De (on)zin van onze tijd

Het neoliberale denken verliest aan populariteit, maar dat betekent niet automatisch een verschuiving richting socialisme. Wij staan voor de uitdaging om terechte kritiek te omarmen en de economie fundamenteel te hervormen. Kamerlid Mahir Alkaya stelt dat winstschrapers te lang de overhand hebben gehad, met alle gevolgen van dien.

Iedereen van ongeveer mijn leeftijd, die dus geboren is tussen grofweg 1980 en 2000, valt onder de groep ‘millennials’. Deze groep wordt vaak nogal stereotyperend omschreven als egocentrisch. Millennials zouden individualisten zijn die goed hun weg weten te vinden in de digitale wereld en veranderingen snel omarmen of zelfs opzoeken. Hoewel mijn leeftijdsgenoten vaak ook optimistisch zijn over hun toekomst en werk, krijgt het feit dat het merendeel van deze generatie moet rondkomen van een lager loon en een hogere schuld heeft dan hun ouders, minder aandacht. Armoede is dan ook geen onbekend verschijnsel onder millennials.

Volgens sociaal-psychologen wordt een generatie het meest gevormd in de eerste vijftien levensjaren. Het is dus vanzelfsprekend dat het overheersende economische en politieke gedachtegoed in onze jeugd ons heeft gevormd. Op school, in de media, in persoonlijke contacten, alom was de neoliberale aanname aanwezig dat niet alleen wijzelf, maar ook ons land en zelfs de hele wereld beter zouden worden als wij ons eigenbelang voorop zouden stellen. De hele samenleving zou volgens het neoliberalisme beter worden als wij zo min mogelijk met elkaar zouden samenwerken en zo veel mogelijk met elkaar zouden concurreren in een vrije markt, met een zo klein mogelijke overheid. Dat is natuurlijk onzin gebleken. Wij zijn namelijk de eerste generatie in decennia die het niet beter zal krijgen dan onze ouders.

Illustratie: Nenad Mećava

Ideologie ter discussie

Maar het neoliberalisme heeft niet alleen onze individuele levens beïnvloed, ook ons land en de wereld zijn er ondertussen niet eerlijker, schoner of mooier op geworden. Integendeel zelfs. Het neoliberalisme blijkt nergens ter wereld een antwoord te kunnen vinden op de stijgende ongelijkheid, de oncontroleerbare globalisering of de gevaarlijke klimaatopwarming. Niet verrassend, omdat het zelf de grootste veroorzaker van deze rampen is. De neoliberale ideologie staat daarom steeds meer ter discussie, ook in Nederland.

Een land van kleine buffers, De gulden snede, Fantoomgroei, Ruw ontwaken uit de neoliberale droom en Ontspoord kapitalisme zijn slechts enkele voorbeelden van recent verschenen Nederlandstalige boeken die vanuit verschillende perspectieven het falen van het neoliberalisme beschrijven. Internationaal is deze lijst nog veel langer. Het neoliberale denken verliest dus duidelijk aan populariteit. Niet alleen bij millennials die ermee zijn op­gegroeid, maar ook bij andere generaties.

Dat betekent overigens niet automatisch een verschuiving richting socialisme. In veel landen zien wij helaas het tegenovergestelde gebeuren. Terechte kritiek op ongelijkheid, op het winstschrapen aan de top, op ontheemding en vervreemding van de lokale cultuur, wordt door rechts-nationalisten gebruikt om wantrouwen tegen nagenoeg alle democratische en rechtsstatelijke instituties aan te wakkeren. Die instituties hebben immers de grootste onzin van onze tijd jarenlang verdedigd en in stand gehouden. In verschillende landen zien we waar dit toe kan leiden, met als recent dieptepunt de bestorming van het Capitool in de Verenigde Staten.

In het voorkomen van dit soort uitwassen in Nederland, in het omarmen van terechte kritiek in de samenleving op instituten, in deze te verbeteren in plaats van aan te vallen, en in het fundamenteel hervormen van onze economie, zit de komende jaren de uitdaging voor socialisten. Daarin zit de zin van onze tijd.

Wereldwijde crisis

Er is echter geen tijd te verliezen. De geschiedenis leert namelijk dat economische crises sluimerende veranderingen in de samenleving kunnen versnellen. De groep die op dat soort momenten het best georganiseerd is en de beste alternatieven biedt, kan grote veranderingen bewerkstelligen.

Wij bevinden ons momenteel in een wereldwijde crisis. Het coronavirus houdt al een jaar de hele wereld in zijn greep en beïnvloedt samenlevingen, politiek en economie. Verschillende politieke partijen hebben in de afgelopen maanden hun visie op de wereld na corona opgesteld. Naast onze voorstellen, acties en campagnes om de meest urgente problemen in deze crisis aan te pakken, hebben wij in het voorjaar ook een aanvalsplan voor de economie gepresenteerd. Tegelijkertijd hebben we verschillende initiatieven genomen en voorstellen aan de regering gedaan.

1. Om snel en ruimhartig solidariteit in de samenleving te organiseren en crisismaatregelen te nemen die bestaanszekerheid garanderen aan iedereen.

2. Om de rekening van de crisis eerlijk te verdelen, waarbij de sterkste schouders in de samenleving de zwaarste lasten dragen en er niet bezuinigd wordt op de publieke sector.

3. Om fundamentele tekortkomingen van het neoliberalisme en de scheve verhoudingen bloot te leggen en perspectief te bieden op hoe het eerlijker zou kunnen.

 

Illustratie: Nenad Mećava

Veel leed bespaard

Waar staan wij op dit moment? We kunnen allereerst constateren dat er meer solidariteit is georganiseerd dan bij voorgaande crises. Volgens de meest recente cijfers heeft het kabinet zo’n € 31,4 miljard uitge­geven aan coronamaatregelen in 2020. Voor 2021 worden de uitgaven geschat op € 14,4 miljard. In totaal gaat het om 179 maatregelen, die veelal met brede maatschappelijke en politieke steun zijn genomen. Vooral de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), waarmee getroffen ondernemers een groot deel van hun loonkosten vergoed krijgen, heeft veel ontslagen voorkomen. Veel menselijk leed is hierdoor bespaard gebleven. Daarnaast werden onder meer hypotheekaflossingen uitgesteld, evenals belastingbetalingen, en kregen zelfstandigen zonder personeel tóch een vorm van sociaal vangnet.

De meeste onenigheid was er tussen progressieve partijen (met de SP voorop) en het kabinet over de vele uitzendkrachten en mensen met een onzeker contract die buiten de boot vielen en over aanvullende steun aan grote bedrijven zoals KLM, waar de SP in de huidige vorm tegen is. Als een bedrijf als KLM niet failliet mag gaan vanwege het belang voor de economie en de werkgelegenheid, hoort het immers überhaupt niet thuis op de markt. Dan zou het genationaliseerd moeten worden. Daarmee voorkom je dat je als overheid een bedrijf in moeilijke tijden moet steunen, dat in goede tijden geen financiële buffer heeft aangelegd omdat aandeelhouders en topbestuurders beloond moesten worden. De rest van de maatregelen werd met recordsnelheid in het parlement behandeld. Ondertussen is er zelfs een nationaal investeringsfonds ingesteld om nuttige investeringen in het publieke belang te financieren.

Al dit soort maatregelen lijken nu verstandig en bijna vanzelfsprekend, maar waren tijdens de vorige economische crisis nog ondenkbaar. De voorzichtige conclusie kan dus getrokken worden dat het organiseren van solidariteit in economische crises meer de norm lijkt te worden. Zelfs media die jarenlang onverkort neoliberale maatregelen en bezuinigingen bepleitten, zoals de Financial Times, geven nu het falen daarvan toe en bieden ruimte aan fundamenteel andere geluiden.

Maar solidariteit is niet gratis. Volgens de meest recente ramingen zal de staatsschuld oplopen tot 59,0 procent van de economie in 2021, en daarna langzaam verder stijgen. Voor de coronacrisis bedroeg de schuld 48,7 procent. De aankomende verkiezingen zullen daarom ook gaan over wie de coronarekening zal betalen. Waar er eensgezindheid lijkt te bestaan over het organiseren van solidariteit, ontbreekt die over de verdeling van de rekening daarvan.

Na de vorige economische crisis volgden jarenlange bezuinigingen, opgelegd door de neoliberale EU. Deze bezuinigingen hebben de levens van veel mensen verslechterd. Miljoenen mensen hebben de gevolgen persoonlijk gevoeld, van ontslagen zorgverleners tot studenten die werden opgezadeld met torenhoge schulden. Zo ook in Nederland, waar door de kabinetten-Rutte onder meer 52 miljard op de publieke sector werd bezuinigd.

De neoliberale opstelling van de EU leidde in sommige Europese landen tot de opkomst van linkse partijen, zoals Syriza in Griekenland en Podemos in Spanje. In veel andere Europese landen werd nationalistisch-rechts juist sterker door deze opstelling, ook in Nederland.

Nog steeds veel mis

Gelukkig lijkt de kijk op overheidsfinanciën in Nederland langzaam te veranderen. Vrijwel geen enkele politieke partij houdt meer stellig vast aan het neoliberale idee dat de overheidsschuld koste wat het kost zo snel mogelijk omlaag gebracht moet worden. Ook onder economen lijkt er consensus te zijn over een hogere staatsschuld. Nog geen 10 procent van hen zou een overheidsschuld van 90 procent van het bbp ’onhoudbaar’ vinden. Het overgrote deel van de economen lijkt het er dus over eens dat er niet overhaast bezuinigd moet worden. Dat is winst.

Maar er gaat nog steeds veel mis in onze economie. Zo hebben veel bedrijven de afgelopen jaren te weinig buffers opgebouwd, omdat ze hun torenhoge winsten vooral hebben uitgekeerd aan aandeelhouders. Daarom moesten ze direct na het uitbreken van de coronacrisis al een beroep doen op overheidssteun. Het meest bekende voorbeeld hiervan is Booking.com. In 2019 kocht Booking Holdings nog voor miljarden euro’s aan eigen aandelen in, waar de aandeelhouders fors van profiteerden. In de jaren daarvoor kreeg het bedrijf al flinke belastingkortingen van de overheid, terwijl het miljarden winst boekte. Dit bedrijf legde dus zelf geen gezonde financiële buffer aan en droeg ook te weinig bij aan de financiële buffer van de overheid. Desondanks stond het in maart vorig jaar vooraan in de rij om overheidssteun aan te vragen.

En Booking en andere bedrijven kunnen ook nog op een belasting­korting rekenen, want een paar maanden geleden heeft een kabinetsvoorstel daartoe een meerderheid gekregen in de Tweede en Eerste Kamer. Ook GroenLinks en de PvdA hebben voor dit belastingplan gestemd. Een eerlijke verdeling van de coronarekening is dus nog lang geen uitgemaakte zaak. We moeten daarom alles in het werk stellen om te voor­komen dat huishoudens en de publieke sector opnieuw de rekening gepresenteerd krijgen, zoals dat gebeurde bij de bankencrisis. De rekening van de coronacrisis moet naar het bedrijfsleven en naar mensen met veel vermogen.

Maar om de harten van mensen te winnen en ze te motiveren om in beweging te komen voor een betere wereld, is er meer nodig dan economische verbetering. Dit zou anders immers net zo goed het bestaan van een ‘homo economicus’ veronderstellen, waar het neoliberalisme zich juist op heeft verkeken. Het organiseren van solidariteit en het eerlijk verdelen van de rekening is daarom onvoldoende. Wij socialisten moeten mensen ook perspectief bieden op een samenleving die de grote uitdagingen van deze tijd aankan.

Illustratie: Len Munnik©

Eerlijke economie en samenleving

Door de dominantie van het neoliberalisme was de aanpak van ongelijkheid en klimaatverandering lange tijd onmogelijk. De belangen van multinationals stonden voorop en pas daarna kwamen de mensen. Zelfs eerste stappen in de richting van echte oplossingen waren jarenlang onbespreekbaar, maar daar lijkt nu verandering in te komen en die ruimte moeten we pakken.

Wij hebben als SP, veel meer dan alle andere politieke partijen, uitgewerkte voorstellen voor een eerlijke en gezonde economie en samenleving, zoals het Nationaal Zorgfonds, gratis toegankelijke musea, een nationale betaal- en spaarbank, een plan van aanpak tegen ontwrichtende arbeidsmigratie, het recht op winstdeling, democratisering van grote bedrijven, bindende referenda, pensioen vanaf je 65e en een minimumloon van 14 euro per uur. Wij willen medewerkers meer invloed geven binnen grote onder­nemingen en willen hen automatisch collectief mee laten profiteren, zodra er winst gemaakt wordt. Dit zijn slechts eerste stappen richting een land waarin niet winstmaximalisatie maar menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit voorop zullen staan. Een land dat niet alleen eerlijker, maar ook succesvoller zal zijn.

Foto: Maurits Gemmink

Winstschrapers hebben veel te lang de overhand gehad, met alle gevolgen van dien voor onze creativiteit, cultuur en innovatie. Onzichtbare kapitalisten die niets bedenken of ondernemen, maar enkel hun financiële gewicht gebruiken om onze economie vorm te geven, zijn te machtig geworden. Om in beweging te komen zijn visie en handelings­perspectief nodig, waarvan men zegt dat beide in Nederland juist ontbreken. Dat mag zo zijn bij al die partijen die de afgelopen jaren zijn mee­gewaaid met de neoliberale wind, maar volgens mij voelt geen enkele SP’er zich hierdoor aangesproken. Wij weten wat ons te doen staat.

Het is onze taak om nieuwe, menselijke omstandigheden te creëren, die ieder mens in staat zullen stellen om te floreren, ook al moeten we daarvoor voorbij aan het kapitalisme. Alleen zo kunnen wij echt afscheid nemen van de onzin van onze tijd en samen grootse dingen bereiken.

 

Mahir Alkaya (1988) is namens de SP woordvoerder Financiën, Handelsverdragen en Ontwikkelingssamenwerking in de Tweede Kamer.