geteisterd worden door aardbevingen. Geniet van deze stad, maar kijk ook goed om je heen. Naar de schoonheid van de drie Noordelijke provincies, maar ook naar de problemen en de uitdagingen die in de regio spelen. En laat je horen als je vindt dat ze in Den Haag geen oog en oor hebben voor het Noorden. Kritisch denken brengt niet alleen jezelf, maar de gehele samenleving vooruit.

In deze zaal zie ik veel trotse gezichten. Trots omdat je aan een prachtige opleiding begint. Of omdat je weer een nieuwe groep studenten les mag gaan geven. Dat is mooi om te zien. Maar ik vraag me wel eens af of het hbo wel voldoende gewaardeerd wordt in onze samenleving. Regelmatig krijg ik het gevoel dat ons hoger beroepsonderwijs wordt gezien als het lelijke stiefbroertje van de universiteit. Het stiefbroertje dat fanatiek probeert om op z’n grote broer te gaan lijken. Dat komt onder andere door sommige bestuurders in het hbo die hun best doen om hun instelling als een universiteit te organiseren. Ik vind dat doodzonde. Het hbo en de universiteit zijn twee verschillende vormen van onderwijs. Dat verschil zit hem niet zo zeer in het niveau. Wel in de onderwijsvorm. We hebben het niet voor niets over het hoger beroeps onderwijs. Op de universiteit leren we mensen de theorie, het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Het hbo moet daarnaast de allerbeste beroepsopleidingen bieden. Jullie zijn niet alleen slim, maar ook praktisch. Jullie leren niet alleen nadenken, maar ook een vak. Ik stoor me er aan als mensen doen alsof het hbo een mindere versie is van de universiteit. Het is namelijk een alternatief voor de universiteit. Een plek waar we slimme mensen een beroepsopleiding geven. Waar onze technici, docenten en fysiotherapeuten van de toekomst worden opgeleid.

Maar dat is niet de enige reden waarom het hbo te weinig waardering krijgt. Het komt ook door de negatieve aandacht in de afgelopen jaren. Denk aan de diplomafraudes bij sommige instellingen. Het beeld dat je na het betalen van je collegegeld automatisch een diploma krijgt opgestuurd, is bij veel mensen blijven hangen. Natuurlijk is dat onterecht voor het overgrote deel van de instellingen, maar het is wel het beeld waar het hbo vandaag de dag mee te maken heeft. En dan hebben we als laatste reden nog de politici. In Den Haag krijgt het hbo niet altijd de aandacht die het verdient. Meer dan 400.000 mensen volgen een opleiding aan hogescholen. Deze mensen verdienen het om aandacht en respect te krijgen vanuit de politiek.

Daarom wil ik graag de volgende afspraak met jullie maken: Als jullie je hier in Groningen inzetten om het beste uit je opleiding te halen, dan blijf ik vanuit Den Haag strijden voor het allerbeste hoger beroepsonderwijs. Want dat is wat jullie en alle andere jongeren op hogescholen verdienen!

Betrokken SP'ers