Tiny Kox bij de Algemene Politieke Beschouwingen 2020

Tiny Kox

Vandaag bespreken we de begroting voor komend jaar met de minister-president, die deze maand tien jaar in het Torentje zit – van harte gefeliciteerd met dat jubileum - en met de minister van financiën die, naar verluidt, die plek straks best wel wil overnemen. Maar nu verdedigen ze nog schouder aan schouder deze begroting.

Die begroting is bijzonder. Ze kent een ongekend groot tekort en een ongekend oplopende staatsschuld. Dat is een grote breuk met het verleden. Door drie kabinetten-Rutte werden, juist om begroting en schuld op orde te brengen, na de financiële crisis, de lonen laag gehouden, de zorg vermarkt, sociale werkplaatsen op slot gedaan, studenten met een leenstelsel in de schuld gestoken, en de sociale volkshuisvesting met een verhuurdersheffing uitgekleed. De rijksbegroting was op orde, de staatsschuld laag - maar gewone mensen kwamen tekort en de samenleving werd tekort gedaan.

Nu is ons land onverwacht door een heuse pandemie in een nieuwe crisis beland. Opnieuw zitten we in zwaar weer. Maar gelukkig zegt de minister van financiën nu dat hij diepe zakken heeft en alles zal doen wat nodig is om de crisis te bestrijden. En de premier, die tien jaar lang in lijn met de neoliberale visie stond voor ‘meer markt en minder overheid’, wil nú juist een sterke overheid. Gewone mensen en de samenleving opnieuw laten opdraaien voor de kosten van de nieuwe crisis, lijkt blijkbaar niemand nu nog een goed idee. Die ommezwaai in het denken verwelkomt mijn fractie van harte.

Wij zijn blij dat onze nationale Planbureaus ook zeggen dat deze corona-crisis om grote politieke keuzes vraagt. Alleen de corona-brand blussen volstaat niet. De miljarden die nu worden vrijgemaakt moeten volgens hen vooral ook worden ingezet om de vele kloven die onze samenleving kenmerken, te dichten. De kloof tussen laag- en hoogopgeleiden, tussen flexkrachten en vaste werknemers, tussen jongeren en ouderen, tussen mensen met en zonder migratieachtergrond. En bovenal tussen de 1% rijksten, die inmiddels al een derde part van ons totale vermogen bezitten, en de 99% overige Nederlanders, die een steeds kleiner deel met elkaar moeten zien te delen.

Die kloven dichten, moet prioriteit hebben, zeggen onze planbureaus. Wij vinden dat een heel goed plan! We roepen dat immers al jaren: doe het socialer in plaats van nog liberaler!

Mijn fractie vindt het goed dat dat deze begroting miljarden inzet om te doen wat nodig is. Zo kunnen bedrijven die door corona stilvallen, toch loon uitbetalen en mensen in dienst houden. En zo hoeven zelfstandige ondernemers niet meteen om te vallen nu hun werk massaal uitvalt. Maar wat niet is, kan snel komen. Volgens velen is de crisis nog lang niet ten einde. Daarom lijkt het ons wijzer om eerder bedachte beschermingsconstructies niet nu alweer af te breken. We kunnen, nu de pandemie zich uitbreidt, beter opschalen dan afschalen. Wat vindt de premier?

Terwijl we kloven moeten dichten, vergroot, volgens het CPB, de de corona-crisis de al bestaande sociaaleconomische ongelijkheid op veel gebieden. Dat is wrang. De gezondheidskloof wordt groter. Lager opgeleiden (en lager betaalden) leven al zes jaar korter en lopen nu ook nog meer risico op corona-besmetting. Ik heb het over Fatima en Ingrid, Henk en Mohammed en al die anderen die vaak vitaal werk verrichten voor weinig geld en in slechte omstandigheden werken en wonen. Zij vangen weer de hardste klappen, als we er niks aan doen.

De achterstelling van uitzendkrachten, oproepkrachten en zzp’ers wordt in corona-tijd ook groter. Zij verliezen als eersten hun werk en trekken aan het kortste eindje als het om hulp van de overheid gaat. Hun gebrek aan onderhandelingsmacht wordt volgens het CPB weerspiegeld in hun achterstelling. Door jarenlang aangemoedigde flexibilisering van de arbeidsmarkt, worden in crisistijd de negatieve gevolgen ongelijker verdeeld, zei het CPB al eerder. Nu we niet met een gewone neergang te maken hebben maar met een soms totale stilval, zijn die ongelijke effecten nog groter. En juist de groepen die het al het slechtste getroffen hadden, lopen nu nog meer kans om in financiële problemen en alle daarmee samenhangende ellende te belanden.

De coronacrisis versterkt ook de effecten van arbeidsdiscriminatie. Mensen met een migratieachtergrond vliegen er als het tegen zit, vaak het eerste uit en vinden het laatste werk als het weer beter gaat. En het toeslagenschandaal bij de Belastingdienst heeft laten zien hoe je op basis van je achternaam door de overheid zomaar in ellende kan worden gestort. Mag ik de premier vragen wat al die mensen dit jaar nog aan compensatie mogen verwachten? Ze wachten al veel te lang, dat vindt hij toch ook?

De ongelijkheid in het onderwijs wordt ook groter in coronatijd. De schoolsluiting heeft kinderen uit gezinnen waar weinig geld is en dus ook weinig woonruimte, extra achtergesteld. Terwijl die het juist het minste konden lijden. Wat doen we eraan, vraag ik de premier, die zelf elke week voor de klas staat en weet waar het over gaat.

Wereldwijd is de situatie nog veel erger. Terwijl we allemaal getroffen worden door een mondiale pandemie, mankeert het op allerlei fronten aan internationale samenwerking, 75 jaar na de oprichting van de Verenigde Naties. De wereldgezondheidsorganisatie wordt krakkemikkig gefinancierd en daardoor gehinderd in een effectieve aanpak van de pandemie. Volgens de Wereldbank zullen vanwege corona dit jaar 100 miljoen mensen meer in extreme armoede belanden. Wie in die omstandigheden niet dood gaat aan corona sterft alsnog van de honger, in een wereld waarin de 26 rijksten verzuipen in hun geld en nu net zoveel bezitten als de armste helft van de hele wereldbevolking.

Door de pandemie, zegt de OESO, worden lage inkomensgroepen, vrouwen, jongeren, zelfstandigen en flexkrachten disproportioneel geraakt. Daarom pleit OESO-voorman Angel Gurria nu voor hogere belastingen op privévermogens. Toen ik hem onlangs in een videovergadering van de Raad van Europa vroeg hoe hij zulke ingrepen kon voorstellen, zei hij dat het in de gegeven omstandigheden realistisch is om met radicale voorstellen te komen. Groeiende ongelijkheid heeft immers volgens de OESO een negatief effect op economische vooruitgang. Toen dacht ik: dát moet ik doorgeven aan onze premier en onze minister van financiën. Bij deze dus – met daaraan gekoppeld de aanmoediging aan de regering: wees realist, handel radicaal!

Om maar eens wat te noemen:
zie af van een ongemotiveerd cadeau van twee miljard per jaar aan het bedrijfsleven, en schrap beter de verhuurdersheffing. Zo creëer je banen, bouw je meer woningen, en kun je met een tijdelijke huurstop huurders helpen, die door de crisis bovenmatig getroffen worden. Deze Kamer vroeg al drie keer om, het wordt tijd om te luisteren, meneer de minister-president! Nog wat radicale maar realistische voorstellen: verhoog de belasting op winsten en vermogens, en maak ruimte om het minimumloon richting 14 euro te verhogen, zoals de vakbeweging en steeds meer partijen vragen. Geef de helden in de zorg naast applaus nu ook echt een structurele beloning voor al hun geweldige werk. Halveer de schulden van mensen die zonder schuldsanering niet uit hun ellende komen en daardoor een last voor zichzelf en anderen blijven. Het NIBUD stelt zoiets voor. Als de regering dat mogelijk maakt, kan de aangekondigde aanpak van armoede en schuldenproblematiek echt aanslaan. Dan kan er ook uitvoering worden gegeven aan de harde toezegging die deze Kamer dit voorjaar van de regering kreeg, te weten het halveren van de kinderarmoede voor 2030.

Een radicale maar ook realistische stap zou, volgens onze fractie, kunnen zijn dat de regering zich, gezien de omstandigheden, niet langer gedraagt als een coalitieregering van vier partijen die denkt het nog steeds voor het zeggen te hebben. De situatie vraagt betrokkenheid van veel meer partijen. Wie in crisistijd namens velen wil regeren, moet zich echter ook openstellen voor de ideeën van anderen. Wij willen deze regering steunen bij het doen van alles wat nu nodig is, mits de regering ons en anderen dan ook ruimte biedt om mee te denken en voorstellen te doen. Wat vindt de premier?

Omdat we in tijden van crisis eerder meer dan minder democratie nodig hebben, is het nodig zo snel mogelijk enkele verbeteringen in ons parlementair stelsel aan te brengen, zoals ook de Staatscommissie adviseert. Voor het mogelijk maken van een correctief referendum ligt al het prima initiatiefvoorstel-Van Raak bij ons. Voor het mogelijk maken van een terugzendrecht hoopt onze fractie nu echt snel een voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken te krijgen, zodat dat ook nog in eerste lezing hier voor de verkiezing van een nieuwe Tweede Kamer kan worden behandeld. Lukt dat, vraag ik de premier.

Tot slot: eind februari werd in Tilburg de allereerste corona-patiënt opgenomen. Nu zijn we al  meer dan 10.000 landgenoten kwijtgeraakt. Hun families rouwen. Heel veel mensen lijken ziek te blijven. De maatschappelijke schade is kolossaal. Wereldwijd meer zijn er meer dan een miljoen mensen bezweken aan een virus waar we een jaar geleden nog nooit van hadden gehoord. De pandemie heeft 2020 tot een regelrecht rampjaar gemaakt.

Maar aan het einde van mijn betoog wil ik ook herinneren aan de hartverwarmende solidariteit die we dit jaar overal zien opbloeien, en de geweldige inzet die allerlei mensen leveren, zonder mankeren, soms zelfs met gevaar voor eigen welzijn en gezondheid – gewoon omdat het nodig is. Het wordt steeds duidelijker: georganiseerde solidariteit is het allerbeste antwoord op deze crisis. Nederland is nog lang geen diep-socialistisch land, zeg ik de premier. Dat weet hij zelf ook wel. Maar ons land kan zeker een majeure beweging in die richting gebruiken. Veel socialer in plaats van nog liberaler; dat moet de nieuwe koers worden.

En dat kan. We weten nu uit eigen ervaring dat, als het echt moet, we samen heel veel middelen kunnen inzetten en heel veel samen kunnen doen. Dat geeft nieuwe hoop. Met name in de strijd tegen die andere dreigende catastrofes, die van de steeds grotere wooncrisis en die van de mensgemaakte opwarming van de aarde. Met slechts een klein deel van wat er nu in coronatijd wordt vrijgemaakt, kunnen we echt werk maken van grootscheepse sociale volkshuisvesting en kunnen we alsnog de gestelde klimaatdoelen halen. En als we het geld dat we nu uitgeven, vooral duurzaam inzetten, pakken we meerdere crises tegelijk effectief aan. Elke crisis, hoe ernstig ook, creëert altijd kansen – laten we die durven grijpen. Wees realist, handel radicaal!

Ik zie uit naar de reactie van de minister-president op mijn vragen en suggesties.