Wie redt de lokale informatie?

Dit stukje bevat minimaal twee gevaren. Het is ruim 600 woorden, en dat is volgens de regels van de eigentijdse hap-slik-weg-journalistiek volstrekt onbestaanbaar. Volgens die troosteloze berekeningen eindigt de actieradius van de snel afgeleide lezer bij ongeveer de helft. Tweede gevaar: ik ga het hebben over het belang van de lokale journalistiek. Dan is het verleidelijk om je te wentelen in mistroostigheid en jammerklachten over de teloorgang van ons mooie ambacht.

Tekst: Tony van der Meulen

De regionale kranten waarvoor ik heb gewerkt bestaan – op het Brabants Dagblad na – niet meer met hun oorspronkelijke titel. En ook het Brabants Dagblad is het resultaat van een eeuw fuseren van allerlei kleinere dagbladen in Brabant. Alleen het regionale katern en de voorpagina komen nu nog uit Brabant, de rest is Algemeen Dagblad. Waardoor de zegeningen van de haringtest en de oliebollentest inmiddels ook op ons gewest neerdalen. Daar kun je van alles van vinden, maar als de Belgische Persgroep onze zuidelijke regionale kranten niet had overgenomen waren ze vermoedelijk verdwenen. Ze waren jarenlang volstrekt uitgebeend en leeggelepeld door hebzuchtige Britse investeerders.

Want regionale en lokale journalistiek zijn commerciële activiteiten. Uit ethische verontwaardiging daarover kun je De Internationale gaan aanheffen. Een feit is dat professionele journalistiek door de gebruiker en/of de adverteerders betaald moet worden. Dáár gaat het steeds meer wringen. Het aantal betalende abonnees van regionale dagbladen daalt al vele jaren. In een klein land waar veel wordt verhuisd neemt de binding met het eigen woongebied af. Lezers met een hogere opleiding prefereren vaak een landelijk dagblad, omdat dit beter aansluit bij hun oriëntatie. Mensen met een lagere opleiding, en vaak ook een lager inkomen, vinden een krant te duur. En de advertentiemarkt is voor het grootste deel overgenomen door internet.

De huis-aan-huisbladen worden gevuld met gratis kopij, of door dappere vrijwilligers die zes cent per woord ontvangen. Alles armoede dus, maar is de situatie echt zo hopeloos? Toch niet, denk ik. Maar er moet wel snel iets gebeuren. Willen burgers betrokken blijven bij hun gemeente dan moeten zij goed en onafhankelijk worden geïnformeerd. Dit moeten wij niet overlaten aan het nog steeds uitdijende cordon woordvoerders en voorlichters. Dat zijn nijvere bedienden, die toch vooral hun wethouder of burgemeester uit de wind houden. Die betrokken burger zit volgens mij ook niet te wachten op hapklare brokjes met een maximale lengte van twee tweets. Er is nog steeds veel behoefte aan grondige maar leesbare stukken. Daarvoor zijn professionele journalisten nodig die de lokale democratie goed in de gaten houden en durven te blaffen en te bijten als dat nodig is.

Enige jaren geleden heeft het Brabants Dagblad furore gemaakt met de serie Boven De Wet. Hoe kon het toch dat allerlei oppassende burgers een gemeentelijke aanzegging kregen als hun duivenhok dertig centimeter te hoog was? Terwijl vermogende lieden met een goed netwerk enorme villa’s bouwden waarmee ze zo ongeveer alle regels overtraden. Schrijnende ongelijkheid in de samenleving is een van de belangrijkste onderwerpen van de lokale en regionale journalistiek.

Wie gaat deze goede informatie over de eigen omgeving redden? De betrokken burger zal eraan moeten wennen dat informatie niet gratis is, er zal voor betaald moeten worden. Uitgevers zullen erin moeten berusten dat er nu echt een eind is gekomen aan hun bezuinigingsdrift, wil het mogelijk blijven om aan betrokken journalistiek te doen. En de overheid zal zich niet langer mogen beperken tot vrome praatjes over het belang van regionale en lokale informatie, maar daartoe ook de portemonnee moeten trekken. Allerlei hoopvolle voorbeelden in de ons omringende landen illustreren dat dit kan zonder de broodnodige onafhankelijkheid aan te tasten. Je moet daar wel heel goede afspraken over maken, zodat het extra budget daadwerkelijk bij de redacties terechtkomt zonder dat uitgevers het wegbezuinigen. Deze lokale informatie zal steeds meer via websites tot ons komen. De meeste mensen zijn er al aan gewend en het biedt ook grote mogelijkheden.

Dit alles gaat niet vanzelf. Er zullen overal in het land krantenmensen, bestuurders en politici moeten opstaan die zich in de handen spugen en vastberaden zeggen: nu gaan wij het ook echt doen!

Tony van der Meulen was vele jaren hoofdredacteur, onder andere van het Brabants Dagblad.