Afbraak van de verzorgingsstaat

Terwijl de verzorgingsstaat voor gewone mensen steeds verder wordt afgebroken, wordt er tegelijkertijd een verzorgingsstaat voor multinationals opgetuigd. Het zorgt voor een grote verschuiving van arbeid naar kapitaal. Op deze pagina lees je alle informatie over de afbraak van de verzorgingsstaat.

Afbraak van de verzorgingsstaat in een paar sleutelmomenten

We hebben een aantal ingrijpende momenten voor de verzorgingsstaat en de publieke sector op een rij gezet. Deze ingrepen zijn geen onschuldige beleidswijzigingen geweest, maar bewuste politieke keuzes om de georganiseerde solidariteit uit te hollen. Dit waren een aantal belangrijke momenten:

  • Privatisering DSM: In 1989 werd Dutch State Mines op de beurs verkocht. Tot 1996 hield de Nederlandse overheid nog een aandeel, maar in dat jaar werd ook het laatste deel verkocht.
  • Verkorten en verlagen WAO: In 1990 stelde premier Ruud Lubbers: ‘Nederland is ziek.’ Hij vond de kosten van de arbeidsongeschikt-heidsverzekering te hoog worden. Het verlagen en verkorten van de WAO-uitkering begon.
  • Privatiseren van de post en telecom: In 1994 ging de Koninklijke PTT Nederland (KPN) naar de beurs. Daarmee werd de privatisering van de post (PTT Post) en telecom (PTT Telecom) voltooid.
  • Verzelfstandigen woningcorporaties: In 1994 werd begonnen met de bruteringsoperatie: de verzelfstandiging van woningcorporaties. Daarmee werden onder andere de subsidies van de overheid aan de woningcorporaties afgeschaft.
  • Verzelfstandigen en splitsen NS: Vanaf 1995 werd de NS verzelf­standigd en gesplitst. Voortaan regelde de commercieel geworden NS de treinen en de overheid de rails, vanaf 2013 onder de naam ProRail.
  • Privatiseren van busmaatschappijen: In 2000 besloot de regering dat het openbaar vervoer moest worden aanbesteed. Voor een grote vervoerder die niet afhankelijk is van een paar lijnen was dat niet direct een probleem, maar voor de gemeentelijke vervoersbedrijven was het niet te doen. Dankzij de inspanningen van SP-Europarlementariër Erik Meijer, worden in Nederland de vier grootste steden uitgezonderd van deze aanbestedingsplicht. Op de gemeentelijke vervoersbedrijven in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam na zijn ze dan ook allemaal verdwenen. Utrecht heeft het busvervoer toch aanbesteed.
  • Afschaffen ziekenfonds en vervangen door private zorgverzekeringen: Het ziekenfonds werd afgeschaft in 2006. Voortaan waren er alleen nog private zorgverzekeringen. Daarmee kregen de zorgverzekeraars een grote vinger in de pap in ons zorgstelsel.
  • Privatiseren van energiebedrijven: In 2006 werd de splitsingswet aangenomen, oftewel de Wet Onafhankelijk Netbeheer. Daardoor konden de energiebedrijven verkocht worden, die voorheen in handen waren van gemeenten en provincies.
  • Nullijn publieke sector: Vanwege de grote financiële crisis werden de salarissen van ambtenaren vanaf 2010 voor jaren bevroren. Daardoor zijn de lonen flink achtergebleven. Dat maakte werken in de publieke sector niet populairder. Zo hebben we nu te maken met een leraren­tekort in het basisonderwijs.
  • Sluiten van scholen voor speciaal onderwijs: Onder de verhullende term ‘passend onderwijs’ werden vanaf 2014 veel scholen voor speciaal onderwijs gesloten. Leerlingen die extra zorg nodig hadden kwamen op reguliere scholen terecht, waar leerkrachten ze vaak niet de zorg konden bieden die ze nodig hadden.
  • Sluiten verzorgingshuizen: Vanaf 2014 zijn de eisen om in aanmerking te komen voor een plek in een verzorgingshuis ingrijpend verhoogd. Daardoor moet er inmiddels heel wat aan de hand zijn, voordat ­iemand in een verzorgingshuis terecht kan. Veel verzorgingshuizen worden gesloten. En dat terwijl er steeds meer ouderen zijn.
  • Sluiten sociale werkplaatsen: Met het sluiten van de sociale werkplaatsen verloren veel mensen met een beperking een stuk betekenis in hun leven. Vanaf 2015 werd de voordeur gesloten: er mochten geen nieuwe medewerkers meer bij. Degenen die er al zaten konden blijven.
  • Kostendelersnorm: Vanaf 2015 geldt de kostendelersnorm. Een ander woord voor verlaging van uitkeringen. Het betekent namelijk dat bijstandsgerechtigden worden gekort op hun uitkering als ze in een huis wonen met iemand van 21 jaar of ouder. Hoe meer personen er wonen, hoe lager de uitkering.
  • Afschaffen basisbeurs in de studiefinanciering: Vanaf 2015 ontvangen studenten geen basisbeurs meer. Het bedrag dat studenten kregen, bedoeld om ­onderwijs toegankelijker te maken, werd in de jaren daarvoor al steeds verder verlaagd.
  • Verkorten WW: De werkloosheidsuitkering is vanaf de jaren tachtig op verschillende momenten verlaagd en verkort. In 2016 werd bijvoorbeeld de maximale duur ervan verkort van 38 naar 24 maanden.
Bron: CBS, bewerking: SP

Uitgaven aan de publieke sectoren vanaf 1950

Voor vrijwel al deze publieke sectoren geldt dat de uitgaven eraan als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) de laatste dertig jaar dalen. Op twee sectoren na: zorg en veiligheid. Bij de collectieve zorg gebeurt iets opvallends. De kosten stijgen geleidelijk tot 2006. Dan wordt het volledig private zorgverzekeringsstelsel ingevoerd en schieten de uitgaven omhoog. Dat stopt pas als de minister van Volksgezondheid ingrijpt en de kostenstijging een halt toeroept.

Bron: CBS, Bewerking: SP, gecorrigeerd voor inflatie middels CPI.

Er wordt bezuinigd maar de kosten stijgen door?

De uitgaven aan zorg, onderwijs, openbaar bestuur, defensie en infrastructuur blijven achter bij de groei van de economie. Vooral de bezuinigingen onder de VVD-kabinetten van Rutte vanaf 2010 hakken erin. Volgens de wet van Baumol zouden publieke diensten - zoals onderwijs en zorg - over de tijd juist duurder moeten worden ten opzichte van de productiesector, omdat ze veel minder profiteren van de stijging van de arbeidsproductiviteit. Fabrieken zijn veel efficiënter dan 50 jaar geleden, maar er staat nog steeds één leraar voor de klas op 30 leerlingen. Voor een publieke sector op niveau moeten we bereid zijn geld over te hebben.