nieuws

Nederland zeven jaar in Afghanistan: een treurige balans

Het is nu ruim zeven jaar geleden dat de eerste Nederlandse militairen naar Afghanistan vertrokken om het land veilig te maken en op te bouwen. Daarmee werden we één van de voortrekkers van de westerse militaire aanwezigheid. SP-Kamerlid Harry van Bommel maakt de balans op. “Nederland heeft straks vele honderden miljoenen euro's uitgegeven in Afghanistan. Dat is vooral naar militair materieel gegaan, op de grond hebben de Afghanen er bar weinig van gezien. Bedenk eens wat voor moois we met dat geld hadden kunnen doen!”

Aanvankelijk werd gesproken over een opbouwmissie. Wat is daarvan terecht gekomen? “Bitter weinig. Het aantal scholen dat is geopend, de paar waterputten die zijn geslagen, het staat allemaal niet in verhouding tot de kapitalen die deze missie kost en de risico's die onze militairen daar elke dag lopen. Het gebied waar de Nederlanders nu zitten, Uruzgan, heeft zelfs in toenemende mate te maken gekregen met activiteiten van de Taliban. Op veel terreinen is juist sprake van verslechtering. Afghanistan is sinds de eerste aanvallen eind 2001 elk jaar onveiliger geworden. Elk jaar vallen er ook meer burgerdoden.”

Is het een vechtmissie geworden? “Absoluut, en dat wordt ook door Defensie amper nog ontkend. Het is niet zo dat ze af en toe met een paar boze herders in gevecht moeten, er wordt regelmatig echt oorlog gevoerd, met zwaar materieel. Luchtbombardementen, mortierbeschietingen, dat soort werk. Het bewaken van de eigen veiligheid en de strijd tegen opstandelingen is de kern van het werk, niet het bieden van perspectief aan de lokale bevolking. Die zit nog steeds tussen twee vuren.”

Heb je vanuit Nederland goed zicht op wat er gebeurt? “Sinds onze aanwezigheid kwamen niet alleen achttien Nederlandse militairen om het leven, er stierf ook een onbekend aantal burgers in de strijd tegen verzetsgroepen. De schattingen hierover lopen uiteen, maar waarschijnlijk loopt het in de honderden onschuldige mannen, vrouwen en kinderen. Het probleem is echter dat de regering geen duidelijkheid wil scheppen over wat er werkelijk gebeurt. Zeker niet over het aantal burgerdoden. Het enige wat we horen is dat het vooral de Taliban is die burgerslachtoffers maakt.”

Wat kan je daarmee, als Kamerlid? “Zelf onderzoek doen naar buitenlandse bronnen, en vragen blijven stellen. Zo heb ik pas nog opheldering gevraagd over 'Operatie Perth'. Journalist Arnold Karskens wees in een artikel op veel onduidelijkheden. Er zouden volgens Defensie in de zomer van 2006 achttien Taliban-strijders zijn gedood in deze operatie en er zouden geen gevangenen zijn gemaakt. Maar kapitein Kroon, die onlangs is voorgedragen voor de allerhoogste militaire onderscheiding voor zijn rol in de operatie, zei tegen journalisten dat sommige van zijn ondergeschikten op gewonden schoten. Australische kranten meldden dat er 150 doden waren gevallen. Een mensenrechtenorganisatie stelde dat er ook vrouwen en kinderen zouden zijn gedood. Als Kamerlid behoor je te controleren wat uit naam van Nederland wordt gedaan, dus blijf ik om openheid vragen.”

Zijn Nederlandse militairen medeverantwoordelijk voor het vallen van burgerslachtoffers? “Dat is precies wat wij willen weten. Minister Van Middelkoop wil naar aanleiding van deze operatie een militair de hoogst mogelijke onderscheiding geven, de militaire Willemsorde, maar dat kan natuurlijk niet vóór helder is gemaakt wat er precies gebeurd is. Ook omdat aan die onderscheiding veel voorwaarden zijn verbonden. Zo moet wat mij betreft vaststaan dat bij de operatie waar die verdiend is, de Conventie van Genève is gerespecteerd.”

Wat kunnen we nog verwachten van deze missie? “Weinig. Het is doormodderen tot het einde van de missie in 2010.”

En daarna? Laten we Afghanistan dan in de steek? “Wat de SP betreft niet. President Obama wil juist meer en meer westerse troepen naar Afghanistan sturen om de strijd op te voeren, maar daar moeten we als Nederland niet in mee gaan. Het is veel beter om te investeren in voorzieningen in de rustige gebieden. Ten eerste omdat hetgeen je opbouwt dan niet meteen weer wordt opgeblazen, maar ook omdat de mensen elders dan zien wat zij te winnen hebben bij vrede. Als ze zien dat vrede leidt tot goede wegen, goede gezondheidszorg en echte ontwikkeling, zullen ze veel eerder geneigd zijn om voor vrede te kiezen. De Taliban gebruikt ellende als voedingsbodem. Als je die ellende weghaalt, zullen zij minder frustratie te oogsten hebben. En vervolgens moet je Afghanistan vooral aan de Afghanen laten. Uiteindelijk willen zij, net als iedereen, baas in eigen land zijn. Dat betekent ook dat wij ze niet onze vorm van samenleving en democratie moeten opleggen.”