nieuws

Weeklog Dennis de Jong: Het mooie van een vetorecht

Eurofielen framen het vaak zo dat je in de Europese Unie alleen vooruitgang kunt boeken met meerderheidsbesluitvorming. Als SP’ers zien we dat anders: als je echt draagvlak wilt hebben voor de Europese besluiten, zul je de burgers via hun nationale parlementen de mogelijkheid moeten bieden om bepaalde wetgeving te stoppen of te veranderen. Dat kan alleen, als je als lidstaat een vetorecht hebt. Dat is geen achteruitgang, maar vooruitgang: alleen als we de angst wegnemen dat ‘Brussel’ ons dictaten kan opleggen, kunnen we weer echt samenwerken in Europa. We komen dan gegarandeerd verder dan met de centralistische aanpak van de eurofielen.

Foto: Basvb Bron: https://commons.wikimedia.org (CC BY-SA 2.0)

Afgelopen week stemden we in Straatsburg opnieuw over een motie waarin het Europees Parlement o.a. lidstaten oproept het recht op abortus te erkennen. Ons abortusstandpunt is zorgvuldig: we zijn voor de huidige wetgeving, maar erkennen ook dat vrouwen die een abortus (willen) ondergaan, recht hebben op goede informatie over alternatieven, zoals adoptie. Bovendien willen we ongewenste zwangerschappen zoveel mogelijk voorkomen via goede voorlichting en toegang tot voorbehoedsmiddelen. Inhoudelijk lag de motie dicht tegen ons standpunt aan.

Toch heb ik de motie niet gesteund. Dat heeft alles te maken met het feit dat abortuswetgeving gaat over al dan niet strafbaarstelling ervan. Bij het debat over de Europese Grondwet en later bij de ratificatieprocedure van het Verdrag van Lissabon werd ons voorgehouden dat we ons over de bepalingen over strafrecht geen zorgen hoefden te maken. We zouden dan wel ons vetorecht kwijtraken, maar het zou alleen gaan om bepaalde delicten met een duidelijk grensoverschrijdend karakter.

Als SP hebben we ons niet in de luren laten leggen: als je de Europese Commissie een vinger geeft, pakt ze je hele hand en daarom vonden we het onverantwoord het strafrecht aan Brussel toe te vertrouwen, zonder dat we als Nederland uiteindelijk nee zouden kunnen zeggen tegen bepaalde wetgeving. Terwijl het Verenigd Koninkrijk en Denemarken een zogeheten ‘opt-out’ regeling hadden bedongen, en hiermee bij ieder voorstel over strafrecht kunnen zeggen of ze het willen overnemen of niet, liet de Nederlandse regering en de meerderheid in het Nederlandse parlement alles gewoon over zich heen komen. En zo zitten we in de situatie, dat, als er nieuwe strafwetgeving wordt besproken, niet het Nederlandse parlement het laatste woord heeft, maar de meerderheid in de Europese Raad van Ministers.

Anders dan de eurofielen ons willen doen geloven, is een vetorecht of opt-out regeling geen obstakel, maar juist een waarborg die het mogelijk maakt je ook over zaken uit te spreken, waar strafrecht in het geding is, en die je liever niet Europees geregeld ziet worden. Had ik nu de motie ondersteund, dan zou de volgende stap geweest zijn dat er, bijvoorbeeld op basis van de zogeheten ‘Europese waarden’, een voorstel gedaan zou worden voor nadere afstemming van beleid en uiteindelijk voor Europese wetgeving. Zonder vetorecht voor Nederland houd ik m’n hart vast voor de uitkomst daarvan: niet alleen in Ierland, maar ook in nogal wat Oost-Europese lidstaten is de Nederlandse abortuswetgeving een stap te ver. De uitkomst van een Europese wetgevingsexercitie is dan ook allerminst zeker en kan zelfs een stap terug betekenen voor vrouwen in Nederland.

Wat zou het fijn zijn, als je in de Europese Unie weer op een manier met elkaar in gesprek zou kunnen gaan, zoals je dat ook doet in de Verenigde Naties of in de Raad van Europa (de organisatie die vrijwel het hele Europese continent omvat). Je kunt dan proberen elkaar te overtuigen en ervaringen uit te wisselen. Je kunt zelfs regels overeenkomen, maar het nationale parlement blijft wel het laatste woord houden. Ik denk dat Europa er een heel stuk beter uit zou zien en ook meer draagvlak en toekomst zou hebben, als we op gevoelige terreinen weer het vetorecht invoeren of een opt-out regeling bedingen. In zo’n Europa hebben we als SP veel zin. Een centralistische eurocratie wijzen we hartgrondig af en met ons heel veel mensen in Nederland.