‘Veiligheid is te koop’

Zorgen voor veiligheid was zo’n beetje het eerste wat inwoners van een staat voor hun belastingcenten verwachtten. Een publieke zaak. Veiligheid scoort ook vandaag de dag, na zorg, hoog op het lijstje van wat Nederlanders belangrijk vinden. De overheid trekt zich echter op tal van terreinen terug, ook op het gebied van veiligheid. Jan Struijs: ‘Nederland vertoont kenmerken van een narcostaat.’

Tekst: Ruud Kuin

Is Nederland minder veilig? Feit is dat agenten de afgelopen maanden actie hebben gevoerd, niet alleen voor meer loon, maar vooral voor meer collega’s. Ze komen namelijk niet meer toe aan preventie en minstens vijftig procent van de aangiftes blijft liggen. Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond, ging voorop in de cao-acties en mengt zich sinds zijn aantreden ook zeer prominent in het debat over veiligheid in Nederland. Wij spraken met hem en zijn eerste zin is: ‘Veiligheid is nu echt te koop.’

Camera’s en particuliere beveiligers

Jan Struijs: ‘Een “mooi” voorbeeld is de haven van Rotterdam. Het is een heel gevoelig gebied. We weten dat er containers vol met cocaïne binnen­komen. Dan zou je zeggen: als we daar de invoer kunnen pakken, voorkomen we een hoop ellende dus daar gaan we als overheid in investeren. Maar nee, dat gebeurt niet. De markt moet dat maar oplossen. Recent zijn er tweehonderd camera’s gekocht en er komen nog eens driehonderd particuliere beveiligers bij. In het havengebied, met strategische oliereserves en een cruciale economische functie, is de politie vervangen door camera’s en particuliere beveiligers. In de nachtdienst staan in de haven nu honderdtachtig particuliere beveiligers en zes agenten: dat was ooit precies andersom.’

Jan Struijs is sinds juni 2016 voorzitter van de Nationale Politiebond en FNV Veiligheid. Daarvoor vervulde hij meerdere leidinggevende functies binnen de politie, onder andere bij Bureau Interne Zaken en de Zeehavenpolitie. Foto: Wiebe Kiestra.

We zien veel breder dat de markt door middel van goedkopere particuliere beveiliging de rol van de politie overneemt. Gemeenten werven bedrijven die particuliere beveiliging aanbieden die bij een calamiteit gegarandeerd binnen twintig minuten op het bedrijventerrein is. Als je een winkel binnenloopt kijkt niemand er meer van op dat daar de hele dag een beveiliger staat. Alleen de grote bedrijven kunnen dat betalen. ‘De Turkse bakker bij mij op de hoek moest twee uur op de politie wachten toen hij beroofd was’, vertelt Jan Struijs. Veiligheid is dus te koop en de branche floreert, zo bevestigen de cijfers. In tien jaar tijd is het aantal beveiligingsbedrijven in Nederland verdubbeld. Inmiddels werken er 28.000 beveiligers en de omzet is met 7 procent gestegen naar 1,4 miljard euro.

Nachtmerrie

Het is een foute, maar logische ontwikkeling. De politie kiest, ingegeven door bezuinigingen, voor andere prioriteiten. Preventie behoort daar niet toe. Het wordt als relatief duur gezien, zeker in verhouding tot de moeilijk te kwantificeren resultaten. De komst van de Nationale Politie draagt daar ook niet in positieve zin aan bij; netto is het gewoon weer een bezuiniging. ‘Met de toezegging dat het efficiënter en veiliger zou worden, ging de Tweede Kamer akkoord. Maar het is een papieren werkelijkheid. De Tweede Kamer is gefopt, de minister en de korpsleiding wisten dat ze hun beloftes niet konden waarmaken. Er zijn gewoon veel te weinig agenten. We “vliegen” nu van het ene naar het andere incident. Daardoor komen we aan surveillance en preventie niet meer toe. Beter gezegd: dat wordt niet meer belangrijk gevonden. We lopen niet meer door winkelstraten en wijken. De politie heeft dan ook geen sociaal netwerk meer en werkt niet of nauwelijks meer samen met de wijkverpleegkundige en de jeugdzorg. We zijn uit de wijken, de rijken en de bedrijven zijn het zelf gaan regelen en het volk moet wachten. We voorkomen niets meer, maar we maken wel overal een melding van. We hebben daardoor 1,8 miljoen 112-meldingen. We zijn slechts handhavers geworden. Er groeit een generatie op die de politie alleen nog maar als handhavers kent. Een soort Guardia Civil. Dat is een nachtmerrie voor mijn idealisme.’

Door het terugtrekken en centraliseren van de politie hebben gemeenten massaal bijzondere opsporingsambtenaren aangesteld, beter bekend als de boa’s. Zij zijn veelal goedkoper dan de agenten. In korte tijd zijn er nu zo’n 30.000 boa’s, in de steden, in het openbaar vervoer en in het bos. De politie komt daar niet meer. De boa’s hebben een groot deel van het surveillerende werk van de politie overgenomen. Maar omdat boa’s geen bevoegdheden hebben, kunnen ze niet dezelfde preventieve rol spelen als de politie. Boa’s komen met enige regelmaat in gevaarlijke situaties terecht, alleen hebben ze dan een ‘lege riem’, zoals ze zelf zeggen. Zij beschikken namelijk over het algemeen niet over verdedigingsmiddelen. ‘De politie kan door een boa worden gealarmeerd als deze in een gevaarlijke situatie terechtkomt. Maar voordat de politie er is, gaan er toch gauw in het gunstigste geval minimaal vijf minuten overheen. In die tijd kun je wel al helemaal in elkaar geslagen zijn.’ Voor zowel de burger als de boa wordt het er dan ook niet veiliger op.

Particuliere beveiligers zetten de achtervolging in op een winkeldief. Foto: Peter Hilz / Hollandse Hoogte©.

Narcostaat

Jan Struijs: ‘We zijn niet meer op straat, en dan hebben we ook nog eens de kleinste recherche van Europa. Er moeten naast een fors aantal wijkagenten minstens twee­duizend rechercheurs bij. De laatste twintig jaar hebben we van alle boeven nog maar 5 procent kunnen pakken. Slechts een op de negen bekende criminele netwerken kan maar worden aangepakt. Nederland vertoont de kenmerken van een narcostaat. We zijn de grootste producent in de wereld van xtc. Criminele drugsorganisaties beschikken over meer geld dan bijvoorbeeld de hele gemeente Tilburg. Met zoveel geld hebben ze macht, kunnen ze mensen onder druk zetten en omkopen. Dat is het betonrot in de rechtsstaat. Al die criminelen zijn in die dertig jaar afbraak van veiligheid superrijk geworden.’

‘Als jongeren afglijden, hoop je dat dat gezien wordt op school. En anders wel door jeugdzorg, of door de wijkagent. Maar ja, met grotere klassen, bezuinigingen op de jeugdzorg en de politie die uit de wijken is getrokken, is de kans dat afglijden tijdig gesignaleerd wordt, stukken kleiner. En de kans op ontsporing dus stukken groter. En weet je waar ze dan terechtkomen? In onze cel. Jongens die koeriertje spelen voor de grote drugsjongens. Ik heb het dan over kinderen tussen de acht en twaalf jaar. Die horen toch niet in een cel thuis?’

Betonrot

Jan Struijs: ‘We hebben geen slechte politie, alleen krijgen we de middelen niet. De efficiency en de kille cijfers regeren. Ik was laatst op een wijk­vergadering waar een teamleider van de politie een verhaal hield over de dalende criminaliteit. Hij vertelde trots aan de aanwezige wijkbewoners dat we gemiddeld van drie overvallen naar 1,8 zijn gegaan. Stond er een grote vent op en die zei: “Dank je wel, dus vorig jaar ben ik drie keer overvallen en nu nog maar 1,8 keer. Ik voel me een stuk beter, hartelijk dank.” Het verhaal van deze teamleider was helemaal weg. Statistieken foppen mensen niet. Maar cijfers regeren en ze zeggen eigenlijk: zoek het zelf maar uit. Wat is de volgende stap? Jezelf bewapenen? We horen steeds vaker dat mensen zelf pepperspray aanschaffen, ze gaan zichzelf maar verdedigen.’

Door bezuinigingen en efficiencymaatregelen is veiligheid in de uitverkoop gedaan. Een bewust ingezette ontwikkeling. De politie is uit de wijken en van de straat. Preventie wordt onzinnig, niet te kwantificeren en in ieder geval te duur gevonden. Dat regelen de burger en de markt zelf maar. Daarom worden massaal camera’s, beveiligers en boa’s ingezet, zonder bevoegd­heden en stukken goedkoper. De bedrijven regelen het zelf. En de overheid is, zoals in de haven, afhankelijk van bedrijven die een ander belang hebben. ‘Die afhankelijkheid zou je niet moeten willen. Die bedrijven hebben ook een primair belang om snel goederen te vervoeren. De overheid moet daarom haar verantwoordelijkheid nemen. We moeten weer investeren in onze rechtsstaat en het betonrot bij de wortel aanpakken. Ik wil dat mensen weer op elkaar gaan letten. Ik wil af van de situatie dat de wijkverpleegkundige ongestoord door criminelen gevolgd wordt om te weten waar haar terminale patiënten wonen, waar ze vervolgens kunnen inbreken. De agent moet weer in de wijken zijn en een sociaal netwerk opbouwen. Veiligheid is ook preventie en dat kost geld.’’