‘Je hebt geen economische groei nodig om mensen rijker te maken’

Een boek schrijven over economie dat zo helder en pakkend is dat het een bestseller wordt, dat is een hele prestatie. Sander Heijne en Hendrik Noten fiksten het. Uit pure verontwaardiging over waar de decennialang gegroeide winsten voor zijn gebruikt. ‘We moeten als samenleving de discussie voeren over wat economie nou eigenlijk is.’

Op een lentedag in 2018 krijgen historicus Sander Heijne en bestuurskundige Hendrik Noten een grafiek onder ogen uit een onderzoek van de Rabobank. Deze laat zien dat de Nederlandse economie de afgelopen veertig jaar met tientallen procenten is gegroeid, maar dat de reële huishoudinkomens in diezelfde periode nauwelijks zijn gestegen. Wie er wel hebben geprofiteerd van de economische groei? Bedrijven, topbestuurders en aandeelhouders. Zij hebben hun bonussen en dividenden in de afgelopen veertig jaar zien exploderen. De grafiek roept bij Heijne en Noten zoveel verontwaardiging op dat ze besluiten te onderzoeken hoe het kan dat de rijkdom in Nederland zo ongelijk verdeeld is en waarom we dat als samenleving accepteren. Het resultaat van hun zoektocht is het boek Fantoomgroei, dat begin juni verscheen en inmiddels al weken in de lijst van bestverkochte boeken staat.

 

Foto: Fjodor Buis©

Sander Heijne (1982), die eerder het succesvolle Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u schreef over falende marktwerking in de publieke sector, wilde vooral begrijpen wat de economie eigenlijk is. In gesprek met Spanning zegt hij: ‘Als we over economie praten, hebben we het altijd over bruto binnenlands product. Stijgt het bbp dan gaat goed het goed met de economie, daalt het bbp dan gaat het slecht. We zijn het bbp leidend gaan maken voor hoe het met ons gaat en zijn het gaan vereenzelvigen met wat de economie is.’ Wat Heijne en Noten tijdens hun zoektocht langs onder meer de grondlegger van de economische wetenschap, Adam Smith, hebben geleerd, is dat je economie anders zou moeten definiëren. ‘Niet als de optelsom van al het geld dat rondgaat, maar als het vermogen van mensen om samen problemen op te lossen.’ Als je economische groei niet langer leidend maakt, worden volgens Heijne hele andere oplossingen mogelijk voor de grote problemen van deze tijd, zoals ongelijkheid en klimaatverandering. Hij noemt als voorbeeld de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern, die vorig jaar aankondigde afscheid te willen nemen van het bbp en te willen vervangen door een index die het geluk en welzijn van de Nieuw-Zeelanders meet. Haar verklaring daarvoor is simpel: economische groei die samengaat met sociale achteruitgang is geen succes maar een mislukking. Heijne vindt dan ook dat we in de eerste plaats moeten kijken naar wat goed is voor mensen, niet naar wat goed is voor het bbp. ‘We nemen in ons boek vrij veel tijd om te bewijzen dat dat twee verschillende dingen zijn.’

Persoonlijke zoektocht

Heijne wil zijn lezers er vooral van bewust maken dat je ook anders over economie kunt denken dan in termen van markt en groei. Daarnaast wil hij het gesprek op gang brengen over wat voor wereld wij willen en hoe we die dichterbij kunnen brengen. ‘Waar ik vanaf wil, is het denken dat we alleen meer geld aan de zorg uit kunnen geven als de economie groeit. Of dat de aanpak van het klimaatprobleem niet ten koste mag gaan van de economie. Ik wil die volgorde omdraaien. Dus goede zorg en een leefbaar klimaat zouden voorop moeten staan en niet economische groei. Je hebt geen economische groei nodig om mensen rijker te maken, je moet de koek gewoon wat eerlijker verdelen. Daar worden we allemaal beter van.’ 

Fantoomgroei is buitengewoon helder geschreven, wat knap is voor een boek over economie. Heijne geeft aan dat ze wel twee jaar aan het boek hebben gewerkt. ‘Eerst een jaar om het te begrijpen, daarna nog een jaar om het op een goede manier op te schrijven. Het is zo’n complex onderwerp en ik wilde het zo opschrijven dat mijn moeder het ook wil lezen. Zij behoort tot de grote groep mensen die zich wel zorgen maakt over de samenleving, maar niet snel een boek over de economie zal lezen. Dat is de moeilijkste stap. Om het verhaal zo op te schrijven dat je een brede doelgroep aanspreekt. De persoonlijke zoektocht leek ons daarvoor de meest geschikte vorm.’

Verbindend verhaal

De auteurs hebben er bewust voor gekozen geen namen en rugnummers te noemen van degenen die verantwoordelijk zijn geweest voor het falende beleid van de afgelopen veertig jaar. Heijne: ‘Als je mensen wilt meekrijgen, dan helpt het niet om eerst te zeggen dat ze alles verkeerd hebben gedaan. Dan kun je beter helpen om in andere oplossingen te denken.’ Voor Heijne was dat niet eenvoudig. ‘Het is als journalist niet mijn natuurlijke reflex om een verbindend verhaal te maken. Maar om er daadwerkelijk beweging in te krijgen, zul je een bredere coalitie van mensen moeten zien te overtuigen. Dus ook politici van partijen die nu in het kabinet zitten.’ 

Het boek is in ieder geval overwegend positief ontvangen. ‘Ik hoor van heel veel mensen van links tot rechts dat ze enthousiast zijn over het inzicht wat economie eigenlijk is en hoe dat hele denken over de markt tot ons gekomen is’, aldus Heijne. Volgens hem zijn noch liberalen, noch christendemocraten, noch sociaaldemocraten gelukkig met de huidige samenleving die vooral draait om de belangen van de grote vermogens. ‘Omdat jullie nooit regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen voor dit beleid is het makkelijker om dat hardop te roepen. Voor de VVD, CDA en PvdA, die deze samenleving hebben gecreëerd, is dat moeilijker. Maar wat ik juist terughoor van mensen uit die partijen, ook van prominenten, is dat ze onze analyse heel fijn vinden en er ook wat mee willen doen.’

Meer weten over het boek of de podcast beluisteren? Kijk op: fantoomgroei.com

Publieke discussie over oplossingen

Naast de positieve reacties, is er ook kritiek op het boek. Zo vinden sommigen de oplossingen te beperkt. Heijne: ‘Zij lezen het boek als: jullie hebben eerst het hele probleem geschetst en dan komen jullie als enige oplossing met coöperaties. Maar dat is niet wat wij schrijven. Die coöperaties gebruiken we vooral als inspiratie, om te laten zien dat je ook binnen de neoliberale context het heft in eigen handen kunt nemen. Zoals de taxichauffeurs in Houston, die het zat waren om nog langer voor Uber te werken en hun eigen platform zijn begonnen. Coöperaties bestaan bovendien al eeuwenlang en hebben zich zelfs in de hoogtijdagen van het aandeelhouderskapitalisme weten te handhaven.’ 

Heijne meent dat zijn boek vooral goed laat zien hoe we hier gekomen zijn en wat er nu misgaat. Om dan ook nog met de hele oplossing te komen, moet je volgens hem een nieuwe zoektocht beginnen. Of hij dat zelf gaat doen, laat hij nog in het midden. ‘Ik begrijp de wens, maar ik vind ook dat we daar al samenleving de discussie over moeten voeren. En dat het aan de politiek is om een perspectief te schetsen waar we wat mee kunnen.’